Old Skool. Dat was vanmiddag absoluut het thema van de wedstrijd. Sparta-uit is de afgelopen jaren (los van het resultaat) een garantie gebleken voor voetbalwedstrijden zoals ze horen zijn: bier, gras, NEC en gezang. Gezelliger kan het niet worden.
Old-Skool schijnt de treinreis geweest te zijn uit Nijmegen. Ik twijfel er niet aan, want ik reis elke week reuze Old-Skool met de trein, vanuit de hoofdstad. Echt aan te bevelen: biertje erbij en altijd aanspraak. Old-Skool was in elke geval het hilarische voorprogramma bij de kantine van het Spangense zwembad, dat zo gastvrij was voor de wedstrijd biertje te schenken aan een paar honderd supporters die nog wel een pintje lustten voor het treffen met de Kasteelclub. De maandomzet was op 2 november redelijk veilig gesteld, schat ik zo. Zelden in zo’n malle ambiance mijn Palmpjes staan wegkappen: links had het Rotterdams geblaagte in het chloorbad een middag als geen ander, en achter ons keek de aangroeiende stroom Spartanen haar ogen uit wat nú in godsnaam bij het zwembad stond te zuipen.
Eenmaal het Kasteel beklommen, bleef alles Old–Skool. De Sparta-Mars voor de wedstrijd bijvoorbeeld werd als vanouds zeldzaam flauw geparodieerd uit ons vak. En Old-Skool waren de vaandels die enkele getrouwen hadden meegesleept. Old-Skool was de opkomst: een klein vierhonderd mensch waren er wel op komen dagen. Ronduit keurig.
Old-Skool waren de liedjes. Lang geleden dat er zoveel gerefereerd werd aan de East-Side. “Sparta gaat eraan want de East-Side komt eraan”, “East-Side Nijmegen: lalalalala”, het klonk allemaal als balsem op de ziel van de Old-Skool supporter. Om over “Het is stip op het Kasteel” nog maar te zwijgen. Maar Old-Skool heeft ook haar schaduwkant. Het galbakkerige “Rotterdam Kankerstad, in de oorlog lag je plat” mag van mij eerlijk gezegd gerust achterwege blijven. Hoe zat dat met het mooie middeleeuwse centrum van Nijmegen trouwens, in die dagen? En de honderden doden die tussen de brokstukken uitgeplukt konden worden?
Het voetbal was ook Old-Skool. We zagen scrimmages, die op de velden eigenlijk al sinds de jaren tachtig niet meer voorkomen. We zagen ballen over achter-, zij- en middenlijn vliegen met een geweld zoals dat enkel nog op Spangen lijkt te bestaan. We zagen een matig NEC en een nog matiger Sparta. Maar wat maakte het uit!
Maar we kwamen, zagen en overwonnen. Dankzij Babos bijvoorbeeld, die wederom puik stond te keepen. Dankzij Saïdi, die een hele lekkere aanval simpel afrondde met een tikkie dat in 0-1 resulteerde. Dankzij Worm, die eindelijk een goede basisbeurt benutte en gewoon een puike pot op de mat legde. Dankzij El-Ak, die verdedigend weliswaar wat piepkleine steekjes liet vallen, maar zijn derde pingel op rij overtuigend benutte. Tuurlijk, ook Sparta kwam voor het doel en beukte er af en toe op los, maar echt bang ben ik er niet van geworden.
En wat te zeggen van het feit dat NEC eindelijk eens vóór de rust een goal maakte, ik geloof voor het eerst deze competitie? Wat te zeggen van de grootstedelijke skyline waar je vanuit het uitvak op uit kijkt, met de wolkenkrabber van Nationale Nederlanden en de minaretten van de grote Rotterdamse moskee op de achtergrond?
Afijn, de punten zijn in de pocket, de afzakkertjes in een naburig Spartacafé waren lekker en ik heb er nu al weer zin in: Sparta-Uit, volgend jaar.
Joris