NEC is de enige Nederlandse club die donderdagavond niet heeft gewonnen in Europees verband. Om maar gelijk even af te trappen met het enige minpuntje dat te noemen is van een wedstrijd die we kunnen beschouwen als een, en misschien wel zelfs hét hoogtepunt in de clubgeschiedenis. NEC in de groepsfase van de Uefa Cup. Het is dat Martin Jol ons op de luchthaven van Boekarest nog even een welgemeend “gefeliciteerd jongens” meegaf, anders had ik het nog steeds niet geloofd.
De stemming bij het beginpunt van de trip is wat minder euforisch, want half vier opstaan is gewoon geen doen. Wijze les voor de groepsfase. Kwart over zeven vliegen we op de dag voor de wedstrijd, vanaf vliegveld Köln. Da’s dus in het schemerdonker zo hard je kunt de 57 af en zorgen dat je niet geflitst wordt op de stukken waar je 120 mag. Germanwings heeft voor deze wedstrijd de rol van de Betuwe Express overgenomen en zoals het Deutschen betaamt vertrokken deze Flügel precies op tijd. Uurtje tijdsverschil erbij zorgt ervoor dat we om kwart voor elf in Boekarest landen, waar een taxi ons naar het hotel moet brengen. Dat betekent een keuze maken uit tal van verdachte figuren die je een rit aanbieden, waarbij je in principe slechts één garantie hebt: je betaalt te veel. Onze chauffeur is uiteindelijk zo vriendelijk tijdens de rit dat we het vermoeden hebben dat de afgesproken prijs hem prima bevallen zal zijn. Zoals velen is hij Steaua supporter en op de hoogte van het feit dat het onbekende clubje Nek zijn aartsrivaal komt uitschakelen. Nou ja, in elk geval een poging komt doen, proberen wij nog, maar volgens hem zou het helemaal goed komen. Alle verkeersregels aan zijn laars lappend geeft de man vervolgens alle informatie die we nodig hebben om van onze trip naar Boekarest een succes te maken. Binnen een halve minuut zijn qua sightseeing alle plekken genoemd (eigenlijk is alleen het parlementsgebouw de moeite waard) en na wat tips hoe zigeuners en Dinamo fans te ontwijken cq aan te pakken volgt een lange verhandeling over dat waar Boekarest echt goed in is: massages. Erotisch welteverstaan.
Met deze info op zak besluiten we, na ingecheckt te zijn in ons hotel midden in het centrum, bij daglicht ons toch eerst maar eens op dat parlementsgebouw te gaan richten. T-shirtje aan, zonnebril op en lopen maar. De wandeling naar het gebouw blijkt korter dan de wandeling langs het gebouw. Helaas is het drie dagen dicht dus een toer in de enorme puist zit er niet in. Of die tijdelijke sluiting iets met de komst van NEC te maken heeft kan de bewaker ons niet vertellen. Dan maar een stukje door de stad wandelen. Daar word je echter op zijn zachts gezegd niet vrolijk van. Lijkt me niet dat Boekarest op erg veel steun van de Unesco en haar werelderfgoedlijst hoeft te rekenen. Wat een bouwvallen overal. Begin van de middag nog en we zijn al uitgekeken. Dan maar een terras pakken, al moeten we daar flink naar op zoek, want gezellige straatjes met kroegen of leuke pleintjes met restaurants zijn aan Boekarest niet besteed. Uiteindelijk vinden we toch een terras waar gedronken kan worden en daar ontdekken we dat het straatbeeld in Roemenië helemaal niet zo slecht hoeft te zijn, als je maar niet te veel naar de gebouwen kijkt. En begrijpen we plotsklaps waarom die massages zo’n succes zijn.
Een korte gesprekjes met wat NEC notabelen, die ook een plekje op het terras hadden gevonden, en een paar drankjes later wordt het weer eens tijd wat rond te gaan lopen. Een ander terras blijkt, zelfs na vrij lang zoeken, te veel gevraagd en dus besluiten we maar een Ierse pub in te gaan. Geloof niet dat de medewerkers van The Harp bij binnenkomst van ons groepje ooit had kunnen bevroeden dat hun pub tot uitvalsbasis van honderden Nijmegenaren zou worden. Van de straat wordt namelijk een ander groepje NEC supporters naar binnen gewenkt en als we een paar uur later met de ogen knipperen staan er tientallen metgezellen stevig door te drinken. Naarmate de avond vordert worden de verhalen sterker en de geruchten heviger, al wordt het opeens wel vrij reëel, als een klein groepje wat gehavend binnen komt lopen nadat ze door een taxichauffeur (bewust) op een verkeerde plek zijn afgezet. Desondanks is het in het centrum erg gezellig en ook erg rustig.
