Deense aanvaller wordt steeds vaker in de diepte aangespeeld.
Voor het begin van de wedstrijd tussen NEC en AZ (0-1) had hij nog even hartelijk de hand geschud van zijn landgenoot Poulsen. „Ik ken Simon goed”, zei Dennis Rommedahl. „Kom hem steeds weer tegen bij de nationale ploeg, Eind vorig jaar was hij ook bij het kerstdiner dat ik voor alle Deense voetballers in Nederland georganiseerd heb.” Tijdens de wedstrijd hadden de aanvaller van NEC en de verdediger van AZ geen woord meer met elkaar gewisseld. „Dan zeg ik helemaal niks”, wist Rommedahl, die zijn zes jaar jongere bewaker herhaaldelijk de hielen had laten zien. „ Ik ben eindelijk weer fit”, zei de Deen terwijl hij ongewild toch
even aan zijn hamstring voelde die hem op 15 februari in de wedstrijd tegen Heerenveen parten was gaan spelen. „Liep ik een verrekking op. Maar ik heb er geen last meer van. Het voelt alleen nog wat stijfjes.”
Misschien nog wel belangrijker dan de hamstring was de verbeterde onderlinge verstandhouding met zijn ploeggenoten. „We begrijpen elkaar steeds beter. Ik heb toch de meeste dreiging als ik in de diepte wordt aangespeeld. Dat gebeurt nu vaker. Daar profiteer ik van.”
Na 21 minuten had de flankspeler Poulsen op de achterlijn gefopt, stoomde dreigend op richting AZ-doel maar vond doelman Joey Didulica op zijn weg. „Ik probeerde de bal in de korte hoek te prikken. Ook al omdat ik geen medespeler voor het doel kon ontdekken. Later begreep ik dat Lorenzo Davids onderweg was. Heb ik niet gezien.”
Het doelpunt van AZ-verdediger Kew Jaliens bestempelde hij als een weggevertje. „Eerst werken we een corner weg, maar als die bal dan opnieuw ingebracht wordt, staan we een beetje te slapen. We bleven hangen in het vijfmetergebied en vergaten ook nog eens Jaliens te dekken. Komen we er met z’n allen uit, heb je volgens mij geen probleem.”
Maar ook na die achterstand had er volgens Rommedahl meer ingezeten voor NEC. „ Alleen staan we wel met lege handen. Dat is het verschil tussen een club topdrie en eentje uit de middenmoot.” In zijn hart hoopt de van Ajax gehuurde Deen terug te keren naar een club uit die topdrie. „Met alle respect voor NEC, mijn streven blijft zo hoog mogelijk te spelen. Ik heb nog een jaar te gaan bij Ajax. Maar begrijp me goed. Als het daar niet lukt, zou NEC geen verkeerde stap zijn. Vanaf dag één heb ik het hier hartstikke naar mijn zin. Ik ben goed opgevangen. Iedereen is heel open. Dat bevalt me. Dat ben ik ook. De club past wel bij mij. Maar ik ben afhankelijk van Ajax. Zelf heb ik daar geen invloed op.”
Bron: De Gelderlander