Moestaf El Kabir krijgt onder de nieuwe trainer van NEC, Dwight Lodeweges, een nieuwe kans. Vorig seizoen werd de voetballers door Mario Been nog uit de selectie gezet. El Kabir beseft dat het dit keer anders moet.
Ruim drie maanden geleden was voor Mario Been de maat vol. Zwaaiend met het lesboek ‘ Voetballen is een vak’ zette de toenmalige trainer van NEC Moestaf El Kabir ( 21) uit zijn selectie. De Rotterdammer gaf hem een dikke onvoldoende. Onder de nieuwe coach Dwight Lodeweges keerde de jonge aanvaller zaterdag, in de met 1-0 gewonnen oefenwedstrijd tegen de amateurs van NEC, terug in het keurkorps.
Voor de geboren Canadees begint elke speler weer op nul. Een lager punt kun je niet krijgen, maar de voormalige banneling was er dit keer blij mee. ,, De trainer is heel duidelijk geweest. Hij wil aanvallend gaan spelen, met buitenspelers aan de zijlijn. Daar liggen mijn kansen,” zei de Marokkaan die op de linkerflank speelde en net als alle anderen één helft de gelegenheid kreeg om zijn kunsten te vertonen.
Op het kletsnatte, maar perfecte nieuwe kunstgrasveld van De Eendracht kwamen de profs voor rust tot een aanvaardbaar niveau om het in de tweede helft helemaal te laten lopen. Daardoor bleef het bij de openingsgoal van de nieuwe spits Björn Vleminckx, die de bal al na tien minuten uit een voorzet van Saïdi Ntibazonkiza binnenliep.
Voor El Kabir telde echter dat hij er weer bij was. ,,Ik heb eens goed in de spiegel gekeken. Normaal doe ik dat niet zo snel. Heb ik moeite mee. Maar het werd tijd. De trainer had me uit de selectie gezet. Ik heb het geaccepteerd. Die knop omgedraaid en ben gaan werken aan die andere doelstelling: tien goals bij het tweede. Dat is me gelukt. Ik werd er zelfs topscorer mee. Nu wil ik gaan scoren in het eerste. Dat moet een keer lukken. Daar heb ik alle vertrouwen in.”
Omdat hij besefte dat het anders moest – El Kabir worstelde vorig seizoen bijvoorbeeld met een te hoog vetpercentage – gooide hij deze zomer niet alleen de zwembroek, maar ook de loopschoenen in zijn koffer. Samen met ploeggenoot Rutger Worm ging hij op vakantie naar de Dominicaanse Republiek. ,,Elke ochtend hardlopen.
Om 08.00 uur stonden we al op het strand. Je kunt wel tot 11.00 uur in je nest blijven liggen, maar dan heb je toch niks meer aan de rest van de dag. Mentaal vond ik het zwaar. Drie keer tien minuten. Vier keer tien minuten. Het zat vooral tussen mijn oren. Maar ik ben blij dat we het gedaan hebben. De eerste looptesten bij NEC. Man, fluitend. We scoorden volop punten.” Toch moest hij even slikken toen hij na zijn verbanning voor het eerst weer de kleedkamer van de selectie betrad. ,,Op mijn plaats hing het shirt met nummer 21. Het zal toch niet, dacht ik nog. Bleek dat 21 mijn nieuwe rugnummer was. Ik had eerst 35. Niks speciaals of zo. Dat lag klaar toen ik bij Jong NEC kwam. 21 vind ik een mooi nummer. Was vorig seizoen nog van Dani Fernandez. Maar verder heb ik er niks mee, hoor.’’
Nu hij weer bij de selectie zit, kreeg hij van iedereen adviezen. ,,Ik geloof dat er wel duizend man bij me geweest zijn. ‘Kom op Moes, zorg dat je er bij blijft Moes, scoren Moes.’ Niet een keer had ik zoiets van: laat me even met rust. Het was allemaal goed bedoeld. En ik heb me ook voorgenomen niet opnieuw in de fout te gaan. Ik heb een gesprek gehad met de trainer gehad. We hebben gesproken over een nieuwe start. De kop is er af. Ik ben hartstikke fit. Gelukkig niet geblesseerd. Ik ga er helemaal voor.’’
Bron: De Gelderlander