Alleen ‘ Pothuizen- rol’ kan verdediger nog in betaald voetbal houden.
Hij woont er om de hoek. Speelde in het verleden al geregeld oefenduels met NEC op De Dennen en hij kwam ook al vaak kijken naar het A1-jeugdteam dat toen getraind werd door ploegmakker Ivo Rossen. De keuze voor Quick 1888 is voor Arjan Ebbinge dan ook helemaal niet vreemd. De profvoetballer van FC Den Bosch is een opvallende versterking voor de kersverse tweedeklasser. Met zijn keuze voor de ‘oude dame’ van Nijmegen komt er na veertien seizoenen profvoetbal een einde aan het betaalde voetbalbestaan van de 34-jarige verdediger.
„Een weloverwogen besloot”, zegt Ebbinge. „Ik ga me richten op mijn maatschappelijke carrière. Ik heb ook gesproken met Achilles’29 en JVC Cuijk, topclubs in de hoofdklasse. Ik heb er goed over nagedacht. De top in de hoofdklasse heeft een behoorlijk niveau, dat scheelt niet eens zo gek veel met de eerste divisie. Ook in de hoofdklasse kost het voetbal toch aardig wat tijd. Ik wil niet twee dingen half doen en heb er daarom voor gekozen een punt achter het voetbal op hoog niveau te zetten.”
Hij houdt een kleine slag om de arm. De 34-jarige geboren Veendammer is nog hartstikke fit. Ebbinge wil dan ook graag een uitzondering maken voor een uitdaging in de ‘ Pothuizen- rol’, bij een mooie eredivisieclub. Hij legt uit: „ Zo’n rol heb ik dit seizoen bij Den Bosch ook een beetje gehad. Ik speel niet alles meer, maar een trainer weet dat hij altijd op me kan bouwen. En ik help jonge jongens graag. Een beetje zoals Pothuizen de laatste jaren bij NEC, zoiets is me op het lijf geschreven. Het lijkt me wel wat om op die manier nog één of twee jaartjes in de eredivisie mee te doen. Als ik de mogelijkheid krijg, zal ik daar zeker over nadenken. Maar ik begrijp dat die kans niet heel groot is, hoor. Niet erg, want ik heb er veel zin in om bij Quick te voetballen.”
Ebbinge, die in 296 duels als prof 11 keer scoorde, krijgt op De Dennen met Ulrich Cruden een bekende als trainer. „We hebben niet samengespeeld, Uli was al gestopt toen ik bij NEC kwam. Maar we hebben wel tegen elkaar gespeeld, als wij met NEC tegen De Treffers moesten. En volgens mij ook in het begin van onze carrières wel. Het scheelt dat ik de trainer ken, maar verschillende mensen bij Quick hadden me gepolst of ik na mijn carrière bij de club wilde komen. Dat heb ik altijd onthouden. En nu komt het er dus van.”
Bron: De Gelderlander