Joey Brock is door het dolle heen

Jonge NEC’er maakt tegen JVC zijn rentree na zware knieblessure.

Voor de meeste NEC’ers was de oefenwedstrijd tegen JVC Cuijk er zaterdagavond eentje uit een lange reeks op weg naar de start van de competitie, begin au­gustus. Maar al voor de aftrap was duidelijk dat het duel voor Joey Brock wel bijzonder was. De 20-ja­rige verdediger vlijde zich neer op het Cuijkse kunstgras alsof het zijn geliefde was. Geen wonder ook, het was alweer acht maanden geleden dat de Arnhemmer had mogen doen wat hij het allerliefst doet: voetballen.

Begin november 2008, midden in de periode dat hij bij NEC de Euro­pese successen als wisselspeler meemaakte, sloeg het noodlot toe. In een wedstrijd van het beloften­team raakte Brock zwaar gebles­seerd aan zijn rechterknie. „Een ongelukkig moment, uit tegen FC Groningen. Nee, het was geen duel, eerder een verkeerde bewe­ging. Omdat ik nog geen rijbewijs had en de laatste trein al weg was, ben ik bij Rutger Worm blijven sla­pen. Maar ik deed die nacht geen oog dicht. Ik voelde dat het niet goed zat.”

In het CWZ sprak orthopeed Hu na een kijkoperatie het verdict uit. „ In eerste instantie vertelde hij dat er een scheurtje in de meniscus zat. Ik was al opgelucht. Maar op een tweede foto was te zien dat de voorste kruisband was afge­scheurd. Op dat moment stortte mijn wereld in. Ik vreesde dat het gedaan was met mijn voetbalcar­rière. Wat moest ik nu? Ik kan niets anders dan voetballen, ik adem voetbal.”

In zijn ouderlijk huis werd de ge­knakte jongeling door zijn ouders opgevangen. „ Zij verdienen daar­voor een grote pluim. Vooral mijn moeder die altijd voor me klaar stond.” In die liefdevolle omgeving kreeg Brock langzaam het vertrou­wen terug dat het weer goed zou komen.

De eerste maanden van 2009 werk­te hij hard aan zijn herstel. „Ik heb van de nood een deugd gemaakt en me gericht op punten die om verbetering vroegen. Ook op men­selijk gebied is het een leerzame periode geweest. Hoewel de men­sen bij de club, Carlos Aalbers voorop, steeds hun vertrouwen in mij uitspraken, voel je tijdens zo’n revalidatieperiode dat je er even niet echt bij hoort. Begrijpelijk, maar je bent dan toch wel op je­zelf aangewezen.”

Eind juni, bij het begin van de voorbereiding, sloot de levenslusti­ge linkspoot weer aan bij de selec­tie. Maar pas zaterdagavond mocht hij voor het eerst weer eens een wedstrijd spelen. Dwight Lodewe­ges liet hem meteen de volle ne­gentig minuten staan. Terwijl zijn collega’s al lang onder de douche stonden, deelde Brock nog steeds handtekeningen uit en legde uit hoe hij zijn rentree had beleefd. „ Onbeschrijflijk. Ik was zo geprikkeld, zo geladen. Nee, ik heb geen moment gehad dat ik mijn been terugtrok. Dat moet je ook niet doen. Als je bang bent en de duels half ingaat, raak je juist ge­blesseerd. Vlak voor tijd werd ik zelfs een keer hard neergeschof­feld. Natuurlijk voel je dan even of de knie het doorstaan heeft. Maar alles is goed gegaan, ik heb ner­gens last van. Dit geeft zo veel ver­trouwen. Nu weet ik zeker dat ik weer helemaal de oude word.”

„Natuurlijk merkte ik vanavond af en toe dat ik lang niet gespeeld heb. Ook bij het doelpunt van JVC zat ik er niet helemaal goed bij. Het was een misverstand met Pot­je, maar ik had de bal zelf moeten wegtrappen. Ik moet nu zo veel mogelijk wedstrijden spelen. En als ik helemaal terug ben, ga ik op jacht naar een basisplaats bij NEC. Geen gemakkelijke opgave, met Youssef El-Akchaoui voor me. Maar ik ga het wel proberen.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.