NEC-trainer ziet hoe zijn ploeterende ploeg wint van FC Utrecht
Hoe blij hij ook was met de drie punten tegen FC Utrecht, Mario Been was de eerste om toe te geven dat het verre van oogstrelend was geweest wat zijn pupillen hadden laten zien. „Het moest van onderuit de tenen komen”, zei de NEC-trainer. NEC veroverde gistermiddag in De Galgenwaard drie onbetaalbare punten. „Dit was een heel belangrijke wedstrijd voor ons”, legde de Rotterdammer uit. „Na de zware en teleurstellend verlopen wedstrijd tegen HSV moesten we weer een dag rust inbouwen om ze weer scherp te krijgen voor de volgende belangrijke wedstrijd.
Ik heb lang tegen ze aangepraat om ze te overtuigen van de noodzaak van een overwinning. Het was afhaken of bijblijven.’ Been legde uit dat hij zijn tactiek licht had aangepast. „We wilden het zo doen dat we in balbezit met twee spitsen ( Jhon van Beukering en Saïdi Ntibazonkiza) zouden komen te spelen. Eerlijk gezegd kwam daar weinig van terecht. We creëerden weinig en leden ontzettend veel balverlies. Dat had ook te maken met het slechte veld. In de rust heb ik tegen de spelers gezegd dat ze moesten blijven zoeken naar hun kansen. Maar ook in de tweede helft was het helemaal niks. Eigenlijk was het een wedstrijd die geen winnaar verdiende. Uiteindelijk hadden wij het geluk aan onze zijde. Ook doordat dat de keeper (Michel Vorm, red.) ons een handje helpt bij de vrije trap van Youssef El-Akchaoui. Normaal gesproken gaat zo’n bal er natuurlijk nooit in.”
Been was zeer te spreken over zijn invallers. „ Met name Rutger Worm viel enorm sterk in. Verbaasd? Nee hoor, ik weet dat hij heel goed kan voetballen. Maar ook Joël Tshibamba deed het uitstekend. Hij scoorde niet alleen, maar redde ook nog eens bij ons op de doellijn. Dat geeft aan dat hij begint te begrijpen wat er van hem verlangd wordt.” De terugkeer van Worm ( en ook van Mark Otten), geeft Been weer wat armslag voor de UEFA Cup-return tegen HSV. „Daar staat tegenover dat Bas Sibum weer last heeft gekregen van zijn hamstrings. Ik denk dat Hamburg problematisch voor hem wordt.”
Bron: De Gelderlander