Arek ziet NEC groeien

Drie weken onder Wiljan Vloet doen hem denken aan Foppe de Haan en Leo Beenhakker. Arek Radomski ziet het vertrouwen bij NEC stilaan groeien.

In Oostenrijk bij Austria Wien had hij het ook meegemaakt, drie trainers in één jaargang. „Maar daar is het wat norma­­ler, hè”, zegt Arek Radomski. „Na een nederlaag kan het in Oosten­rijk al over zijn voor een trainer. Hier heb ik nog nooit zo’n jaar als nu meegemaakt. Het is niet iets voor Nederland, veel wisselingen.” Na Dwight Lodeweges en een paar weken Wim Rip als tijdelijke verantwoordelijke heeft NEC er nu drie weken op zitten onder Wiljan Vloet. Radomski herkent de details in de werkwijze van de Brabantse oefenmeester die voor houvast moeten zorgen.

„Op topniveau moet een trainer vooral een persoonlijkheid zijn”, vindt de 32-jarige Pool. „De spelers kunnen allemaal voetballen. Het is misschien wel de belangrijkste taak voor de trainer om als een soort psycholoog te zorgen dat de spelers een hechte groep vormen. Juist dan komen de prestaties. Ver­trouwen is belangrijk én de selec­tie moet een eenheid zijn. Dan kun je wedstrijden winnen.”

Radomski denkt terug aan zijn tijd in Friesland. In het hechte col­lectief schuilde volgens hem de kracht van het succesvolle SC Hee­renveen, niet op de laatste plaats dankzij de rol die trainer Foppe de Haan toentertijd vervulde. Met de Friezen plaatste Radomski zich in 2000 zelfs tot de Champions Lea­gue, vijf keer begon de middenvel­der als basisspeler in het belangrijk­ste clubtoernooi ter wereld.

„Foppe zorgde er altijd voor dat de selectie een échte groep was”, zegt Radomski. „Foppe zei ook steeds dat je met elkaar over méér dan al­leen voetbal moest praten. Toon ook eens interesse in elkaars privé­leven. Want als je elkaar begrijpt, kun je samen beter presteren. Vloet wijst nu ook op zulke zaken. Het zijn misschien details, maar ik denk dat juist zulke zaken het ver­schil kunnen maken.”

Radomski, die in een goed elftal als haast onzichtbare strateeg een belangrijke rol op het middenveld kan vervullen, hoopt dat de Nij­meegse ploeg onder Vloet straks weer het aanvalsspel kan laten zien van begin dit seizoen. De thuiszege op Heerenveen (4-1), waarin Radomski zelf goed was voor twee assists, leeft nog in de herinnering. „De trainer zegt dat we fouten moeten durven maken. Speel met lef. Zeker voor de jonge spelers is het belangrijk dat hij ze dat vertrouwen geeft.”

Hij trekt een vergelijking met de Poolse nationale ploeg. „Leo Been­hakker hamerde daar ook altijd op: durf te voetballen. Voordat hij kwam zeiden de bondscoaches juist keer op keer dat we geen fou­ten mochten maken. Spelers gin­gen zich daardoor verstoppen. Na­men geen risico.” De Nederlandse denkwijze bevalt hem. Hij is zelf door de jaren heen ook al behoorlijk ‘vernederlandst’, zeker op voetbalgebied. Als tiener toog Radomski al naar Veendam, waar hij als zestienjarig talent be­gon. „Het voelde na drie jaar in Oostenrijk ook wel een beetje als thuiskomen toen ik dankzij NEC weer in Nederland ging voetbal­len. Het leven in Oostenrijk was prachtig, maar het voetbal niet zo. Dat is erg fysiek. Ik moet het juist van de combinaties hebben. Ik wil een ploeg beter laten voetballen.”

Zijn contract met NEC loopt het lopende seizoen af. Hij heeft nog geen gesprekken gevoerd met de clubleiding. „Ik denk dat we in de winterstop wel een keer met el­kaar gaan praten”, oppert de in Malden woonachtige middenvel­der. „Ik weet zelf ook nog niet pre­cies wat ik wil. Heb er ook nog niet over nagedacht, ben er nog niet zo mee bezig.” Eerst maar eens het loodzware pro­gramma voor de winterstop afwer­ken. „Als je naar de tegenstanders kijkt, is het tot de winter overle­ven voor ons. Punten zijn nu cru­ciaal. Met Twente en daarna Ajax wachten moeilijke wedstrijden. Aan de andere kant: juist tegen die ploegen krijgen we ook ruimte om te voetballen.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.