Het is vreemd, maar op de één of andere manier ben ik altijd het bokje als de hele familie bij elkaar zit. Ongevraagd en bijna tegen mijn wil word ik het lijdend voorwerp van mijn neefje en moet ik mee naar buiten om te voetballen. Van alle mensen die aanwezig zijn ben ik net die ene die weer mee moet en onder het geluid van geniepig gegrinnik van de rest van de familie onderga ik met frisse tegenzin mijn lot. Na een korte wandeling met in mijn ene hand de kleine hand van mijn neefje en in de andere hand een voor de kleine eigenlijk nog veel te grote leren bal bereiken we ons doel: ’t weitje.
Nee ’t weitje is niet zomaar een trapveldje. Het was De Goffert onder de trapveldjes. Hier werden nog eens wedstrijden gespeeld enkele tientallen jaren geleden en vol trots kan ik zeggen dat ik die gouden tijd van ’t weitje heb meegemaakt. De regels waren zo duidelijk als wat: Iedereen tussen 8 en 18 mocht meedoen, na een toss werden om de beurt de teams gekozen (als laatste de slechtste spelers natuurlijk) en iedereen was een speler van NEC. De ideale positie in het veld was spits en daar wilde natuurlijk iedereen staan. Dan was je dus Fransje Janssen of Henk Grim. Verdedigen was minder leuk, maar die persoon werd dan toch overgehaald, omdat hij dan Toontje Willemse mocht zijn en ja, als je Toontje was, dan was je wat. Stond je aan de buitenkant, dan was je Danny Hoekman en Vievermans , Mommertz en De Groot waren de eretitels voor de goede middenvelders. Aan helden absoluut geen gebrek.
Vandaag geen veld vol met helden, ’t weitje was nu het domein van ons tweetjes. Kijkend naar de nog beperkte maar goed bedoelde voetbalkwaliteiten van de kleine vraag ik me af wie nu zijn helden kunnen zijn. Davids natuurlijk als middenvelder, Bjorn de spits, Worm misschien als Nijmeegse jongen, Zomer of Potje zouden de Sije Visser en Toontje Willemse van nu kunnen zijn en Babos natuurlijk. Maar voor de rest is de spoeling helden vrij dun. Wellenberg heeft nog te weinig gespeeld voor een heldenrol, Van Eijden is nog geen Sije of Toontje, El Ak misschien, maar dat Feyenoord geflirt is niet echt fijn geweest, Fejzullahu kan hij nog niet uitspreken, Radomski en El Kabir zijn kennelijk lastige jongens en helden willen natuurlijk altijd spelen voor hun club, al krijgen ze geen stuiver, dus ook onze rechtsbuiten valt af.
Tja, das andere koek dan Fransje Janssen, die tussen de trainingen door ook nog op het dak stond te werken. Daar zijn al die jongens van tegenwoordig maar verwende jongens bij. Al veel te snel veel teveel geld, die foeilijke gekleurde schoentjes ook nog erbij en geen simpel bloesje en een simpele spijkerbroek, maar de duurste merkkleding. Om nog maar te zwijgen van al die hippe gadgets en dat onbegrijpelijke gangsta style getwitter. Hoe kan die kleine zich daar nog ooit mee identificeren vraag ik me af. Mijn held van toen werkte bij de CVD als vuilnisman, oke, dat was dan weer het compleet andere uiterste, maar toch.
Eerlijk is eerlijk, in het huidige moderne voetbal zouden de helden van toen de lastige jongens van nu zijn geweest. Ze zouden worden uitgekotst vanwege hun gedrag. Fransje Janssen rookte als een ketter, tegenwoordig zou dat het toppunt van onprofessioneel gedrag zijn. En weegschalen en vetpercentages waren net als gekleurde voetbalschoenen een onbekend tafereel in de Goffert, anders zou ook Henkie Grim, met name in z’n tweede periode bij NEC, de El Kabir van nu zijn geweest. Het schijnt ook slecht te zijn om koolzuur te nuttigen na een wedstrijd in verband met het herstel. Om nog maar te zwijgen van bier drinken na een wedstrijd, want dat is zelfs iets waar je volgens menig persvoorlichter bij een club niet eens meer over mag praten. Nou, die bubbels en die schuimkragen waren na een wedstrijd toen echter net zo normaal als het uitgebalanceerde dieet nu. En waar trainers (Mario Been voorop!) tegenwoordig roepen “pak je rust” daar kon Fransje op het dak in die tijd alleen maar van dromen.
