Adelbert Toppenberg: de Johan Cruijff van de West

Februari van dit jaar. Terwijl de lezers dezes zich te buiten gingen aan samenzang en drinkgelag in het gastvrije Hamburg, bezocht ik op een broeierige zomeravond een swingend horeca-etablissement in het meest Caribische stukje van Willemstad Curaçao: de Nettobar in Willemstad. Schaars geklede dames in alle soorten, leeftijden en maten, vrolijk beschonken locals, de onvermijdelijke salsamuziek, rum die per fles over de toonbank ging: een ideale ambiance om mijn afwezigheid bij de Hamburgse avonturen te vergeten en de laatste restjes kater van het Antilliaanse carnaval weg te spoelen.

Menig beroemdheid was me in die tent voorgegaan: een trotse barman poseerde op forse foto’s achter de bar met prins Willem Alexander (zijn reputatie als Prins Pils ter plekke flink eer aandoend; je moet wat met dat warme weer), staatssecretaris Bijleveld (van Antilliaanse zaken) en zelfs den Balk himself, zichtbaar ongemakkelijk met diverse Antilliaanse schonen (en minder schonen) om zijn nek.

De muziek knalde knarsend uit de boxen, diverse stelletjes swingden vrolijk en in verschillende staten van dronkenschap over de tegelvloer, het volk overschreeuwde elkaar in verhitte discussies over van alles en nog wat: voetbal, politiek en andere zaken die de mens bezig houden.

Alhoewel vrijwel elke Antilliaan prima Nederlands kan, was het leuk dat mijn vriendin, die daar is opgegroeid, vloeiend Papiaments spreekt. Een beetje meezingen met dubbelzinnige carnavalsliedjes levert dan al rap een hoop aanspraak op. Waar kom je vandaan? Waarom kun je Papiaments? Wat doe je hier?

Op gegeven moment trekt een vrolijk ogend grijzend mannetje me aan mijn mouw.
Of ik wist wie Johan Cruijff was?
Mja, was ik wel bekend mee.
Met de rug recht en de borst vooruit: ik ben de Johan Cruijff van de Nederlandse Antillen.
Oepsie, die kende ik dan weer niet bij naam.
Adelbert Toppenberg, aangenaam, Adel voor intimi.

Ruikt zo iemand dat? Dat ie mij in een stampvolle kroeg uitzoekt om over voetbal te beginnen? Ik had mijn NEC-shirt (zo’n beetje voor het eerst die vakantie) niet eens aan.

Adel had vaker met het bijltje gehakt en ik werd, net als elke andere Macamba (toerist) vermoedelijk, meegetorst naar een muur van het café, bomvol vaantjes, knipsels en voetbal parafernalia. Niet eens zo prominent, maar enigszins weggemoffeld hing daar een knipsel, bewijs van zijn lokale heldenstatus en eeuwige roem. Wat onvast ter been en onder instemmend gemompel der aanwezigen werd ik welwillend doch gedecideerd gewezen op een ernstige omissie in mijn voetbalkennis.

Adelbert Toppenberg scoorde in 1969 in een wedstrijd om de Concacaf (de Amerikaanse beker) maar liefst twee goals in een wedstrijd tegen niemand minder dan Mexico, indertijd inderdaad een grootmacht . Daar moest op gedronken worden!

Meneer Toppenberg, volledig tevreden met zijn erkenning als ‘crack’, nam met plezier een glaasje aan en heette ons nogmaals van harte welkom op het mooie Curaçao in het algemeen en zijn stamkroeg de Nettobar in het bijzonder. Van NEC had hij nog nooit gehoord, van de speciale band van onze club met het eiland evenmin.

Thuisgekomen toch nog even nagezocht of ik niet bij de neus genomen was. Enig speurwerk op internet leverde inderdaad de genoemde wedstrijdresultaten op: 12 april 1969: Nederlandse Antillen – Mexico: 2-2. Dubbelvoudig doelpuntenmaken: Adelbert Toppenberg. Voorwaar een geweldige prestatie van een kleine, piepkleine voetbalnatie.

En passant kwam ik er nog achter dat de Antillen zichzelf in 1963 vier dagen langs officieus wereldkampioen mochten noemen. Dat grappig fenomeen hebben de Schotten ooit bedacht, toen ze van regerend wereldkampioen Engeland hadden gewonnen. In hun redenering nam je dan de titel over. Als jij dan weer verloor, was de winnaar wereldkampioen. Zo geredeneerd namen de Antillen in 1963 de ‘wereldtitel over van Mexico, toen ze zelfs met 2-1 van hen wisten te winnen. Mexico had op haar beurt de titel weer van Brazilië afgepikt. Toppenberg was daar toen nog niet bij, in ’63, hij makte pas zes jaar laten furore. Ik had de man met alle liefde de status van wereldkampioen-voor-vier-dagen gegund. Had hem waarschijnlijk nóg meer drankjes opgeleverd.

Joris

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.