De volgende ochtend blijkt dat die rust in Nederland heel anders is overgekomen, want we worden wakker van de sms-jes en telefoontjes. Enige opluchting klinkt al als er gewoon opgenomen wordt, enige verbazing zelfs als we melden dat we eigenlijk niets van de door de Nederlandse media gemelde stadsguerilla hebben meegekregen. Langzaam komen er via andere supporters verhalen binnen dat er toch wel degelijk een aantal dingen zijn voorgevallen, met name rond een hotel dat in de Dinamo wijk schijnt te liggen. Pas later horen we de verhalen van hotel Nelisse van andere trouwe honden, beetje moeilijk voor te stellen als je rustig in het zonnetje je ontbijtje zit te verorberen.
Met een groot deel van de dag nog voor ons besluiten we een poging te wagen te gaan shoppen. We belanden bij iets dat op een groot winkelcentrum lijkt midden in de stad, een enorm blok beton met gigantische reclameborden aan de buitenkant. Binnen blijken zowel de inrichting als de producten sterk verouderd, alleen de prijzen kunnen zich aardig meten met die van thuis. We ontdekken tevens dat naast het horecapersoneel ook het winkelpersoneel in het centrum van Boekarest verre van vriendelijk is. Het is weer tijd voor iets anders. Zoveel keus hebben we niet dus zitten we al snel weer aan het bier bij The Harp, dat inmiddels door de sms dienst van de SV tot meeting point schijnt te zijn gebombardeerd. ’t Is dan ook best druk.
Een paar uur later wordt er lopend koers gezet naar wat eerst het meeting point was en waar nu de bussen wachten. Het is beetje verplichte combi-achtig en met frisse tegenzin laat iedereen zich fouilleren en worden de kaarten gewisseld. Een kort ritje door de stad later komen we aan bij het stadion. Een paar Dinamo fans maken wat obscene gebaren, maar verder gaat het er vrij rustig aan toe. De ingang van het uitvak is er één waarvoor een eerstedivisie middenmotor zich begin jaren tachtig al wild had geschaamd, maar in Roemenië voldoet ie prima. In het vak blijkt al snel dat de organisatie op z’n zachts gezegd wat rommelig is. Het uitvak wordt eerst een beetje groter gemaakt en moet dan weer terug naar de oude staat, net als iedereen een plekje naast de afscheiding gevonden heeft. De Roemeense stewards volgen moeiteloos de gezette trend van het horeca- en winkelpersoneel en zijn dus alles behalve vriendelijk. Na afloop zorgen ze zelfs voor enorm veel irritatie door zeer hinderlijk en vooral onnodig in de weg te staan als wij ons feestje willen vieren. Pothuizen wordt bijna gearresteerd als hij het vak probeert te bereiken om een fan zijn shirt te schenken. De muziek staat enorm hard en is zo opzwepend dat het in Nederland door Kesler persoonlijk verboden zou worden. Lekker klinkt de hardrock versie van het Dinamo clublied overigens wel, dienen we stiekem toe te geven.
NEC doet in de beginfase nauwelijks onder voor de thuisclub en dat biedt hoop. Het is toch effe afwachten met broekies als Saidi en Tshibamba op de flanken, maar beiden lijken de zenuwen de baas en komen regelmatig los van de tegenstander. Net op het moment dat we alles onder controle lijken te hebben knalt een Roemeen keihard op de onderkant lat. Het is maar goed dat we verder eigenlijk niet zo heel goed kunnen zien wat er daar aan die andere kant precies allemaal gebeurt. Even later raakt Van Beukering de paal. Heb ik uit de krant moet ik eerlijk toe geven, want stond je iets lager dan verdween de onderkant van de goal volledig achter de reclameborden. Davids en Dani Fernandez ontpoppen zich steeds meer als uitblinkers, maar eigenlijk speelt niemand slecht. Wat wel zorgen baart is dat we opeens moeten gaan wisselen. Alhoewel, met vervangers als Schöne mag er altijd gewisseld worden. Heerlijk om te zien dat hij constant het juiste gat induikt en de druk van de Roemenen daarmee verlicht. De klok kruipt verder en verder en het uitvak begint steeds meer feest te vieren. Doe dat nou niet, tegen Heracles dacht ik ook dat we hem in de tas hadden! Zie, daar is ie al! Nee, hij schiet over! Zelfs achter de ramen van het ziekenhuis wordt meewarig het hoofd geschud. “Die had ik nog wel gemaakt”. Nou kan het niet meer mis. Jezus, wat laat hij lang doorspelen. Nu dan? Nee, nog een vrije trap. Doet er niet meer toe, we gaan het halen. We hebben het gehaald. Dat ik dit mee mag maken! Ruim acht maanden terug één na laatste en nu in de groepsfase van de Uefa Cup.
Een beetje beduusd stapt iedereen in de bussen. Alle Nederlandse clubs door, da’s goed nieuws. Wat gaan we doen? Terug naar de The Harp maar. Zouden ze die in Italië ook hebben? Geen idee, maar we gaan het zien daar in Milaan. Of anders in Sevilla. Of Londen. Nee, Europa is nog lang niet klaar met NEC!
Pol