Hij is wat knapper dan zijn vader, niettemin is de gelijkenis met vader Erik Langendijk, alias Schele Daan, opvallend. Net als bij zijn pa bevat het bloed van zoon Bram twee dominante bestanddelen: liefde voor NEC en gevoel voor commercie.
„NEC is mij met de paplepel ingegoten”, zegt Bram Langendijk (19) in een pauze van hetWout van Overdam- toernooi in Pijnacker.
„Mijn hele familie is verbonden met de club. Mijn vader als commercieel manager, mijn opa doet iets bij de amateurtak. In mijn pupillentijd voetbalde ik bij Beuningse Boys, toen ik een jaar of tien was ben ik naar NEC gegaan.”
Een paar jaar later kreeg kleine Bram te horen dat ze bij de voetbalschool van NEC geen toekomst in hem zagen. „ Ik kwam in een groeiperiode terecht. Tijdens zo’n groeistuip gaan je snelheid en wendbaarheid achteruit. Logisch, maar bij NEC dachten ze dat het nooit meer goed zou komen. Ik ben daarna een jaartje bij Quick gaan voetballen en vervolgens bij De Treffers terechtgekomen. Daar draaide ik een heel goed seizoen. Zo goed dat ik als A-junior naar RKCWaalwijk kon.”
„Ook bij de Brabantse club zette Langendijks progressie door. „Het ging zo goed dat ze mij wilden doorschuiven naar het beloftenelftal. Zo ver kwam het niet. Een paar dagen later speelden we tegen Helmond Sport. Ik kreeg de knie van een tegenstander in mijn dij. Het bovenbeen bleek gebroken. De dokter, die een pin in het bot moest aanbrengen, zei dat hij er nauwelijks doorheen kwam, zo hard was het bot. Maar er zat wel een breuk in. Lag ik er toch een maand of acht, negen uit.”
Dankzij zijn connecties in De Goffert kon Bram Langendijk bij NEC aan zijn revalidatie werken. Cees van der Linden (destijds eerste fysiotherapeut, red.) stelde een herstelprogramma voor mij op. De dagelijkse trainingen deed ik bij stagiairs, Cees en later ook Han Tijshen hielden het proces in de gaten.”
Bij de start van het afgelopen seizoen kon Langendijk weer aansluiten bij RKC. „Ik had wat tijd nodig om wedstrijdritme op te doen, maar rond de winterstop schoof ik alsnog door naar Jong RKC. In die periode staken ook de eerste geruchten over een fusie metWillem II de kop op. Uiteindelijk werd het beloftenelftal van RKC opgedoekt. Op een speler na moest iedereen weg.”
Tot zijn grote vreugde gaf NEC Bram Langendijk deze zomer een nieuwe kans. „CoachWim Rip heeft toegezegd dat ik een jaar de tijd krijg om te kijken of ik het niveau aankan. Ik ben er dolblij mee. Jong NEC heeft een fijne spelersgroep, de sfeer is prima. Veel jongens ken ik nog uit de jeugd, iedereen gunt mij deze kans. Naast het voetbal studeer ik twee dagen in de week aan het Johan Cruyff College. Dat is prima te combineren. Dus als het met profvoetbal uiteindelijk niet lukt, kan ik nog altijd in de voetsporen van mijn vader treden. Een commerciële functie bij NEC, dat zie ik in de toekomst best zitten.”
Bron: De Gelderlander