Goffert niet enige plek voor topsport

Ronald Aalders heeft nog veel vragen over de plannen om bij het Goffertstadion een aantal topsporthallen te realiseren met bijbehorende voorzieningen, zoals medi­sche faciliteiten, kantoren voor sportbestuurders en een horecacomplex.

Aan een Huis van de Topsport in het Gof­fertpark kleven wel degelijk nadelen. Het stadion ligt midden in een park en is, in ieder geval op dit moment, slecht bereikbaar met het openbaar vervoer. Bovendien zijn er nu al flinke problemen met het parkeren rond het stadion, om­dat daar in het park geen ruimte voor is. Extra activiteiten zetten extra druk op de rustige, beboste zijde van het Goffertpark. De hui­dige Jan Massinkhal zal zijn func­tie verliezen en zal worden ge­sloopt.

Voor het bezoek aan het Huis van de Topsport moeten we twee situa­ties onderscheiden. Het bezoek tij­dens evenementen, zoals de thuis­wedstrijden van NEC. Dan trek­ken veel mensen naar de Goffert. Daarnaast moeten we kijken naar het aantal mensen dat op deze lo­catie komt te werken. Dat aantal zal zeker groeien. Door de week zal de druk dus toenemen.

Het Goffertstadion ligt zo’n 1.000 meter van het toekomstige station Winkelsteegh. Daarmee valt het nog binnen het gebied dat de NS als een acceptabele loopafstand ziet. Maar het spreekt voor zich dat een locatie dichter bij het sta­tion, bijvoorbeeld de Jan Massink­hal, veel gunstiger ligt. Een Huis van de Topsport op de locatie Winkelsteegh kan een impuls bete­kenen voor de ontwikkeling van het station op deze plek. Een Huis van de Topsport bij het NEC- sta­dion ligt te veraf om een echte im­puls voor dit stationgebied te zijn.

Tussen het stadion en het toekom­stig stationWinkelsteegh ligt een relatief rustig deel van het Goffert­park. Het is een gedeelte met een boskarakter. De verbindingslijnen tussen het station en het stadion zullen druk leggen op dit gebied. Niet alleen vanwege de mensen­massa, maar ook omdat er vanwe­ge de veiligheid meer verlichting moet komen. Daarbij komt dat de open weide aan de Ien Daleslaan (naast de boerderij) in beeld is als toekomstige parkeerlocatie. Daar­mee dreigt een mooie plek in het park te verdwijnen.

Tel daarbij op dat voor de nieuw­bouw in ieder geval bomen moe­ten sneuvelen. Dat er een duur­zaam gebouw komt, dat goed past binnen het park en het park (en zijn functies) mogelijk zal verster­ken, is daarbij een positief punt. Maar het blijft de vraag of dit het verlies aan natuur kan compense­ren of dat het niet meer is dan heel duur ‘schaamgroen’.

Ondertussen wordt onderzocht of het stadion kan worden ontsloten voor het openbaar vervoer, in dit geval de stadsbus. Als we er vanuit gaan dat daar geen extra geld voor is, zal dit leiden tot een versobe­ring van het lijnennet elders in de stad. Een bus kan immers maar op één plaats tegelijk rijden. Als we dit vergelijken met de Jan Massink­hal zien we dat deze locatie nu al is ontsloten met doorgaande buslij­nen, zodat deze locatie zowel van­uit Dukenburg als vanuit de stad bereikbaar is.

Voor het parkeren ten behoeve van het Huis van de Topsport wil de gemeente gebruik blijven ma­ken van de parkeervoorzieningen op het bedrijventerreinWinkel­steegh. Ten opzichte van deze loca­ties ligt de Jan Massinkhal ook weer veel gunstiger dan het sta­dion. Bovendien is deze plek via de Graafseweg en Neerbossche­weg goed bereikbaar voor verkeer van buiten Nijmegen, zonder dat er daardoor veel overlast ontstaat in woonwijken.

Tenslotte: mocht het project wor­den uitgevoerd, dan wordt de Jan Massinkhal gesloopt. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid is sloop en nieuwbouw altijd een slechte optie. Ook hier ontbreekt vooralsnog een goede onderbou­wing.

Het is dus de vraag in hoeverre het mogelijk is de locatie Jan Massink­hal in te zetten bij de realisatie van het Huis van de Topsport. Moge­lijk zijn er ook andere locaties, zo­als nabij het toekomstige station Ressen in de Betuwe. De bouw van dit station zou daarmee een flinke impuls krijgen. De sportwe­reld zal er uiteraard de voorkeur aan geven alles te concentreren binnen één gebouw. Voor natuur en duurzaamheid is dit echter ze­ker niet de beste optie.

Wethouder Depla schermt met een intentieovereenkomst met alle betrokkenen. Natuur- en milieuor­ganisaties alsmede de buurt, ook direct betrokkenen, horen daar he­laas niet bij. Ook de gemeenteraad dreigt min of meer gepasseerd te worden. Want hoe kan de raad straks nog nee zeggen tegen een in­tentieovereenkomst met zoveel partijen? Een open onderzoek is op zijn plaats waarbij voor- en na­delen tegen elkaar worden afgewo­gen en waarin alternatieve locaties betrokken worden. In plaats daar­van wordt nu getracht de plannen met de Goffert er weer ouderwets door te drukken, ten koste van het groen en zonder serieus naar alter­natieven te kijken.

Ronald Aalders is lid van Mileudefensie Nijmegen.

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.