Toen hij na de wedstrijd tegen Sparta zijn mobieltje pakte, zag Ramon Zomer direct dat hij een bericht had. „Sms’je van een vriend: ‘Je hebt in elk geval gescoord’.” Flauwe grijns. „Is die tweede goal van Sparta echt op mijn naam gekomen?”, vroeg de centrale verdediger van NEC.
Niet dus. Het tweede en laatste doelpunt van Sparta kwam officieel op naam van Erik Falkenburg, maar waarschijnlijk was het schot een prooi voor Gábor Babos geworden als Zomer de bal niet van richting veranderd had. „Ik denk niet dat ik er veel aan kon doen. Dit kan gebeuren als je je in de baan van een schot werpt.”
Maar na die 2-0 was de wedstrijd wel gespeeld. „Voor ons was dat de genadeklap. Had ik niet meer het idee dat we nog terug zouden komen.” Zonde, wist Zomer. „ Als iemand voor rust op voorsprong had moeten komen, waren wij dat. Maar hun eerste schot op goal was gelijk een doelpunt. Ik weet het. Hoe wij het laatste half uur speelden. Daar wordt niemand vrolijk van. Maar in de eerste helft stond het echt goed. Daar kijk ik in elk geval positief op terug. En de fans ook, hoop ik. Zaterdag thuis tegen RKC. Die moet je winnen, maar zo gemakkelijk gaat dat niet. We hebben hun steun bikkelhard nodig.”
Bron: De Gelderlander