Morgen is het dan zover: onze aanvoerder gaan zijn 250e wedstrijd in de Eredivisie voor NEC spelen. Wisgerhof kwam in het seizoen 2000-2001 over van aartsrivaal Vitesse als vervanger van Patrick Pothuizen die naar Vitesse verhuisde. In De Gelderlander een terugblik op bijna acht seizoenen NEC.
2000/01
"Ik kwam van Vitesse, had in eerste instantie helemaal niet in de gaten dat zoiets gevoelig lag. In Arnhem speelden in die tijd veel buitenlanders. Bij jongens als De Marchi, Jevric, Grozdic leefde die rivaliteit totaal niet. Hier bij NEC lag dat anders. Dat merkte ik pas echt nadat we thuis met 4-1 van ze wonnen. Niet normaal!"
"Vlak voor het begin van de voorbereiding ben ik met Irma en mijn moeder naar Nijmegen gereden om te kijken waar het stadion precies lag. Ik was toch wel wat zenuwachtig. Ik had de lastige taak om Patrick Pothuizen te doen vergeten, die net de omgekeerde weg had genomen. Overigens was ik in eerste instantie verhuurd. NEC kon me een jaar later definitief overnemen omdat de club nog geld tegoed had sinds de transfer van Pothuizen. ‘Eigenlijk heb je alles aan mij te danken’, zegt ‘Potje’ daarom wel eens tegen me."
2001/02
"In mijn tweede seizoen bleven we vijftien wedstrijden ongeslagen. De supporters zongen: ‘Iedereen verliest, behalve wij’. De serie eindigde tegen Feyenoord, uitgerekend op mijn verjaardag. Ik maakte een eigen doelpunt en scoorde later ook nog een echte, maar we verloren met 3-1. ’s Avonds gaf ik een feestje in een Wageningse kroeg. Er kwamen ook veel jongens van N.E.C, maar een bruisend feest werd het niet."
2002/03
"Voetballend werd het voor mij geen bijzonder seizoen. Johan Neeskens zette me rechtsback en die positie lag mij niet echt. Het was niet zo dat ik faalde, maar voor mijn gevoel ben ik dat jaar niet gegroeid. Tegelijkertijd was het wel het hoogtepunt van mijn carrière. In de laatste seconde van de laatste wedstrijd tegen RKC haalden we Europees voetbal. De huldiging en het feest waren onvergetelijk. We vormden dat jaar een ongelooflijk hechte vriendengroep. Ook de vrouwen trokken veel met elkaar op. Die gaan trouwens nog altijd met elkaar uit eten."
2003/04
"Het seizoen begon met een hoogtepunt, de UEFA Cup- wedstrijden tegen Wisla Krakow. Mijn ouders hebben daar samen met de businessclub die mee was naar Polen nog het concentratiekamp van Auschwitz bezocht. Voor de spelers zat dat er helaas niet in. "
"In Polen verloren we met 2-1, dat leek een goede uitgangspositie voor de return. Maar in Nijmegen ging het helemaal mis. We verloren opnieuw en we kregen ook nog drie rode kaarten. Toch kijk ik ondanks die pijnlijke uitschakeling met veel plezier terug op dat Europese avontuur."
2004/05
"Tijdens de beruchte kerstborrel werd Johan Neeskens ontslagen. Hoewel je de weken daarvoor wel voelde dat er iets stond te gebeuren, kwam het toch als een verrassing. Neeskens was zo’n instituut. Toen ik bij NEC kwam, keek ik enorm tegen hem op. Hoe je het ook wendt of keert, Neeskens is toch de succesvolste trainer geweest die de club ooit heeft gehad. Maar misschien is hij net iets te lang gebleven."
"Met zijn opvolger Cees Lok had ik een goede band. Hij overtuigde mij ook om bij NEC te blijven, hoewel ik bij de verlenging van mijn contract flink wat salaris moest inleveren. Een paar maanden later is die verbintenis trouwens weer opengebroken en naar boven aangepast."
2005/06
"Jonas Olsson werd mijn nieuwe partner in het hart van de defensie. We zaten meteen op dezelfde golflengte. Op het veld en erbuiten. Irma zei meteen: ‘Nodig hem een keer uit om te komen eten’. Jonas en ik vormen een sterk koppel. Ik zou niet weten voor welk ander duo in de eredivisie wij onderdoen. Alleen hebben ze dat buiten Nijmegen niet zo in de gaten."
"Bij de kerstborrel ging het weer mis. Het opstappen van Cees Lok kwam ook voor mij als een donderslag bij heldere hemel. Een paar dagen eerder zijn we, samen met onze vrouwen, nog samen wezen eten. Hebben we de hele avond gepraat hoe we het in de tweede seizoenshelft zouden aanpakken. ’s Avonds laat ben ik nog bij hem aan de deur geweest, maar hij wilde er verder niets over kwijt. Ik heb nooit begrepen wat er mis is gegaan."
2006/07
"Ik had nooit verwacht dat ik, na Lok, nóg een trainer zou tegenkomen met wie ik zo’n hechte band zou krijgen. Maar ook met Mario Been klikte het vanaf het eerste moment. Been is een heel positieve coach, schenkt iedere speler veel vertrouwen. Hij staat vaak midden in de groep, maar als het nodig is kan hij ook keihard en rechtlijnig zijn."
"Ofschoon we op het laatst net buiten het linkerrijtje vielen, kijk ik met genoegen terug op dat seizoen. 34 wedstrijden gespeeld, geen seconde gemist. Dat is toch wel apart voor een verdediger."
2007/08
"Voor de start van het seizoen mikten we op de negende plaats. Maar na een paar maanden moesten we onze doelstelling aanpassen. ‘Niet degraderen’, kwam er op een groot bord in de kleedkamer te staan. Dat staat er nog steeds, al is dat intussen achterhaald."
"De eerste seizoenshelft verliep dramatisch. Als het goed gaat, neem je dat mee naar huis, als het slecht gaat net zo goed. Irma is bijvoorbeeld in verwachting, daar hebben we lang op moeten wachten. We waren dan ook dolblij met dat nieuws, maar in mijn achterhoofd zat toch steeds ook de sportieve situatie. NEC is in al die jaren helemaal mijn club geworden. Ik zit normaal gesproken niet gauw bij de pakken neer, maar na de verloren uitwedstrijd tegen Willem II, vlak voor de winterstop, wist ik niet meer hoe het verder moest. Het was het moeilijkste moment in mijn loopbaan."
"Achteraf zijn de tegenvallende prestaties wel verklaarbaar. We hebben voor de winterstop gewoon te veel blessures gehad. Van Beukering was er lang uit, Holman eveneens, en Lens was een jonge gast die op dat moment nog niet zo ver was dat hij er elke week stond. Intussen ziet het leven er weer een stuk zonniger uit. Bijna iedereen is fit en we hebben er een paar goede versterkingen bij gekregen. Ineens is een plek bij de eerste negen niet eens ondenkbaar. Er zijn nog drie concurrenten waarmee we moeten afrekenen: FC Utrecht, Vitesse en AZ. De eerste twee gaan zeker nog punten verspelen. AZ moet nog tegen de onderste vier, dat kan zowel een voor- als een nadeel zijn. We zullen het zelf moeten doen. Maar als we zondag VVV verslaan, zie ik ons een heel eind komen."