Spits zorgt voor strijd tegen Heerenveen, maar staat pas op vier goals.
Het spel van NEC deed al een half uur pijn aan de ogen, toen het publiek in het uitverkochte Goffertstadion eindelijk opveerde. Jhon van Beukering liep zich warm aan de zijlijn. En op de tribunes gingen ze gelijk los: Jhonny, Jhonny, Jhonny Goooaaallll, Jhonny Goooaaalll, Jhonny Gohohool.
Voor de fans staat Van Beukering nog steeds garant voor doelpunten, maar tegen Heerenveen (1-1) scoorde de spits, die in de 39e minuut na de benutte strafschop van Youssef El-Akchaoui het veld in kwam voor Rachid Bouaouzan, opnieuw niet. Na 1187 speelminuten (verdeeld over vijftien duels) staat zijn teller op vier competitiedoelpunten. Veel te weinig, weet ook Van Beukering, die er vorig seizoen elf inschopte. „Maar toen kreeg ik de ene voorzet na de andere. Dat gebeurt nu minder. Ik val niemand af. Rachid ( Bouaouzan, red) werkt keihard. Dennis ( Rommedahl, red) debuteerde ijzersterk tegen Sparta. Gooide die bal wel drie, vier keer goed voor. Dan hoop je dat we dat kunnen uitbouwen. Ik ben geen spits die drie tegenstanders uitkapt. Ik moet bediend worden. Dat gebeurt nog te weinig. Als je de bal op de middenlijn hebt, zoek dan direct de spits. Je krijgt een één-twee, en van daar uit kun je opnieuw een actie maken.”
Met het inbrengen van Van Beukering hoopte Mario Been op meer duelkracht voorin. Dat is Van Beukering wel toevertrouwd. „ Alles begint met keihard werken. Dat is de basis”, doceerde de spits, die zich op de bank kapot geërgerd had aan de lamlendige beginfase van zijn ploeg. „Ik vond het slappe hap bij ons. Na vijftien minuten had het al over en uit kunnen zijn. Babos redde nog een keer knap. Die bal op de binnenkant van de paal. Lamlendig was het.”
Vanaf het moment dat Van Beukering zijn entree maakte, sloeg de vlam in de pan. De aanvaller kleunde erin, vocht pakkende duels uit met zijn directe tegenstander Michael Dingsdag en zorgde er in zijn eentje bijna voor dat de toch al dramatische grasmat nog meer omgeploegd werd.
Halverwege de tweede helft ging Dingsdag neer bij een lijf-aan-lijf- gevecht met de NEC- spits die prompt bij de bedroevend zwakke scheidsrechter Ed Janssen op de bon ging. „Ik maakte me breed. Zette mijn lichaam tussen hem en de bal. Wachtte tot hij me in de rug zou springen. Dat deed- ie de hele tijd. Plots stond ik vrij voor Vandenbussche, maar floot die scheidsrechter me terug. Sloeg nergens op.”
Met het puntje kon hij leven. En ook met de manier waarop NEC zich teruggeknokt had in de wedstrijd. Toch, woensdag, als in een ongetwijfeld k0lkende Goffert HSV voor de UEFA Cup de tegenstander is, zal het vanaf het begin anders moeten, wist Van Beukering. „Maar dat is een wedstrijd op zich. Voor HSV hoef je niemand op scherp te zetten. Dat zou wat zijn, zeg. Voor zo’n wedstrijd!”
Bron: De Gelderlander