Onze Spaanse verdedediger is eindelijk aan het voetballen gekomen. Het onderstaande stuk komt uit de Gelderlander.
Spaanse verdediger laat goede indruk achter in duel van Jong NEC.
Vlak voor tijd had hij zijn officiële competitiedebuut met Jong NEC nog meer glans kunnen geven, maar de vrije trap van Dani Fernandez werd een prooi voor Jong Vitesse- doelman Stefan Veenboer. Maar terwijl de nieuwe Spaanse verdediger kon terugkijken op een goede wedstrijd, waren de druiven voor Wim Rip zuur. De coach had tot zijn afgrijzen gezien hoe Naïm Aarab in de 86ste minuut de bal uit een Arnhemse corner met twee handen had weggeslagen. De strafschop was daarna koeltjes benut door Anduele Prijor, die de thuisclub een gestolen 1- 0 zege bezorgde.
„ Onvoorstelbaar”, sprak Rip bij de kleedkamers van Sportclub Bemmel waar Jong Vitesse de thuiswedstrijden afwerkt. „Volkomen onnodige nederlaag. Dat lijkt me duidelijk. We verdienden hier minimaal een punt. Wat zeg ik, misschien wel drie. Op het laatst kregen we nog een paar aardige kansen.” Bij de grootste was Dani Fernandez nadrukkelijk betrokken. De Spanjaard haalde in de slotfase de achterlijn, zorgde met een boogbal voor paniek in de Arnhemse doelmond, maar zag uiteindelijk Bart van Brakel de bal over lepelen. „Dani heeft het goed gedaan”, prees Rip de debutant. „ Omdat Vitesse met twee spitsen speelde, moest hij doordekken naar het middenveld. Dat ging hem goed af. Hij is vaardig, snel, schuwt de duels niet en heeft diepgang.” Zelf blikte Fernandez gisteren redelijk tevreden terug op zijn eerste optreden. „ Ik heb zeven weken niet gevoetbald. Wel getraind als een prof, maar dat is toch anders. En dan had ik ook nog geen directe tegenstander. Moest ik doorschuiven naar het middenveld. Niet echt mijn plek.”
Natuurlijk hoopt hij er zaterdag tegen Heracles al bij te zijn. „Maar dat is aan de coach. Die gaat over dit soort zaken”, hield de verdediger zich keurig op de vlakte. Hij spreekt gebrekkig Engels, maar laat niet zonder trots een kleine Nederlandse woordenschat horen. „Rechts, links, kaats, tijd”, grijnst de Spanjaard, die waarschijnlijk morgen samen met zijn vriendin de deur van hun hotelkamer achter zich dicht slaat en een appartement van de club in het centrum betrekt. En terwijl uit de ziekenboeg het nieuws kwam dat Jonas Olsson niet geopereerd hoeft te worden aan zijn enkelbanden, maar de termijn van vier tot zes weken herstel gehandhaafd blijft, treurde Dominique Kivuvu nog even na over zijn gemiste eerste helft. De middenvelder, gekozen in de voorselectie van Jong Oranje, maar net als die andere jeugdinternational Lorenzo Davids bij NEC zijn basisplaats verloren, meldde zich twintig minuten te laat voor vertrek en mocht pas na rust opdraven.
„Ik was mijn autosleutels kwijt,” verzuchtte Kivuvu. „Kon ze echt nergens vinden. Uiteindelijk Jeremain (Lens, red.) gebeld. Die was nog op het stadion. Heeft hij me opgehaald. Ik wist gelijk dat ik niet zou mogen starten. Terecht. Maar ook zo zuur. Ik wilde dolgraag spelen. Tenslotte heb ik al drie wedstrijden op de bank gezeten. En dan gebeurt me dit. En nog heb ik geen idee waar die autosleutels zijn, trouwens.”
Bron: De Gelderlander