Vandaag in de Gelderlander
Worm moet nog tot tien leren tellen
Enthousiasme levert middenvelder ‘rood’ op tegen De Graafschap.
Hij noemde de invalbeurt zaterdagavond zelf ‘heel bijzonder’. Om er tegelijk aan toe te voegen dat het niet het slimste kwartiertje uit zijn voetbalcarrière was geweest. Rutger Worm. Kind van NEC. Echte Nijmegenaar. De 22-jarige middenvelder kan heel goed voetballen, maar dat enthousiasme hè. Dat breekt hem nog wel eens op. Als geen ander beseft Worm dat hij vaker tot tien moet tellen. Even de tijd nemen voordat hij er iets uitfloept in de kleedkamer, of tot actie over gaat in het veld.
Zaterdag hadden die tien tellen hem een rode kaart gescheeld. Worm had al geel op zak voor een ‘schwalbe’ toen hij een kwartier voor tijd zijn ploeg zeer beheerst op een 1-0 voorsprong zette tegen De Graafschap. De bal lag nog niet tegen het net of de doelpuntenmaker had zijn shirt al over het hoofd getrokken om met ontbloot bovenlijf aan een woeste vreugdedans te beginnen. Drie minuten later gaf scheidsrechter Liesveld hem op de middenstip zijn tweede gele kaart en kon Worm met rood naar de kleedkamer.
„ Dom. Niet nagedacht”, zei de voetballer, die aanvankelijk van NEC geen toestemming kreeg om te reageren, maar na een verkwikkende douche dan toch de pers te woord mocht staan. „ Die tweede gele kaart had ik nooit mogen pakken. Maar in de euforie over mijn doelpunt vergat ik gewoon dat ik er al eentje had.”
Bij de cornervlag trachtten zijn ploeggenoten het naderende onheil te voorkomen. „ Ga achter ons staan. Doe je shirt aan. Zorg dat die scheids het niet ziet. Toen pas voelde ik het aankomen.” Alleen in de kleedkamer vloog de angst hem naar de keel. „ Stel dat De Graafschap met een man meer op 1- 1 zou komen. Daar was ik echt bang voor. Dat iedereen over me heen zou vallen.” Maar in het veld schoot Mark Otten hem te hulp. „Toen ik hoorde dat uitgerekend Mark de 2- 0 had gemaakt. Man, ik was zo blij voor hem. Nog blijer dan met mijn eigen goal. Mark is een vriend van me. Die komt van zo ver.”
Toen de spelers de leegte van de kleedkamer vulden, stond Worm ongewild in het middelpunt. „ Eerst zeiden ze allemaal dat het niet zo slim van me geweest was. En meteen daarna vond iedereen dat ik iets vrolijker mocht kijken. Want ik had tenslotte wel gescoord.” Vervolgens vroeg hij aan Mario Been of hij de spelersgroep mocht toespreken. „Heb ik mijn excuses aangeboden. Gezegd dat die rode kaart niet slim van me was. Dat leek me wel gepast. Vervolgens zei de trainer dat hij me de standaard boete van 1000 euro zou geven en dat daarmee voor hem de kous af was. Nee, hè, dacht ik. Dat kan ik er nou net niet bij hebben. Maar gelukkig maakte de trainer een geintje.” En dan is daar zijn bravoure ook weer een beetje terug. „Weer gescoord. Mijn achtste in zeven wedstrijden. Da’s toch een mooi gemiddelde.”