Gentenaar mist de wedstrijdspanning
Morgen is het NEC – Ajax. Dat betekent de terugkeer van Dennis Gentenaar in De Goffert. Op de tribune dan, want bij de Amsterdammers zit de oud- doelman van de Nijmegenaren op een dood spoor.
Hij moet even nadenken. Zijn laatste wedstrijd? „Vorig jaar november uit tegen Katwijk”, zegt Dennis Gentenaar (33). „ Ik was eindelijk verlost van mijn rugproblemen. Een oefenpotje op een dinsdagavond. Je kent dat wel. Slecht licht, schrale wind recht over het veld en een laagje zand op het gras. Van de selectie speelden Sno, Leonardo, Schilder en Sulejmani mee. De rest kwam uit Jong Ajax en de A-jeugd. We wonnen met 2-0.”
Daarna vulde Gentenaar zijn dagen met trainen. Doordeweeks met de selectie en zondags met Jong Ajax. De ene keer op het veld. Dan weer in het krachthonk. „En voor de rest niks”, klinkt het eenvoudig. „Gewoon trainen. Klaar.”
Tien seizoenen stond hij onder contract bij NEC. In zijn laatste drie jaren stonden er steevast 34 competitiewedstrijden achter zijn naam. Hij brak in 2003 het clubrecord door 642 minuten zijn doel schoon te houden. En nu is hij derde keeper van Ajax, omdat hij een paar maanden geleden een fikse onenigheid met Marco van Basten kreeg. De coach had hem en derde keeper Kenneth Vermeer uitgenodigd op kantoor en liet beide doelmannen weten dat hij ze om en om zou laten spelen bij Jong Ajax.
Daarna zou hij opnieuw bepalen wie er tweede man achter Maarten Stekelenburg zou worden. „Ik vroeg nog of het zou uitmaken als ik iets zou zeggen op dit besluit. Nee dus. Heb ik verder mijn mond gehouden. Ajax ging vervolgens voor de UEFA Cup naar Servië. Ik mocht niet mee. Trainde die week bij Jong Ajax. Werd ik aangeschoten door een verslaggever van Het Parool. Ik zeg eerlijk, er speelde ook iets in de privésfeer. Maar plots kon het me even niet schelen. Ik vertelde dat Ajax geen vaste tweede keeper had. Dat Van Basten wilde rouleren. En noemde dat amateuristisch.”
Sindsdien is de rol van Gentenaar bij Ajax uitgespeeld. De doelman staat nog steeds achter zijn woorden. Tussen hem en de legendarische voetballer komt het ook nooit meer goed. „Ik hoop op een tussentijdse transfer naar Sparta. Die club wil me graag hebben. Maar Ajax werkt nog niet mee nu ze Hans Vonk naar Heerenveen hebben laten gaan. Pas als blijkt dat Sergio Padt geschikt is als derde keeper mag ik weg. De tijd begint te dringen. Lukt het niet voor 1 februari, zit ik tot 30 juni bij Ajax. Dan loopt mijn contract af.”
Hij hunkert naar het gevoel dat hij al zo lang moet missen. „Wedstrijdspanning”, zegt de Nijmegenaar. „ Dat begon bij mij al op zaterdag. Moest je niet de verkeerde dingen tegen me zeggen. Ik ben het kwijt. Speelt Ajax op zondag thuis, train ik eerst met Jong Ajax en zit daarna bij het eerste op de tribune. Altijd naast Dennis Rommedahl. Heeft ook geen rol meer bij Ajax. NEC heeft belangstelling, hè. Zou een goede club voor hem zijn.”
Vier jaar geleden vertrok Gentenaar bij de Nijmegenaren. Na tien jaar trouwe dienst. En kon nog wel een contract tekenen waarbij hij zijn salaris zelf mocht invullen. „Dat verhaal wil ik nu wel eens ontzenuwen” zegt de doelman. „In januari kwam NEC met een nieuwe aanbieding. Boden ze me een jaarsalaris van 270.000 euro. Ik geef gelijk toe: heel veel geld. Maar er waren jongens als Niedzielan. Die verdienden drie keer zoveel! Heb ik daar tien jaar voor lopen buffelen, dacht ik. Daarom wilde ik weg. En misschien was ik ook wel toe aan iets anders.”
Toen het definitieve afscheid naderbij kwam, grepen hoofdsponsor Frans Hendriks en de grootste geldschieter van dat moment, Marcel Boekhoorn, in. „Na de thuiswedstrijd tegen Feyenoord nam Frans me mee naar Marcel. Ze wilden wat geld erbij doen.” Hij kijkt even naar zijn vrouw. „Hebben we toch even getwijfeld, hè Marisa.” Logisch ook. Marisa (33) en Dennis zijn geboren Nijmegenaren. NEC was toch hun club. „Maar uiteindelijk hebben we toch de knoop doorgehakt. We gingen iets anders proberen.”
Niet veel later tekende hij voor een jaar als tweede doelman van Borussia Dortmund. „Fantastische ervaring. Elke thuiswedstrijd 82.000 mensen in dat stadion. Ik keepte toch nog tien wedstrijden in de bundesliga. En aan het eind van het seizoen kon ik zo bijtekenen.”
Maar toen kwam Ajax. „Een club die elk jaar gaat voor het kampioenschap. Waar je Champions League kunt spelen. Prijzen winnen. Daar gaat het toch om?” Hij slaagde in zijn eerste jaar bijna. „Tot die laatste krankzinnige zondag. AZ zou kampioen worden tegen Excelsior, maar verloor. En toen kwamen wij één doelpunt tekort om PSV van de titel af te houden. Eén doelpunt op een heel seizoen. Ongelooflijk.”
Maar dat is verleden tijd. Nu de toekomst. „Marisa wordt er wel eens nerveus van. Dat je niet weet wat die brengt. Een ding is zeker. We blijven voorlopig in Ouderkerk aan de Amstel wonen. We hebben het hier naar onze zin en de kinderen gaan er naar school.” Twee zoons hebben ze. Dayen van zeven en Jayden van zes. „De oudste is voor Ajax. Spreekt ook Amsterdams. En is helemaal Klaas-Jan Huntelaar. De jongste niet. Die heeft een poster van Maarten Stekelenburg op zijn kamer hangen…”
Morgen zijn ze allemaal terug in Nijmegen. Bij NEC – Ajax. Het is de enige wedstrijd van de Amsterdammers die ook door pa Gentenaar bezocht wordt. „Mijn vader is voor Feyenoord. Die komt nooit in de Arena”, weet Dennis. „Ik verwacht een leuke, aantrekkelijke wedstrijd. NEC wil altijd voetballen en thuis kunnen ze van iedereen winnen. Maar wij zullen natuurlijk hetzelfde proberen.”
Zonder hem, want Gentenaar zit anoniem op de tribune. Niet lang meer. „Ik ben niet bang dat clubs me vergeten zijn”, klinkt het vol vertrouwen. „Daarvoor geloof ik teveel in mezelf.”
Bron: De Gelderlander