Het voetbal vraagt andere spelers, de druk is groter, de eisen zwaarder. De jongens van de straat moeten mee in het keurslijf van regels, discipline en gezag of ze komen weer terecht op diezelfde straat waar ze vandaan komen, op hetzelfde trapveldje. Het is helaas niet meer mogelijk om door de week aan te klooien, zolang je er in het weekend maar staat. Die tijden zijn al lang voorbij.
Zouden jongens als Tshibamba, El Kabir en Radomski dan helden zijn geweest als ze in de gouden tijden van ’t weitje als contractspeler hadden gespeeld voor onze club? Held, een woord dat natuurlijk zo subjectief als wat is, met bijpassende subjectieve functie-eisen, maar de functie-eis “strikt naleven van regels” lijkt mij niet een vereiste om die eretitel te krijgen. In essentie denk ik dat er maar weinig verschil zat tussen de spelers op ’t weitje en de helden die ze wilden zijn. Je moest een trotse NEC-er zijn en er vol voor willen gaan. Kijk en dat maakt meteen duidelijk waarom een Fransje, een Toontje en een Henkie de heldenstatus hadden en hebben. Je kon ze nooit verwijten dat ze niet vol voor de club gingen.
Soms vraag ik me echt af of alle spelers in de huidige selectie wel vol voor de club willen gaan. Bepaalde spelers zien een club alleen maar als een tussenstation, om het vervolgens bij andere clubs door diezelfde belabberde mentaliteit ook niet te redden. NEC is nooit een tussenstation op het moment dat je er speelt. Of iets een tussenstation is geweest kun je pas achteraf bepalen. Iedere dag moet je beseffen dat jij als individu deel uit maakt van het team en daarmee van de club, waar je alles voor moet geven. Ambities en dromen zijn niet verkeerd. Als je bij NEC zit en je ambitie is Premier League halen prima, maar gedraag je bij onze club niet alsof je bij een tussenstation zit op weg naar die Premier League en dat je daarom de kantjes er wel van af kunt lopen. Als al die lastige jongens die wij tegenwoordig in de selectie schijnen te hebben gaan beseffen dat het om de eigen club gaat en niet om het eigen ego, dan komt het wel goed, dan worden het vanzelf helden, zelfs op ’t weitje.
Als echte prof moet je leven als een prof, maar een voorbeeldprof is wat anders dan een held. Als Vleminckx en Potje een biertje willen drinken na de wedstrijd, laat ze lekker. Zolang ze er op het (trainings)veld maar staan en niet de Theo Janssen uit gaan hangen door als een bezopen vechtarend achter het stuur te kruipen. En hoewel het niet professioneel is, raak ik niet meteen in de stress als een speler een keer te zwaar is. Dan meteen gaan roepen dat de mentaliteit slecht is en dat ze niet geschikt zijn als prof, vind ik allemaal wat overdreven. Ja natuurlijk, als een speler iets te zwaar is, dan overtreedt hij de regels. Ik raak pas in de stress als een speler vaker te zwaar is en/of ook op andere terreinen laat zien dat hij niet vol voor de club wil gaan, dan overtreedt hij namelijk de regels aller regels en dan rot hij maar op! En als dat ook het uitgangspunt van de club zou zijn, zouden een aantal jonge spelers nu hun spullen kunnen pakken. Is dat kapitaalvernietiging? Tja misschien, maar de enige die echt aan kapitaalvernietiging doen zijn die spelers zelf.
Gelukkig, de kleine is ondertussen moe geworden en verlangt naar wat koolzuur om te herstellen van de inspanningen. Onderweg naar huis vraag ik het toch: wie vind jij de beste speler bij NEC? “Die met die lange zwarte haren die zo hard kan rennen.” Glimlachend bedenk ik me hoe goed die keuze is. Davids is immers een held. De kleine gaat verder: “Hij had laatst ook van die mooie blauwe schoenen.” Shit…dat dan weer wel.
Sjaak