NEC-trainer blikt liever niet terug op spelers die hem teleurstelden.
De teleurstelling droop van zijn gezicht na de uitschakeling van NEC in de KNVB beker. En over de moeizame voorbereiding wilde Mario Been het al helemaal niet meer hebben. Arek Radomski, Joël Tshibamba, Saïdi Ntibazonkiza, Moestafa El Kabir. Om uiteenlopende redenen hadden ze hem dermate teleurgesteld, dat hij een streep door hun namen had gezet voor de kwartfinale tegen Heerenveen. „Daar ga ik helemaal niet meer op in”, weigerde de NEC- trainer aanvankelijk iets te zeggen over de kwestie.
Been wilde alleen over de wedstrijd praten. Over de schitterende goal van Lasse Schöne. De veel te snelle gelijkmaker van Paulo Henrique. Het goede gevoel waarmee ze desondanks de kleedkamer uitgekomen waren. Over Dennis Rommedahl, die hem bevallen was. En over de tweede en derde goal van Heerenveen, die hij „ slecht verdedigd vond.”
En toen dat allemaal de revue was gepasseerd kwam hij toch even terug op de weigering van Arek Radomski om de rol van reserve te accepteren en de lakse houding van zijn jeugdspelers in de wedstrijd tegen Jong Feyenoord. „Wij hebben normen en waarden bij NEC. En die worden niet bepaald door de spelers. Wie daarin niet mee wil, daar heb ik het mee gehad.”
Carlos Aalbers had voor het vertrek naar Heerenveen nog een gesprek gehad met Radomski. Aan de andere kant van de tafel had een zwaar teleurgestelde voetballer gezeten. „Dat mag”, zei de technisch directeur van NEC. „Maar ik heb hem ook duidelijk gemaakt dat zijn gedrag niet acceptabel is. Deze week praten we nog een keer. Arek is een goede voetballer. Dat staat buiten kijf. Maar we hebben veel goede spelers. Die moeten zich allemaal als professionals gedragen. Daar ben ik heel duidelijk in. Mocht dat niet tot hem doordringen, zal- ie de consequenties moeten aanvaarden.”
Wat die zijn, daarover liet Aalbers zich niet uit. En eigenlijk wilde Been ook niks zeggen over supporters die op het internet de trainer van NEC plots laten vallen als een baksteen. „ Dat zegt meer over die mensen dan over mij”, haalde Been zijn schouders op. „Wat moet ik ermee. Ik heb hier drie fantastische jaren gehad. Maar mensen vergeten snel.” En dus blikte hij liever vooruit. Naar zijn laatste maanden in Nijmegen, voordat hij trainer wordt van Feyenoord. „Tot die tijd telt er maar één club voor mij: NEC. We spelen nog negen finales. Zes keer thuis. Er blijft nog steeds een prijs over: het bereiken van de play offs. De laatste kans om Europees voetbal te halen. Dat moet kunnen. Vanavond stond er tenslotte een echt team.”
Bron: De Gelderlander