Na enig nadenken moest hij het toegeven. Nee, hij kon zich inderdaad geen duel herinneren dat hij verloren had. Bram Nuytinck, negentien pas en vorig seizoen nog tot de op een-na-beste speler gekozen in de eredivisie van de A-junioren, had een perfect debuut in de eredivisie achter de rug.
Na 53 minuten moest hij de geblesseerd geraakte Patrick Pothuizen vervangen. „Ik had bijna de hele eerste helft al warmgelopen, omdat Patrick last had van zijn kuit. Rustig blijven en lekker warm worden. Zorg dat je klaar bent als ik je nodig heb, had de trainer gezegd. Toen Pothuizen vlak na rust weer een tik kreeg, mocht ik er in. Ik was er klaar voor. Joh, wat wil je. Dit is de eredivisie, hè. Dit is dus het grote mannenwerk. Die sfeer. Al die supporters. Ook nog eens zoveel uit Nijmegen. Fantastisch toch?”
Zijn eerste gewonnen tweestrijd was een kopduel. Recht op de plaat. „Goh, tegen wie heb ik allemaal gestaan. Die Matavz. Granqvist dook later steeds op in ons strafschopgebied. Allemaal niet vervelend. Gewoon in je positie blijven en duels winnen. Dat lukte aardig. Ook al omdat ik heel veel aanwijzingen kreeg van Youssef El-Akchaoui. Van Rens van Eijden. Die coachten mij goed. Ik voelde helemaal geen druk. En ik moet zeggen. Vooral op basis wat wij in de tweede helft hebben laten zien, vond ik de zege terecht.”
Er was maar één smetje op de avond. „Mijn broer komt altijd kijken. Mijn moeder vaak. Mijn vader bijna nooit, want die heeft niks met voetbal. Maar er was niemand. Mijn moeder was bij familie. Mijn broer kon niet. Geeft niet, had ik gezegd. De kans dat ik mag invallen, is natuurlijk klein. Zul je altijd zien. Ik denk dat ik ze zo maar eens ga bellen.”
Bron: De Gelderlander