Bijna vijf weken na zijn hartstilstand krabbelen Ron Groot en zijn vrouw Nicole voorzichtig overeind. De NEC-trainer revalideert, zij zit nog in een film.
Toen Ron de Groot nog aan de hartbewaking lag, deed Nicole er een uur over om zijn kamer te bereiken. „Werkelijk iedereen in het ziekenhuis klampte me aan”, zegt de vrouw van de assistent-trainer van NEC, die op maandag 12 oktober getroffen werd door een hartstilstand. Omdat het bezoek soms met de benen buiten hing, namen de verpleegkundigen al na één dag een drastisch besluit: alleen directe familie mocht nog bij de patiënt. Prompt werd ook de complete technische staf van NEC weggestuurd. „Stonden Dwight Lodeweges, Wilfried Brookhuis en Wim Rip voor de deur. Maar ze mochten niet naar binnen.” Haar man steekt een hand in de lucht. „Dat had ik gezegd, hè. Die drie even niet.” Brede grijns waardoor zijn ogen verworden tot die karakteristieke spleetjes.
‘Bikkeltje’ noemden ze hem vroeger toen hij nog bij NEC voetbalde. „Die naam doet hij nu alle eer aan”, weet Nicole. Want laten we niet vergeten dat hij er bijna niet meer geweest was. „Ik heb ongelooflijk veel geluk gehad”, zegt De Groot. Nu pas herkennen ze de signalen die zijn lichaam in een eerder stadium al afgaf. „Ron klaagde de laatste tijd wel eens. ‘Joh, je wordt oud. Ga eens vroeger naar bed’, zei ik dan.” Ze lacht. Een beetje besmuikt. Maar zelf had hij het ook niet in de gaten. „Die maandag had ik nog meegedaan in een partijspel twee tegen een. Voelde ik me wel kortademig. Na het douchen wilde ik het liefst even gaan liggen. Heb ik me toch aangekleed. Bovenaan de trap ging het mis. Alles begon te draaien. Zakte ik zo in elkaar.”
Kom bij De Groot niet aan met ‘het leven dat als in een film aan je voorbij trekt’ of ‘dat felle licht aan het eind van die tunnel’. „Alles werd alleen maar zwart.” Zijn leven heeft hij te danken aan het snelle ingrijpen van de fysiotherapeuten Han Tijshen en Michel de Gruyter. „Die jongens verdienen echt een pluim”, zegt Nicole uit de grond van haar hart. In het ziekenhuis zagen ze op de monitor de veroorzaker van alle ellende. „Een klein leidinkje precies naast het hart. In de bocht was-ie plat”, had De Groot geconstateerd.
Nicole: „Het leek wel een geplette regenworm.” De operatie volgde hij ook al rechtstreeks op de ‘televisie’. „Ze gingen via mijn lies naar binnen. Ik zag dat draadje zo naar mijn hart gaan. ‘Dat doe je goed’, zei ik nog tegen die dokter. In een bochtje hebben ze twee stents geplaatst. Twintig minuten. Langer duurde het niet.”
Vier dagen na zijn hartstilstand legde De Groot een geslaagde fietstest af en mocht hij naar huis. „Dat vond ik een akelig idee”, zegt zijn vrouw eerlijk. „Stel dat er iets met hem gebeurde. Ik zou niet weten wat ik moest doen.” Ze is vast van plan een cursus te gaan volgen. „Maar nu even niet. Ik zit nog in een film. Alles is anders. Ik heb er veel verdriet van.” De blik van Ron is warm. „Nicole heeft er meer last van dan ik. Iedereen klampt haar aan.” Boodschappen doet ze bij voorkeur om acht uur ’s morgens. „Anders ben ik echt twee uur en een kwartier onderweg.” Ze ontwaarde al een oudere supporter onder hun raam. „Die probeerde een glimp van Ron op te vangen. Bram en Daan (hun twee zoontjes, red) schrokken zich rot.”
Twee weken geleden sloeg de schrik ook bij de ouders om het hart. In de nacht nadat Dwight Lodeweges was opgestapt bij NEC, kreeg De Groot het benauwd. „Ik werd heel vroeg in de ochtend wakker. Voelde een tinteling in mijn arm”, vertelt Ron. Tien minuten later zat hij naast Nicole in de auto. „Ik reed als een idioot over de St. Anna. Om kwart over zes springen alle stoplichten op groen, heb ik gemerkt.”
In het ziekenhuis kreeg ze een standje. „Dit mocht ik nooit meer doen. Als er weer iets is, moet ik 112 bellen.” De Groot bleef de hele dag in het ziekenhuis. „Maar ze hebben niks gevonden. Loos alarm.” Lodeweges neemt hij niets kwalijk. „Ik weet hoe het werkt in de voetballerij”, klinkt de assistent neutraal. Nicole is uitgesprokener. „Ik vond het een beroerde timing”, zegt ze oprecht.
Vorige week waren ze bij NEC-RKC. Voor beiden was het een rare gewaarwording. „Ik had nog nooit een thuiswedstrijd vanuit een sponsorbox bekeken”, zegt Ron. „En ik had nog nooit naast hem gezeten”, weet Nicole. Ze keek meer naar hem dan naar het veld. „Gaat het wel goed, Ron, vroeg ik af en toe.” En dan knikte haar man. „Maar ik voelde wel mijn hartslag omhoog gaan. Je leeft je in. Net als de spelers voel je de druk van buitenaf.” Omdat woedende supporters bij de hoofdingang stonden, verlieten ze het stadion via de gracht. „Arm in arm, ‘bullekes’ naar beneden. Er was één supporter die ons herkende”, zegt Nicole.
Langzaam pakken ze hun leven weer op. „Ik mag gelukkig weer autorijden”, zegt Ron. „Dat scheelt voor Nicole ook een hoop.” Drie keer per week revalideert hij in Dekkerswald. „Vanaf januari kan ik weer dingen bij NEC oppakken. En verder moet ik goed naar mijn lichaam leren luisteren.” En ja, natuurlijk was Mario Been ook nog bij ze thuis geweest. Nicole: „Komt-ie binnen en het eerste wat hij tegen Ron zegt: ‘moet je zó hard werken bij die nieuwe trainer?’ We hebben heerlijk gelachen. Want laten we dat vooral blijven doen, hè Ron.” En De Groot knikt. Dankbaar.
Bron: De Gelderlander