Bas Sibum vindt zichzelf geen wondervoetballer. Toch is hij een belangrijke kracht bij NEC. Door hard te werken, geen domme dingen te doen maar ook door zich als een fatsoenlijk, sociaal mens te gedragen.
Zijn entree was verpletterend. Ruim een jaar geleden, op 20 januari 2008, maakte Bas Sibum zijn debuut bij NEC. De club verkeerde op dat moment in een diepe sportieve crisis, maar aan de hand van de uitblinkende en druk coachende Drentse middenvelder hield de ploeg van Mario Been die zondagmiddag Ajax op 1-1. Het betekende het startschot voor de meest succesvolle periode in de geschiedenis van de Nijmeegse club.
„Dat ik in het begin zo dominant leek, kwam vooral doordat ik nieuw was. Ik besef maar al te goed dat ik geen voetballer ben voor wie de mensen een seizoenkaart kopen. Je hebt spelers die de ene week een negen krijgen en de week erop een vier. Mijn pieken zijn wat minder hoog, maar ik zak ook niet zo gauw door een bepaalde ondergrens.”
Toch erkent Sibum dat hij sinds de jaarwisseling niet altijd het niveau heeft gehaald dat hem in 2008 tot een sleutelspeler maakte. „Het heeft alles te maken met het feit dat ik nooit echt fit ben geweest. Het begon met het trainingskamp in Spanje. Daar heb ik door een zware griep maar twee dagen mee kunnen trainen. Daardoor heb ik niet de conditionele bodem kunnen leggen voor de rest van het seizoen. Sterker nog: ik ging er fysiek op achteruit. En door het overvolle programma en twee hamstringblessures heb ik daarna niet de kans gehad om mijn achterstand bij te spijkeren.”
Bovendien heeft hij al een tijdje last van een heupblessure, waarvan de oorzaak niet duidelijk is. „ Het is een zware kneuzing binnen in de heupkom, niemand weet hoe die ontstaan is. Ik krijg medicatie en doe extra werk in het krachthonk. Langzamerhand word ik weer fitter. Toch krijg ik binnenkort een nieuwe mri- scan om te kijken hoe de blessure het best behandeld kan worden.”
Hoewel hij pas iets meer dan een jaar bij NEC zit, is Sibum nu al een echte clubman. „ Zoals de meeste jonge voetballers wilde ik vroeger zo hoog mogelijk spelen en zo veel mogelijk verdienen. Inmiddels vind ik het veel belangrijker om als mens gelukkig te zijn.
Daarom wil ik ook voetballen bij een club waar ik me thuis voel. Alleen dan kan ik optimaal presteren. Bij NEC hangt een familiaire sfeer. Ik vind het heerlijk om op het kantoor een praatje te gaan maken. Net als vroeger bij FC Twente. Die club is de laatste jaren helaas wat uit zijn voegen gebarsten. Het ‘ons kent ons’ is daar verdwenen.” Die hang naar gemoedelijkheid mag niet verward worden met een gebrek aan ambitie, benadrukt Sibum. „Een goede sfeer is belangrijk, maar presteren staat voorop.
Als dat niet meer het geval is, ben ik vertrokken.” De rechtermiddenvelder van NEC maakt zich met de rest van het team op voor een eindsprint die de club opnieuw een Europees ticket moet bezorgen. „Nog zeven wedstrijden, waarvan vijf thuis. Als wij de play-offs niet halen, doen we iets niet goed.” Maar dan moet NEC wel beter voor de dag komen dan zondag tegen ADO Den Haag, weet ook Sibum. „Klopt al moeten we er niet al te dramatisch over doen. Tegen Heerenveen en AZ hebben we wel goed gespeeld. Maar het is waar: als niet iedereen 100 procent geeft, zijn we niet goed genoeg. Iedereen moet inzien dat het halen van de play-offs voor NEC een echte prijs is. Als wij denken dat we het op onze slofjes kunnen doen, gaan we het niet redden.”
Sibum bestrijdt dat het naderende vertrek van Mario Been de oorzaak is van de tegenvallende resultaten en het gebrek aan onderlinge acceptatie. „ Ach, als het goed gaat, pik je meer van elkaar dan wanneer de resultaten tegenvallen.
Maar ik geloof er niets van dat het vertrek van de trainer een negatieve invloed heeft op de selectie. Waarom, hij is toch nog niet weg? Daarbij komt: ik voetbal primair voor mezelf en voor NEC. Ik wil ook volgend seizoen in de UEFA Cup spelen. Ik denk dat iedere speler er zo over denkt.” Wel heeft Sibum zich verbaasd over de ontsporingen waaraan sommige spelers zich dit seizoen bezondigden. „Ik weet wel, het is voor jonge jongens, die plotseling veel geld op hun bankrekening krijgen, niet altijd gemakkelijk om met beide benen op de grond te blijven staan. Tegelijkertijd kan ik niet begrijpen waarom iemand zich anders gedraagt als hij meer gaat verdienen. Het is een kwestie van opvoeding. Je moet nooit vergeten waar je vandaan komt.”
Bron: De Gelderlander