NEC Deense middenvelder popelt om met revalidatie te beginnen
Een afgescheurde kruisband werpt hem voor minstens een half jaar uit de strijd. Maar Lasse Schöne wil met het oog op het WK zo snel mogelijk fit worden.
Van alle reacties die Lasse Schöne kreeg, trof die van Morten Olsen hem het meest. Nadat de middenvelder van NEC vrijdag tijdens de training zijn kruisband afscheurde, belde de Deense bondscoach zijn kersverse international om hem een hart onder de riem te steken. „ Als ik rond een interland toevallig in Denemarken kon zijn, moest ik beslist naar het spelershotel komen. Konden we bijpraten. Even weer bij de jongens zijn. Dat telefoontje voelde goed”, zegt Schöne, terwijl hij thuis op de bank het kussen onder zijn gekwetste knie opschikt.
Toen hij vrijdag onderweg naar het ziekenhuis met zijn vrouw Marije belde, wist zij gelijk dat het mis was. „ Lasse klonk heel erg teleurgesteld. Verdrietig vooral. Zo had ik hem nog nooit gehoord”, zegt ze. Zaterdagochtend bij het ontwaken drong de nieuwe werkelijkheid nog maar eens tot hem door. „ Al was het alleen maar omdat het anderhalf duurde voordat ik beneden was”, overdrijft hij met een flauwe glimlach.
Maar nu we vijf dagen verder zijn is de stemming bij de Deen totaal omgeslagen. Schöne is strijdbaar. „Met het oog op het WK wil ik zo snel mogelijk fit worden. Ik ga uit van zes maanden. Niet van negen. Hoop ik op het eind van het seizoen nog wat wedstrijden mee te pikken. Ik zal niet beweren dat ik dan zeker geselecteerd word, maar de bondscoach zei zelf nog: als ik op tijd wedstrijdfit ben, kan het zelfs een voordeel zijn omdat ik dan geen lang seizoen in de benen heb.”
Morgen wordt hij al geholpen door Epyng Hu, de orthopedisch chirurg van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis ( CWZ) die ook aan NEC verbonden is. „Hij heeft met de foto’s in de hand uitgelegd wat er gebeurd is en wat we moeten doen. Hij liet me verschillende methodes zien. Bij mij halen we de nieuwe kruisband uit mijn hamstring. Ik begreep ook dat er met de knieband niet veel mis is. En er was nog iets wat ik ook niet had, maar dat ben ik eerlijk gezegd alweer vergeten. Ik mocht zelf beslissen wie me opereert. Als ik naar Amsterdam zou willen, was dat ook geen probleem. Maar mijn gevoel bij hem was goed. En het is lekker dichtbij,” weet Schöne die op nauwelijks vijf minuten rijden van het stadion en het CWZ woont.
NEC heeft al een andere auto, een automaat, voor hem geregeld. „Toevallig had ik een paar weken geleden zelf al een automaat besteld.” Hij negeert de besmuikte lachjes van zijn toehoorders. Een echte vent stapt niet in een automaat. Die wil schakelen! „Dat moet ik al genoeg. 86.000 keer als ik onderweg ben naar NEC. Dankzij al die stoplichten. Let op, de automaat wordt de toekomst. Heerlijk.”
Afgelopen zondag had hij een andere nieuwe ervaring. „ Zag ik voor ’t eerst een wedstrijd van NEC live op tv. Eerst had ik er wel zin in. Maar toen het begon, kreeg ik het moeilijk. Helemaal toen Vitesse op 2-0 kwam. Nu is het afgelopen, dacht ik. Totdat die gekke Belg de ene na de andere bal honderd meter het veld ingooide. Wordt het nog 2-2. Klasse hoor. Echt een compliment voor de jongens.”
Schöne gelooft dat hij mentaal sterker uit deze blessureperiode zal komen. Natuurlijk heeft hij gepraat met Mark Otten en Joey Brock. Ploeggenoten die in hetzelfde schuitje gezeten hebben. „ Ik ken de geschiedenis van Mark. Maar ik wilde beide verhalen toch graag horen”, verwijst de Deen naar de botte pech die Otten trof toen diens rentree verstoord werd door een noodzakelijke tweede operatie. De centrale verdediger kan de weg naar Zeist (waar veel profvoetballers met langdurige blessures revalideren) inmiddels dromen.
Schöne heeft ’ m al uitgestippeld. „Normaal doe je er drie kwartier over. Eventueel binnendoor bij Arnhem. Rekening houden met files voor deWaalbrug en op de A50”, verzorgt hij zijn eigen verkeersinformatie. Hij kijkt eens naar zijn linkerbeen waarmee hij NEC vorig jaar in Moskou voor de UEFA Cup tegen Spartak naar een 2- 1 zege schoot. „Die komt er sterker uit”, wrijft hij even over de knie. „Ik word weer zo fit als een hondje.” „Hoentje”, corrigeren wij hem. „Wat is een hoentje?”, reageert Lasse. „Een soort kip”, zegt Marije. „Ik dacht dat jullie altijd hondje zeiden,” haalt hij zijn schouders op. En je ziet hem denken. Hoentje. Hondje. Ik wil zo snel mogelijk fit worden. Daar gaat het om.
Bron: De Gelderlander