Vanmiddag komt er een einde aan het bewind van Mario Been bij NEC. De 45-jarige coach zit tegen de amateurs van Achilles’29 nog één keer op de bank. Daarna keert hij terug naar zijn eerste liefde Feyenoord.
Af en toe denkt Mario Been nog wel eens terug aan de allereerste keer dat hij op de bank zat bij NEC. Zijn nieuwe ploeg opende op 8 juli 2006 de voorbereiding tegen de amateurtak van de Nijmeegse club. Pas in de laatste tien minuten wisten de profs een achterstand van drie doelpunten weg te werken. Been: „Ik was echt opgelucht dat het nog 3"-3 werd.”
Been was net overgekomen van Excelsior, de club die hij in zijn eerste jaar als zelfstandig trainer naar het kampioenschap in de eerste divisie had geloodst. „ Op Woudestein gaat het er heel gemoedelijk aan toe. Niks moet, als je een periode pakt is het seizoen geslaagd. Bij NEC ervaar je ook veel warmte, maar de lat ligt wel veel hoger: men verlangt dat we in het linkerrijtje eindigen. Van de ene kant een begrijpelijke doelstelling, maar in mijn ogen niet altijd reëel. De groep middenmoters, clubs die ongeveer met dezelfde begroting werken, is erg breed. Vorig seizoen viel na de winterstop alles op z’n plaats, dit jaar kom je een paar punten tekort. Als je echter ziet wat wij op het eind laten liggen. Van de laatste zeven wedstrijden spelen we er zes gelijk. En daar zaten er minstens drie bij die we gewoon hadden moeten winnen.
Als je dat doet, sta je zesde of zevende en ziet de wereld er heel anders uit. Maar goed, zo zal iedere trainer wel rekenen.” Been is bezig aan zijn laatste werkdagen in Nijmegen. Hij is toe aan vakantie, zegt hij. „We hebben heel lang op drie fronten meegedaan. Europese wedstrijden zijn geweldig om mee te maken, maar ze gaan je niet in de koude kleren zitten. En natuurlijk is er ook een hoop gebeurd, dingen die veel negatieve energie kostten.”
De scheidende oefenmeester duidt met name op de aanvaringen met de spelers Collins John en Rachid Bouaouzan. „ Aan talent schortte het niet bij die twee, wel aan mentaliteit. Dat laatste onderdeel wordt steeds belangrijker. Je moet als profvoetballer voortdurend bezig zijn om het beste uit jezelf te halen, om topfit te zijn. En dat hielden wij bij NEC scherp in de gaten. Niemand kon ontsnappen.
Bij Rachid was het fysieke aspect trouwens nooit het probleem. Alleen had ik bij hem vaak het idee dat hij voetbal alleen als een leuk tijdverdrijf zag.” Been gaat zulke conflicten niet uit de weg. „Ik eis van ze dat ze alles uit hun carrière proberen te halen. Zelf heb ik dat niet gedaan. Niet dat ik een voetballer was die de kantjes er van afliep, maar ik was wel snel tevreden. En als er iets fout ging, lag het altijd aan een ander. Dat zie ik ook wel terug bij sommige spelers van NEC.”
Met een mengeling van trots en spijt kijkt Been terug op de leegloop die NEC trof na de successen van een jaar geleden. „Holman, Lens, Vadocz, Olsson, ze hebben allemaal een mooie stap omhoog gemaakt. En neem Wisgerhof; bij Twente heeft niemand het nog over Wielaert. Het betekende wel dat we dit jaar helemaal opnieuw moesten beginnen. In verdedigend opzicht is dat prima gelukt, we hebben heel weinig tegengoals gekregen. Voorin kwamen we echter tekort. Ik betrapte mezelf er vaak op dat ik op de bank dacht: wie gaat er bij ons een doelpunt maken?”
Op 21 juni begint Mario Been aan zijn nieuwe job met een training in het mooiste stadion van Nederland. „Daar komen wel vijftienduizend mensen op af. Vergeleken met NEC zal alles wat je bij Feyenoord doet onder een vergrootglas komen te liggen. Het Legioen is hondstrouw, maar kan ook keihard zijn. Ik moet gewoon dicht bij mezelf blijven. Dat spontane wil ik niet kwijtraken. Ik moet ook op z’n tijd een geintje kunnen maken, anders functioneer ik niet.
Maar het wordt echt geen Mario Been-show. Ik doe alles samen met Leon Vlemmings, net zo goed als ik bij NEC alles in overleg met Ron de Groot heb gedaan.” Been kijkt uit naar het werken met grote voetballers zoals Roy Makaay en Giovanni van Bronckhorst. „Ik heb nog een foto uit mijn tijd als voetballer waarop Gio vlak voor een wedstrijd tegen Ajax aan mijn hand het veld van het Olympisch Stadion op loopt. Daarna heeft hij een geweldige carrière gehad, bij Feyenoord, later ook bij de topclubs Arsenal, Rangers en Barcelona. En nu krijg ik hem onder mijn hoede.”
Bovenal verheugt de Rotterdammer zich op de samenwerking met Leo Beenhakker. „Leo is de rode draad in mijn leven. Hij was mijn coach toen ik als dertienjarige in de C1 van Feyenoord voetbalde. Hij haalde me in 2000 terug naar De Kuip als zijn assistent. Daarna assisteerde ik hem toen hij op het WK in Duitsland bondscoach van Trinidad en Tobago was. En nu komt Leo dus weer op mijn pad.”
Mario Been terug in De Kuip, op een steenworp afstand van zijn woonplaats Barendrecht. „Mijn vrouw wordt de grote winnaar”, grinnikt hij. „Thuis komt alles op haar schouders terecht. Ik zal nu weer wat vaker ’s avonds thuis zijn. Hoewel… waarschijnlijk heeft zij er binnen de kortste keren genoeg van en vraagt ze of er nog ergens een wedstrijdje is waar ik heen kan gaan.”
Bron: De Gelderlander