Trainerschap past uitstekend bij oud-prof Ulrich Cruden.
Zijn conduitestaat als trainer maakt hem de kroonprins van het regionale voetbal. De nog prille trainerscarrière van Ulrich Cruden (42) is vooralsnog zeer veelbelovend. In zijn debuutjaar met Orion pakte hij de titel in de vierde klasse E. Het jaar erop eindigde hij met de club meteen tweede in de derde klasse D. Na een tussenjaar greep hij afgelopen seizoen met Quick 1888 net naast het kampioenschap in diezelfde derde klasse D. Quick eindigde op doelpunten wel boven concurrent Erica’ 76, maar een heuse kampioenswedstrijd besliste over het lot. Quick verloor met 1-0.
Maar dit seizoen gaat het opnieuw in volle draf, Quick staat bovenaan en wederom lonkt de titel. „Iemand wees me laatst ook op mijn prestaties als trainer tot nu toe. Het schijnt inderdaad een aardig lijstje te zijn”, zegt de oud- prof die in zeven seizoenen bij NEC uitgroeide tot de publiekslieveling van de stad. De liefde tussen Cruden en Nijmegen was meteen wederzijds, ‘Uli’ bleef na zijn carrière in Nijmegen. Hij woont er alweer zestien jaar. Niets staat hem, zo lijkt het, in de weg de komende tien jaar tot een van de meest succesvolle amateurtrainers in de omgeving uit te groeien.
Hij lacht, als altijd is hij de vriendelijkheid zelve. Plots houdt hij even in, maar steekt vervolgens toch van wal. Cruden was bijna vertrokken uit Nijmegen. Achter de successen van de trainer gaat een zware periode schuil. „Ik heb een heftige tijd achter de rug. Mijn vriendin en ik zijn uit elkaar en dat hakt er enorm in. En in diezelfde periode heeft mijn moeder een beroerte gehad. Zij woont in Amsterdam. Ik had af en toe echt het gevoel dat ik er niet voor haar kon zijn. Ik heb er dan ook sterk aan gedacht om te stoppen als trainer en terug te keren richting Amsterdam.
Ik wilde mijn biezen pakken, heb ook vaak op het punt gestaan, maar mijn kinderen wonen hier bij hun moeder. Voor hen ben ik gebleven.” Hij kijkt naar buiten, de eerste voorjaarszon straalt over het sportterrein van Quick. Overal voetballen kinderen, schoolvoetbal. „ Je gaat anders denken over het leven hè”, zegt hij kijkend naar de velden. „Het gaat gelukkig redelijk goed met mijn moeder, al is het nog altijd heftig, hoor. Ze moet drie keer in de week naar het ziekenhuis voor dialyse, ze heeft een nieuwe nier nodig. Mijn zussen wonen in het westen, mijn beste vrienden ook, mijn maten van vroeger. Ik heb de afgelopen tijd veel nagedacht. Wat moet ik doen? Ik heb een dochter van dertien en een zoon van bijna elf. Ik moet er voor ze zijn. Mijn ouders zijn ook gescheiden, ik weet hoe het is. Ik weet hoe belangrijk het is dat je dichtbij bent. Maar tóch denk ik dat ik over een paar jaar weer richting Amsterdam ga. Nog twee, drie jaar. Daar kom ik vandaan, dáár woont mijn familie. Als mijn kinderen wat ouder zijn, dan keer ik terug.” Hij leunt achterover. Even is daar weer die vertrouwde, vriendelijke lach. „Het moet geen huilverhaal worden, hoor”, zegt hij ferm. „ Maar bijna niemand weet dit. Misschien is het wel goed voor me om er over te praten, kan ik het wat loslaten.”
Quick, de oude dame van Nijmegen, en zijn jeugdtrainerschap bij NEC, als coach van de D-pupillen; sport heeft hem er wel doorheen gesleept. „ Je kunt je gedachten even kwijt als je op het veld staat. Het is een uitlaatklep”, knikt Cruden. „En gelukkig ging het hartstikke goed op het veld. Ik kan wel zeggen dat mijn prestaties als trainer goed zijn, maar ik ben natuurlijk compleet afhankelijk van de spelers die ik heb. Zowel bij Orion als nu bij Quick, ik heb het echt getroffen. Geweldige spelers, die graag willen. De jongens nu bij Quick zijn echt toe aan promotie. De hele club wil zo graag weer naar de tweede klasse. Het is een must, Quick hangt al veel te lang in de derde klasse. Een van de oudste van Nederland, eigenlijk dé club van Nijmegen, die moet toch weer hogerop?”
Cruden hoopt er dit jaar voor te zorgen, het liefst met de titel uiteraard. Al is het maar om in vier jaar trainerschap drie keer bovenaan te eindigen. „Ik vind het trainerschap ontzettend leuk. Ik ben er toevallig ingerold, Orion belde me toen ik bij De Treffers gestopt was. Ze wilden me als speler, maar daar had ik geen trek in. Of ik dan trainer wilde worden. Die vraag had ik totaal niet zien aankomen, ik had er nooit over nagedacht. Na een weekje zei ik dat ik het wel wilde doen. En ik heb er geen dag spijt van gehad.”
Bron: De Gelderlander