Vandaag in de Gelderlander
NEC is hot, dus rent Maurice
Hij maakt soms werkweken van zestig uur en meer, maar niemand die hem hoort klagen. Maurice Gubbels is maar al te blij dat het zijn club NEC momenteel voor de wind gaat. Gisteren maakte de commerciële man alvast kwartier in Zagreb.
Het gesprek wordt met enige regelmaat onderbroken door het mobieltje van Maurice Gubbels. De 47-jarige Nijmegenaar, sinds enkele jaren in dienst als schakel tussen NEC en de businessclub, is in Zagreb om het verblijf van de sponsoren zo aangenaam mogelijk te maken. Maar af en toe moet er ook geld verdiend worden. Een bevriende zakenman belt met de vraag of hij binnenkort voor twee wedstrijden rugsponsor kan worden. Gubbels denkt dat de achterkant van het NEC-shirt nog wel vrij is tijdens de uitwedstrijden tegen AZ enWillem II. „Ik bel je nog terug, Roelof”, belooft Gubbels.
NEC is hot. Dat merken niet alleen Mario Been en zijn spelers, ook de commerciële afdeling in het Goffertstadion profiteert van de hoogtijdagen die de Nijmeegse club doormaakt. „ Als je dat vergelijkt met acht, negen maanden geleden”, zegt Gubbels. „We stonden bijna onderaan. Ik verkocht nog geen lucifer aan een pyromaan. Ik ben in die periode nog een stuk grijzer geworden dan ik al was. Nee, dan is het werk nu een stuk prettiger.” Maurice Gubbels is primair naar de Kroatische hoofdstad afgereisd om alles tot in de puntjes te regelen voor de circa 25 businessclubleden, die NEC op zijn nieuwe Europese avontuur begeleiden. „Naar Boekarest gingen er zo’n 50 mee. Maar die wedstrijd stond bij iedereen al maanden in de agenda. Dat NEC daarna de groepsfase zou halen, lag natuurlijk niet zo voor de hand. Bovendien zat er maar een paar weken tussen de loting en de wedstrijd. Maar als ik de voorinschrijvingen bekijk, voorzie ik dat er naar Moskou veel meer sponsors meegaan, meer nog dan naar Roemenië. Tot 3 december heeft iedereen immers voldoende tijd om zijn zaakjes te plannen.” De oud- doelman geniet ondertussen met volle teugen in Zagreb. „Het is natuurlijk prachtig dat het zo goed gaat met mijn cluppie. En dan ben ik ook nog met een stelletje geweldige gasten op stap.
Aan de andere kant moet je niet denken dat het voor mij puur een plezierreisje is. Ik ben hier om te werken. De geldschieters betalen een behoorlijk bedrag om hier bij te kunnen zijn en daar verwachten ze wel iets voor terug. Terecht. Ze krijgen hier een prima kamer, ze kunnen er op rekenen dat het eten en drinken goed geregeld is en er is ook nog een omlijstend programma georganiseerd. Ik heb misschen wel de mooiste baan van Nijmegen, maar als ik de uren tel, kom ik gauw aan vijftig à zestig per week. En nu we Europees voetballen, is dat nog iets meer. Maar je hoort mij niet klagen. Zeker niet als we hier donderdag een goed resultaat neerzetten. Dan vind ik het ook geen enkel probleem om een keer een nachtje door te halen.”
Gubbels en de zes andere kwartiermakers die NEC vooruit heeft gestuurd, hebben gisteren een rondgang gemaakt langs de diverse locaties die de komende dagen van belang zijn. „We zijn eerst naar het stadion geweest. Een betonnen klomp met steile, onoverdekte tribunes, verweerde stoeltjes en een sintelbaan waarop een olifant zijn enkels zou verzwikken. Maar voor de Kroaten is het bijna een heilige plek. In 1990, tijdens een wedstrijd tussen Dinamo en Rode Ster, zijn de etnische gemoederen flink opgelopen. In feite was dat het begin van de burgeroorlog. Voor de mensen hier is het daarom een monument. En daar hoort een beetje betonrot natuurlijk bij.” „Binnen is het trouwens wel bij de tijd. De bestuurskamer is heel fraai en ze hebben een imposante hall of fame waarin heel veel beroemde voetballers te zien zijn. Maar het meest indrukwekkend vond ik de kleedkamers. Daar kunnen veel Nederlandse clubs een puntje aan zuigen.”
Verder hebben Gubbels en zijn gevolg een kijkje genomen in het hotel waar de meeste supporters zijn ondergebracht. „ En we zijn ook even naar de Bulldog geweest, het café in het centrum van de stad dat de komende dagen als verzamelplaats fungeert. Echt een geweldige tent, the place to be in Zagreb. Hotel en café liggen op loopafstand, desnoods kunnen de fans ’s avonds op hun knieën terug. Weet je wie er vanmiddag trouwens zat? Robert Prosinecki, die oude Kroatische international. Ik herkende hem amper. Ik krijg wel eens te horen dat ik dik ben geworden, maar dan moet je hem eens zien!”