Vandaag in de Gelderlander
Genieten, elke dag, met volle teugen
Patrick Pothuizen wil best teammanager bij NEC worden.
Hij is bijna twee keer zo oud als sommige medespelers, maar dat merk je eigenlijk nergens aan. Patrick Pothuizen kleunt er op de training in Marbella nog net zo stevig in als toen hij twintig was en in de spelersbus heeft hij nog altijd het hoogste woord. „Ik weet dat het bijna afgelopen is. Nog een half jaar, misschien nog iets langer. Voorlopig geniet ik van dit leven. Lekker met je lichaam bezig zijn, in de kleedkamer ouwehoeren met de jongens. Misschien hou ik het daarom wel zo lang vol.” „Wat ik ga doen als het echt is afgelopen, weet ik nu nog niet. Natuurlijk heb ik er wel eens over nagedacht. Misschien ga ik wel een poosje bij de amateurs voetballen. En ik zou best in een of andere functie bij NEC betrokken willen blijven. Als scout of als teammanager. Ton Spaan doet dat werk al heel lang en hij wordt ook al 65. Als ze mij benaderen, doe ik het meteen. Ik vind het leuk om dingetjes te regelen, dat doe ik nu ook al voor sommige spelers.”
In zijn bijna twintig jaar omspannende carrière heeft Pothuizen een hoop trainingskampen meegemaakt. „Het is geloof ik de derde keer dat ik in Marbella ben. En op Gran Canaria en Cyprus ben ik ook al meerdere keren geweest. Daarom vond ik het wel leuk dat we van de zomer naar de Antillen gingen. Was alleen een klere-eind vliegen. En daar ben ik niet zo dol op. Sinds de geboorte van mijn kinderen heb ik last van vliegangst. Als dat ding eenmaal in de lucht hangt, gaat het wel, maar bij het opstijgen doe ik het in m’n broek.”
„Tijdens de eerste trainingskampen, eind jaren negentig, ging het er een stuk losser aan toe dan tegenwoordig. „In die tijd gingen Jack de Gier, Marcel Koning en ik rustig vijf, zes avonden de hort op. Dat is nu ondenkbaar. Alles is professioneler geworden. Er wordt veel meer nadruk gelegd op fitheid, op gezonde voeding, sponsors hebben meer invloed gekregen. En het verschil met de top is intussen veel kleiner geworden. Ik heb nog met Carlos Aalbers samengespeeld. In die tijd wist je van tevoren dat je met een nulletje of vijf, zes ging verliezen als je tegen Ajax voetbalde. Dat is nu echt niet meer zo. Ajax is niet meer zo superieur, maar de rest ik ook een stuk beter geworden.”
De krachtpatser uit Culemborg is gezegend met het lichaam van een betonvlechter. „ Sommige jongens hebben dat van nature. Peter Wisgerhof en Collins John hebben ook die kracht. En Beukie natuurlijk. Toen ik bij Twente zat, woog ik zo’n 85 kilo, tegenwoordig een paar kilootjes meer. Maar ik zit de laatste jaren regelmatig in het krachthonk, om voor mezelf te trainen.” „Het is ook wel een kwestie van mentaliteit. Mensen vragen me wel eens hoe ik het op mijn 36e nog kan opbrengen om elke week met Jong NEC mee te doen. Het is inderdaad niet altijd even leuk om op maandagavond op een bijveld te staan ballen. Maar als ik eenmaal op het veld sta, wil ik ook winnen. Ik ben geen type dat er met de pet naar gooit, ik geef altijd vol gas. „Het afgelopen half jaar heb ik weinig gespeeld in het eerste. Dat is de laatste jaren steeds zo geweest. Voor de winterstop op de bank, daarna veel speeltijd. Misschien gebeurt dat nu wel weer. Mark Otten is nog niet fit en je weet nooit wat er met Peter Wisgerhof gebeurt.
Ik ken mijn plaats. Maar als de trainer me nodig heeft, sta ik er. Desnoods in de spits. Zoals vorig jaar tegen Sparta. Ik kwam er in de 78e minuut in, scoorde tweemaal en kreeg vervolgens een publiekswissel. Ik krijg nog kippenvel als ik er aan terugdenk. Stiekem hoop ik dat ik nog een paar wedstrijden mee kan doen. Ik sta nu op 241 eredivisiewedstrijden voor NEC, het zou fantastisch zijn als ik bij dat cluppie van 250 kan komen.”
Het zou voor Pothuizen de kroon zijn op een carrière waarop hij met veel genoegen kan terugkijken. „Die wedstrijd tegen Sparta was een hoogtepunt, net als de bekerwinst met FC Twente. Ik heb in totaal drie bekerfinales gespeeld en toch ook mooi acht Europese wedstrijden meegepikt. Vier met Vitesse, drie met Twente en met NEC tegen Dinamo Boekarest. En geen enkele keer verloren, hè.” Alsof hij tegen Mario Been wil zeggen: ‘ Vergeet Potje niet als we tegen HSV gaan spelen’.