Van den Boogaart neemt niemand iets kwalijk

Middenvelder NEC brak onder Been niet door en neemt morgen afscheid.

Mark van den Boogaart (23) weet nog precies waar hij was toen Carlos Aalbers belde met de mededeling dat NEC het contract met de middenvelder niet zou ver­lengen. „ In Amsterdam”, zegt de Rotterdammer. „In de auto onder­weg naar mijn vriendin. Het was een kort telefoontje. Ik had ook niet de behoefte om een heel ge­sprek te voeren. Ik voelde me wel opgelucht. Dit zat er aan te ko­men, maar nu wist ik waar ik aan toe was.”

Hij knikt. Natuurlijk weet hij nog dat Mario Been in de voorberei­ding liet optekenen dat er maar één speler in zijn selectie was die op de positie van de vertrokken Krisztian Vadocz kon spelen: Mark van den Boogaart. Volgens de coach van NEC zat er een ‘ maar’ aan: „Hij kan fantastisch voetbal­len, alleen merk je af en toe dat hij er een jaar uit is geweest”, zei Been bijna een jaar geleden. Daar­mee doelde hij op het eerste sei­zoen van de middenvelder, dat in rook opging omdat hij in de aller­eerste competitiewedstrijd met Jong NEC zwaar geblesseerd raak­te.

„ Een smerige blessure. Die jongen van Vitesse was ook twee minu­ten te laat met z’n tackle”, geeft Van den Boogaart met een cy­nisch lachje aan dat het geen onge­lukje was. „Eerst dachten we aan gescheurde enkelbanden. Hield ik rekening met vier tot zes weken. Bleek er een stukje kraakbeen afge­broken. Daar ben ik wel van ge­schrokken.” Een blessure komt nooit gelegen, maar dit was wel een heel ver­keerd moment. „NEC draaide niet. Dan liggen er kansen voor de wis­selspelers. Maar ik zat alleen maar in het krachthonk. Ik werd er ziek van. Het kostte me een hoop tijd om terug te komen.”

Hij maakt een afwerend gebaar. Moet het hier nou echt over gaan. Over die blessure. De doorbraak die er nooit kwam. Dat klinkt als gezeur. „ En zo ben ik niet. Ik zal ook nooit naar een trainer gaan om te vragen waarom ik niet speel. Het is zijn keuze. En dat ac­cepteer ik. Klaar is Kees.”

Dus toen NEC Arek Radomski aan­trok, vloog Van den Boogaart niet van nijd in de gordijnen. „NEC wilde alle posities dubbel bezet hebben. Logisch. Het zou een zwaar seizoen worden. En dan ha­len ze Radomski. Echt een hele goede voetballer. Arek is een paar stappen verder dan ik. Terecht dat hij de voorkeur kreeg.”

Hij koestert zijn speelminuten. Twintig tegen De Graafschap. Zes uit bij Feyenoord. En toen: een ba­sisplaats in de bekerwedstrijd te­gen Rijnsburgse Boys. „Het ging dramatisch”, zucht Van den Boog­aart. „Ik speelde slecht. Iedereen trouwens. Ik werd niet echt meege­zogen naar een hoger niveau. Uit­gerekend op die dag. Dat was na­tuurlijk vervelend.”

Daarna zou hij nooit meer opdra­ven in het eerste. „ De selectie werd groter en groter. We gingen anders spelen. Niet meer met de punt naar achteren. Toen wist ik het wel. Maar ik verwijt niemand iets. Ik heb een mooie tijd gehad met Jong NEC. Veel met Wim Rip gewerkt. Een hele bijzondere man. Echt een goede voor NEC. Hij voelt het prima aan. Weet je altijd weer te motiveren.”

Hij heeft geen idee wat de toe­komst brengt. „Er zijn genoeg clubs komen kijken bij de wedstrij­den van Jong NEC, maar ik wil het pas weten als het concreet is”, zegt Van den Boogaart die de twee jaar bij Sevilla B nog steeds als zijn mooiste voetbaljaren beschouwt.

„Ik had tien jaar in de jeugdoplei­ding bij Feyenoord gezeten, toen ik de kans kreeg om in Spanje te gaan voetballen. Was echt fantas­tisch. Het tweede speelde in de se­gunda division. Met opkomende backs zoals Dani bij NEC speelt. Ik was een van de twee controle­rende middenvelders. We hadden een goed team. Drie spelen er nu in het eerste. Myrthe, mijn vrien­din, ging in Sevilla studeren. We hadden een appartement gevon­den midden in het centrum. Sevil­la is een heerlijke stad. Het leven beviel me. Ik ging op de fiets of de scooter naar de training. We leef­den buiten. We hadden geen vaste tijd dat we gingen eten. Je zag wel hoe de dag liep. De cultuur. De mensen. Alles beviel ons.”

En toch keerde hij terug. „ Alles wat ik had zat nog in Nederland. NEC gaf me de kans en die heb ik gegrepen. Een beslissing op ge­voel,” zegt de Rotterdammer, die morgen tegen Sparta toch nog in het veld komt, als NEC afscheid neemt van de spelers die vertrek­ken. Hij zit er niet op te wachten. „Bij zoiets voel ik me niet op mijn gemak. Dat ze de trainer uit­zwaaien vind ik logisch. Maar die heeft hier ook echt iets gepres­teerd.” 

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.