Middenvelder verzuimt in Almelo wedstrijd in het slot te gooien.
Terwijl het bij Jhon van Beukering spontaan in de rug schiet als er een wedstrijd op kunstgras aankomt, keek Lasse Schöne juist uit naar de confrontatie met Heracles. „Ik speel graag op kunstgras”, liet de middenvelder van NEC in het programmaboekje van de thuisclub weten. De praktijk bleek zaterdagavond in Almelo weerbarstiger. „Ik heb niet fijn gespeeld”, gaf de Deen na afloop van de teleurstellende 1-1 ruimhartig toe. Daarbij spookte vooral het moment in de 53e minuut door zijn hoofd. Dennis Rommedahl had hem met een bekeken pass vrij voor Martin Pieckenhagen gezet, maar alleen voor de Duitse doelman faalde Schöne opzichtig. „ Zo’n bal moet minimaal op doel wil je kunnen scoren”, gooide de voetballer een wijsheid op tafel waar geen speld tussen te krijgen is. Nu stuiterde de bal naast het doel. „ Scoor ik, wordt het 2-0. Winnen we hier gewoon.”
Echt wanhopig was hij er op dat moment niet van geworden. Tim Janssen had NEC op slag van rust op 1-0 gezet. Heracles moest komen. Het was wachten op balverlies van de gastheren. NEC stond op de voorvoetjes om dat met messcherpe counters af te straffen. Maar juist daar ging het mis. „Bij een counter komt het vooral op snelheid aan. Gaat het om de loopacties. Het liefst de bal één keer raken. Risico’s durven nemen. De start was steeds goed. Maar als we in de buurt van hun strafschopgebied kwamen, begonnen we te dribbelen. Maakten we de verkeerde keuzes. Doodzonde, want we hadden wel drie, vier echt goede mogelijkheden om het karwei af te maken,” treurde Schöne.
De Almelose gelijkmaker, een paar minuten voor tijd, sneed hem dan ook dwars door de ziel. „Dat deed pijn”, zie de Deen. „ Echt pijn. Natuurlijk stonden we onder druk. Heracles speelde opportunistisch. Dan is zoiets onvermijdelijk. Maar die goal viel zomaar uit de lucht. Ik vind niet dat zij dat punt verdienden. Kansen hebben ze niet gehad. Ik ging er eigenlijk al vanuit dat we hier met 1-0 zouden winnen. Dat was een knap resultaat geweest. En dan gebeurt ons dit.”
In zijn gedachten zag hij het linkerrijtje van de eredivisie voor zich. „Pakken we die drie punten, staan we zomaar weer zevende.” Niet slecht voor een ploeg die door de supportersschare van de thuisclub herhaaldelijk luidkeels beticht werd van ‘anti-voetbal’. Schöne haalde er zijn schouders over op. „ Als wij een goede dag hebben, zijn we de best voetballende ploeg uit de eredivisie”, zei de Deen zonder een spoor van arrogantie. Maar als het dan een keer minder gaat, mooi voetbal even niet gevraagd wordt, gaat het maar om één ding: scoren als het kan. „Die bal had er in gemoeten. Zo’n misser. Dat neem ik mezelf echt kwalijk.” En op weg naar de spelersbus trok de Scandinaviër de ijsmuts nog maar eens iets verder over de oren.
Bron: De Gelderlander