De bondscoaches hadden hem al langer op de korrel, vorige week achtte Dominique Kivuvu de tijd rijp. De NEC’er is international van Angola geworden.
Vanaf de zestigste minuut van de vriendschappelijke wedstrijd tegen Senegal stond de telefoon bij zijn moeder thuis roodgloeiend. „Ik was net ingevallen. Onderin verscheen mijn naam in beeld. Kivuvu. In Angola werd mijn familie helemaal gek. Ooms, tantes, neefjes, nichtjes. Mijn oma. Ze wisten helemaal niet dat ik voor het eerst bij de nationale ploeg zat. Allemaal tegelijk begonnen ze mijn moeder te bellen.”
Voor de goede orde: de meeste familieleden in Afrika hebben hem nog nooit gezien. Dominique Kivuvu werd op 16 september 1987 in Amsterdam geboren en was nog nooit in het geboorteland van zijn ouders. „Maar ik voel me net zoveel Angolees als Nederlander. Helemaal nu ik mijn debuut voor de nationale ploeg heb gemaakt. Volgend jaar wordt de Afrika Cup in Angola gehouden. Ik zal er alles aan doen om er dan bij te zijn.”
In 2008 had dat al gekund. De toenmalige bondscoach Luis Oliveira Goncalves wilde hem graag bij zijn selectie hebben, maar Kivuvu bedankte. „ Ik zat tegen de selectie van Jong Oranje aan. Hoopte op een plaatsje in de Olympische ploeg.” Zonder de Amsterdammer boekte Angola in Ghana een historisch resulaat.
Het land legde in de kwartfinales Egypte het vuur na aan de schenen. De latere winnaar van de Afrika Cup won nipt met 2-1. Een week later werd Kivuvu door bondscoach Foppe de Haan niet meegenomen naar Peking… „Toch heb ik er geen gemengde gevoelens aan overgehouden”, beweert de middenvelder. „Ik denk altijd heel goed na voordat ik een beslissing neem. De dingen gaan zoals ze horen te gaan. Alles heeft een reden”, besluit hij bijna filosofisch. Maar toen de interlandcarrière bij Oranje definitief uit het zicht was verdwenen, hadden de toenaderingspogingen van Angola wel succes. „Het deed me wel wat dat ze het elk jaar bleven proberen”, zegt Kivuvu, die daags na de wedstrijd tegen VVV-Venlo op het vliegtuig naar Portugal stapte waar de nationale ploeg een trainingskamp van tien dagen combineerde met twee oefenwedstrijden tegen Senegal en Kaapverdië.
Veel ploeggenoten trof de debutant niet toen hij aankwam in het spelershotel. „Ik was de enige”, klinkt het verrassend. „De groep uit Angola landde ’s nachts pas. En die uit Saoedie-Arabië en Egypte waren er de volgende ochtend heel vroeg pas. Ik ben naar bed gegaan. Bij het ontbijt heb ik iedereen de hand geschud en me netjes voorgesteld.” Gedurende tien dagen deelde hij de bungalow met drie ploeggenoten. „ Daar zat Pedro Mantorras bij. De absolute vedette van de ploeg. Speelt al een jaar of negen bij Benfica. Door de bondscoach werd hij als voorbeeld gesteld toen we het tijdens een bespreking over de mentale weerbaarheid hadden. Zo vaak, zo zwaar geblesseerd geweest. En je toch handhaven bij een topclub als Benfica.”
Maar de held van Angola voelde zich niets meer dan de debutant uit Nederland of de twee ploeggenoten uit de Angolese competitie die ook in de bungalow verbleven. „ De sfeer was heel goed. Ik dacht dat het er streng aan toe zou gaan. Dat er strikte regels waren. Maar het was juist heel relaxed. Ik kon goed overweg met de bondscoach, Manuel Jose. Beetje type Mario Been. Tijdens de training moesten we allemaal op de grond gaan liggen. Op de rug, armen gespreid. Ogen dicht en aan mooie dingen denken. ‘Relax, Dominique, relax’, zei hij een paar keer tegen me. ‘Man ik ben hartstikke relaxed’, dacht ik nog. Plots hoorde ik zijn stem in de verte. ‘Hé Dominique’. Ik kijk, staat- ie met de hele selectie aan de andere kant van het veld. Lag ik er nog als enige.”
In totaal kreeg Kivuvu in twee wedstrijden 75 minuten speeltijd. „ Als verdedigende middenvelder, mijn favoriete positie. Manuel Jose was heel positief over me. Hoe ik trainde. De manier waarop ik was ingevallen. Ik kreeg veel vertrouwen. Dat heeft me goed gedaan.” Sinds donderdag is hij terug in Nijmegen. Zondag in de derby tegen Vitesse wacht de reservebank weer, beseft Kivuvu. Maar hij zal er niet rouwig om zijn als hij volgend jaar januari zelfs helemaal ontbreekt in de selectie van NEC. „Want dat zou betekenen dat ik de Afrika Cup speel. In de hoofdstad Luanda. In dat stadion. In het shirt van Angola. Dat zou echt iets met me doen.”
Bron: De Gelderlander