Mathijsen ligt niet wakker van NEC

Als Oranje- international brengt Joris Mathijsen regel­matig een paar dagen in Ne­derland door. Vandaag voet­balt hij echter als clubspeler in zijn vaderland. De Braban­der neemt het in het Nij­meegse Goffertstadion met HSV op tegen NEC. 

Donderdag, een uur of twaalf. HSV-trainer Martin Jol maakt een einde aan de training en de spelers banen zich een weg door een dikke haag handtekenin­genjagers. Verbaasd kijkt Joris Mat­hijsen het bezoek uit Nederland aan. Hij schudt resoluut het hoofd. „Een interview? Daar weet ik niks van. Ik ga lekker douchen en daar­na naar huis.”

Perschef Jörn Wolf van HSV heeft kennelijk vergeten de afspraak met de Oranje-verdediger te communi­ceren. Maar de pr- man zet zijn foutje tijdig recht en eenmaal on­der de douche vandaan meldt Ma­thijsen zich keurig in de ruimte waar enkele tientallen mediaverte­genwoordigers staan te wachten tot de wekelijkse persconferentie van trainer Martin Jol begint.

Hoewel hij niet de uitstraling en de allures heeft van ploeggenoten als Olic en Guerrero, is Mathijsen ( 28) een gewaardeerde kracht bij de topclub uit Noord-Duitsland. Hij schakelt zijn mannetje uit en bij hem begint gewoonlijk de aan­valsopbouw. Niet voor niets teken­de hij afgelopen najaar bij tot me­dio 2012.

Mathijsen kwam in de zomer van 2006 naar Hamburg. De linksbeni­ge verdediger had bij AZ twee ster­ke seizoenen achter de rug en HSV- coach Thomas Doll zag in de Nederlander een welkome aanvul­ling op zijn defensie. „Ik wist onge­veer wel wat mij te wachten stond”, vertelt Mathijsen. „Mijn zaakwaarnemer Rodger Linse had mij het een en ander verteld over het Duitse voetbal en deze club in het bijzonder. Toch heeft het me wel verbaasd hoe zeer de Bundesli­ga leeft en hoe groot HSV is.”

Mathijsen en zijn gezin voelen zich na 2,5 jaar prima op hun ge­mak in de Noord-Duitse haven­stad. „ Ze zeggen dat het de mooi­ste stad van Duitsland is, en dat kan best kloppen. Ik woon zelf in de buurt van het centrum, maar wel op een heel rustige plek in een park aan het water. Als ik in de au­to stap, ben ik binnen vijf minu­ten in de stad of in het stadion.”

Mathijsen, een vol­le neef van oud-NEC’er Rob Wielaert, kwam bij HSV in een stroef draaiend team terecht. Maar nadat Huub Stevens het roer twee jaar geleden overnam van Doll ging het langzaam bergopwaarts met de Hanseaten. En onder Martin Jol doet de club zelfs weer mee om de Duitse lands­titel. Na de 2- 0 zege op Arminia Bielefeld staat HSV tweede, op slechts een punt van lijstaanvoer­der Hertha BSC. Bovendien zijn de Rothosen ook nog op twee ande­re fronten actief, in de Duitse be­ker en de UEFA Cup.

Mathijsen weet zeker dat de Ham­burgse fans succes in eigen land ruimschoots verkiezen boven een Europese triomf. „Dat merk je aan alles. Goed presteren in de Bundes­liga vinden ze het belangrijkst. De supporters smachten naar een na­tionale titel voor HSV, het is al meer dan 25 jaar geleden dat de club voor het laatst kampioen werd.”

Ook zelf zou Mathijsen de Meister­schale verkiezen boven de UEFA Cup. „Europees voetbal levert de club veel geld op. Maar een Duits kampioenschap is echt speciaal als je niet bij Bayern München voet­balt. Die club steekt er in Duits­land echt bovenuit. Daarachter zit­ten zeven, acht clubs die de andere prijzen mogen verdelen. De laatste jaren waren dat meestalWerder Bremen en Schalke 04, maar die twee clubs zijn dit seizoen wat te­ruggevallen. Dit jaar doen wij goed mee, net als Hertha en Hof­fenheim. Maar laten we niet te vroeg juichen, het seizoen duurt nog lang.”

Anders dan de gemiddelde HSV- supporter stond Mathijsen niet te juichen toen NEC als tegen­stander uit de loting kwam. „Voor de Nederlanders bij HSV is het leuk dat we weer een Hollandse club tegenkomen, maar verder vind ik het niet zo bij­zonder. Als je om de drie dagen een wedstrijd speelt, heb je ook geen tijd om daar bij stil te staan.”

Van onderschat­ting zal echter geen sprake zijn, verzekert Mathij­sen. Ook al schreeuwt de Duitse boulevard­pers om het hardst dat NEC een simpel te nemen hindernis zal vor­men voor de Hamburgers. Mathij­sen: „ Onderschatting is met al die Hollanders die hier rondlopen niet mogelijk. Er is ook geen enke­le aanleiding om NEC niet serieus te nemen. Het is een goede ploeg waaraan je kunt zien dat de sfeer tussen de spelers goed is. Ik denk dat dat ook de verdienste is van de trainer. Als de sfeer bij een subtop­per goed is, dan is zo’n elftal tot mooie daden in staat. Ik heb dat zelf ook bijWillem II meege­maakt. Het was mijn eerste jaar bij de selectie toen we onder Co Adriaanse het beste seizoen uit de clubgeschiedenis draaiden en de Champions League haalden.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.