Mario Been zat zaterdagmiddag voor de àllerlaatste keer bij NEC op de bank. Zijn spelers zorgden ervoor dat hij zijn Nijmeegse avontuur met een goed gevoel kon afronden; tegen de amateurs van Achilles’ 29 zegevierden de profs met 1- 6.
Nee, erg gemotiveerd waren ze niet, de jongens van NEC. Het vriendschappelijke potje tegen Achilles’ 29 kwam zaterdagmiddag voor de Nijmeegse profs als mosterd na de maaltijd na een slopend seizoen. Maar verplicht nummer of niet: zonder veel weerwerk van de Groesbeekse hoofdklasser konden ze Mario Been toch met een klinkende zege uitzwaaien.
Ook de spelers van Achilles verkeerden kennelijk al in vakantiesferen. Bovendien miste coach Eric Meijers een handvol vaste krachten. Thijs Hendriks, Bas Wijnen, Maarten Smulders, Djimmie van Putten, ze zijn al een hele tijd uit de roulatie, maar juist tegen een kwalitatief betere tegenstander tikt zoiets hard aan. Bovendien bleek ook centrumverdediger Peter Hendriks kort voor de aftrap niet fit genoeg. De ongelijke strijd was al na zeven minuten beslist toen Rutger Worm slim wegliep uit de rug van zijn bewaker Chaimil Mormon en op aangeven van Saïdi Ntibazonkiza de bal simpel langs doelman Stefan Kersten kon schuiven: 0-1.
Op de perfecte grasmat van De Heikant kreeg de Groesbeekse equipe via Ivo Rigter en Gradus Hempenius ook een paar goede kansen. Toch keek de thuisclub halverwege tegen een 0-4 achterstand aan. Na een klein half uur nam Mitchell Burgzorg op aangeven van Youssef El-Akchaoui nummer twee voor zijn rekening, waarna Lasse Schöne voor 0- 3 zorgde. Op slag van rust legde Saïdi de ruststand vast met een wonderschone omhaal. Na de hervatting liep het verschil door doelpunten van Schöne en Bas Sibum op naar zes, alvorens invaller Jasper Kerkhoff kort voor tijd de Groesbeekse eer redde: 1-6.
Roy Grootaert kon na afloop niet veel anders doen dan zijn schouders ophalen over de dikke nederlaag. Zes tegengoals, daar word je als verdediger niet vrolijk van, ook al treft jou persoonlijk geen blaam. Voor de dertigjarige Nijmegenaar was het de eerste keer dat hij tegen NEC voetbalde. Grootaert haalde na afloop herinneringen op aan zijn eigen periode bij de Nijmeegse eredivisionist. De verdediger maakte op jonge leeftijd enkele seizoenen deel uit van de selectie, kwam tot twintig optredens in de hoofdmacht, maar redde het uiteindelijk niet. „Toch heb ik bij NEC mooie momenten meegemaakt. Met name mijn competitiedebuut tegen Ajax in een volle Arena. Ook al verloren we met 3-0. Ik stond tegenover Michael Laudrup, dat zijn dingen die je bijblijven.”
Grootaert kreeg in het eerste van NEC ook een paar harde lessen. Tegen FC Twente scoorde zijn opponent Jan Vennegoor of Hesseling drie keer, niet veel later overkwam hem dat nogmaals tegen Vitesse- spits Pierre van Hooijdonk. Het schriele Nijmeegse jongetje was fysiek niet opgewassen tegen krachtpatsers van dat kaliber. „ Bij NEC behoorde krachttraining in die tijd nog niet tot de reguliere trainingsarbeid, je moest het vooral zelf uitzoeken. Achteraf denk ik dat ik toen te weinig in mezelf heb geïnvesteerd om lichamelijk sterker te worden. Dat is het enige wat ik mezelf verwijt.”
Na drie jaar bij VVV was het profavontuur in 2003 plotseling voorbij. „Ik kreeg in Venlo geen nieuw contract meer. Ik hoopte op een nieuwe club, maar er kwam niks op mijn pad. Toen Achilles me benaderde, heb ik toegezegd op voorwaarde dat ik weg kon als er toch nog een club uit het betaald voetbal zou komen. Maar dat gebeurde niet. Eerlijk gezegd is er nooit meer belangstelling voor mij geweest.
Maakt niet uit. Bij Achilles voel ik me gewaardeerd. Ik ben vorig seizoen zelfs tot speler van het jaar uitgeroepen.” Inmiddels voetbalt Grootaert, in het dagelijks leven zweminstructeur in het Nijmeegse SportfondsenbadWest, alweer zes jaar op De Heikant. Met veel succes, met veel plezier. Bij beide factoren speelt Eric Meijers, al die tijd zijn coach in Groesbeek, een grote rol. „Ik ben onder hem nu twee keer kampioen geworden en twee keer als tweede geëindigd. We kennen elkaar al heel lang. Eric liet mij op mijn zeventiende in het eerste van Hatert debuteren. Echt geweldig dat hij nu het hoogste trainersdiploma heeft behaald.”
Bron: De Gelderlander