Zo zagen wij het: NEC – Udinese: 2-0

Winnen in Europa went niet. Na de sensaties en in tegen Boekarest en Moskou voelt ook deze waanzinnige overwinning alsof we het voor het eerst meemaken. En in zekere zin is dat ook zo, want de groepsfase overleven, op eigen kracht (!), is weer een geheel nieuw chapiter in het sprookjesboek dat maar niet uitraakt.

Zelden heb ik zo naar een wedstrijd toegeleefd, en afgaande op de geweldige atmosfeer in de Goffert was ik niet de enige. Je durfde er niet aan te denken, maar stiekem hoopte iedereen natuurlijk op het onmogelijke: overleven in deze pittige poule. Vlaggen, rood-zwart en groene velletjes, het luidkeels gezongen clublied: alles zat erop en eraan. Gaaf ook dat het uitvak helemaal vol stond met tifosi, prachtig hoe die mannen allemaal samengepakt stonden achter hun spandoeken, bovenin het vak. Reuze gedisciplineerd.

Vanaf de eerste minuut stond de twaalfde man achter de helden. Wat er ook gebeuren zou: dit kon niemand NEC meer afnemen. NEC begon weer wat nerveus, maar gelukkig leidde de plankenkoorts niet tot brokken, zoals eerder tegen de Spurs en Spartak. Gaandeweg kregen Beens bikkels meer grip op de wedstrijd en ontstonden er zelfs halve en een enkel heel kansje. Udinese speelde zoals je van een Italiaanse club die al geplaatst is verwacht: afwachtend, defensief en loerend op de counter. Maar die bleven uit. De gevreesde omschakeling kwam eigenlijk geen moment uit de verf. NEC kletste bovenop elke bal en zelfs toen Been zich in de tweede helft genoodzaakt zag meer risico te nemen, bleef de verdediging fier overeind. Niet in de laatste plaats door een fenomenaal spelende Davids overigens, die uitgroeit tot een hele grote meneer op het middenveld.

Ondanks het fiere spel van de rood-zwart en groenen stonden we er met de rust toch wat bescheten bij met zijn allen. NEC bleef weliswaar keurig overeind, maar het nieuws uit Londen was niet best. Prima dat er eindelijk een keer een fatsoenlijk pauzeact was, maar mijn aandacht hielden de Doe-maar-watjes niet vast. Maar dat lag zeker niet aan hen.

Het scenario dat zich na rust ontrolde, was onvergetelijk. Later, als we oud en eerbiedwaardig zijn, omgeven door een schare kleinkinderen die aan onze lippen hangen, zullen we de gang van zaken op die donkere donderdagavond nog maar eens uit de doeken doen. ‘Toe opa, vertel nog eens van die keer tegen de Italianen…’

De druk van NEC nam meer en meer toe. Later sprak Mario van een soort zelfmoordtactiek, maar eerlijk gezegd waren de gevreesde tegenstoten van Udinese het laatste waar ik me zorgen over maakt. Aanval op aanval rolde richting Goffertribune en NEC kreeg kansen. Terwijl in Londen de Spurs een goal erin prikte, maakte ook NEC zelf meer en meer aanspraak op de bevrijdende treffer. Maar de klok tikte door. Tot de doldwaze 75ste minuut. Nadat NEC drie corners op rij kreeg, werd de ban gebroken. Vrijwel op het moment dat op de tribunes doordrong dat de Spurs eindelijk deden wat moesten doen, gooide Jhonny zijn niet onaanzienlijke kont tegen een Italiaanse verdediger en creëerde Collins John zich de ruimte voor een verwoestende uithaal: 1-0!

Het slagveld aan de Somme was een theekransje vergeleken bij de taferelen die daarna zowel op het veld als op de tribune uitbraken. Dat Collins naar oud Nijmeegse gebruik zijn shirt uittrok, moest ik vannacht in de Herhaling zien, het was me ontgaan.

Drie minuten later, bekroonde Jhonny zijn beste wedstrijd ooit (ik geloof niet dat ik in mijn euforie overdrijf) met een schot met zijn linker. Niet eens zo hard, maar de irritante Italiaanse goalie dook te laat. Het laatste kwartier was een groot feest. NEC kwam geen moment meer in de problemen, terwijl de supporters vol ongeloof naar het veld, hun mobiele telefoon en het scorebord tuurden. Het stond er allemaal echt. De Tsjechische scheids, die bepaald niet kinderachtig floot, gaf nog eens een kaart en wuifde zo links en rechts wat zeurende Italianen weg. Probleemloos haalden we het laatste fluitsignaal.

Rondedansen, ererondes, Been op de schouders, het langverwachte contractnieuws: het kon allemaal niet op. Fantastisch was ook het kletterende applaus van de Udinese-supporters voor NEC, die zelf bepaald niet beloond werden voor hun clubtrouw. Ook niet door hun spelers, die het niet eens konden opbrengen even netjes naar het uitvak te sjokken na de voor hen beschamende vertoning.

Ook mooi was het dankjewel aan Omroep Gelderland, die zoveel mensen hebben blij gemaakt met hun live-uitzendingen en internetfaciliteiten. Het blijft bespottelijk natuurlijk dat de NOS deze kraker niet uit wenste te zenden, maar het is graag of niet.

De kerst komt eraan, en NEC speelt mee in Europa, om de beker en om de subtop. Ik geloof dat ik hier een jaar of twintig op kan teren.

Joris

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.