De hooggespannen verwachtingen zijn nog niet uitgekomen. Björn Vleminckx scoorde dit seizoen pas twee keer voor NEC in de competitie.
Eigenlijk was er nauwelijks tijd om de 4-0 nederlaag van afgelopen zondag tegen PSV fatsoenlijk te verwerken. Woensdag wacht Excelsior alweer in de tweede ronde van de KNVB beker.
Voor Björn Vleminckx had de wedstrijd tegen de Rotterdammers vandaag al op de rol mogen staan. "Ons staat maar één ding te doen. Excelsior vermorzelen! Opeten! Vanaf de eerste minuut aan de bak. Die overwinning moet er komen. En hoe, dat maakt nu even niet uit", klinkt de Belg in Nijmeegse dienst strijdvaardig.
Hij knikt. Natuurlijk weet Vleminckx dat er meer doelpunten van hem verwacht worden. Twee waren het er tot nu toe slechts. "Het zijn niet mijn gelukkigste weken. Dat klopt. Met een beetje meer geluk gaan sommige ballen er wel in. Maar uit mijn inworpen halen we een redelijk rendement. Ik leg ballen af. Werk hard voor de ploeg. Als ik daarmee zelf minder in het daglicht sta, heb ik daar geen moeite mee."
Het verwijt dat hij soms naar het wapen van de schwalbe grijpt om een strafschop uit het vuur te slepen, werpt hij verre van zich. "Ik laat me zelden vallen om het vallen. Meestal krijg ik een tikje waardoor ik net genoeg uit balans ben. En dat een scheidsrechter dan niet fluit, dat kan gebeuren. Hij doet ook zijn job. Soms is die al moeilijk genoeg."
Thuis in Mechelen schieten journalisten en vrienden hem vaak aan. Zijn oude ploeg verloor zondagavond – onder toeziend oog van Vleminckx trouwens – in eigen huis de topper tegen Anderlecht, maar staat nog steeds op een keurige gedeelde derde plaats. "Dan vragen ze of ik geen spijt van mijn overgang naar NEC heb. Natuurlijk niet! En Peter Maes, mijn oude trainer bij KV Mechelen, is het met me eens. Hij kent me door en door. Ziet dat ik stappen maak. Dat ik me verbeter."
En financieel is hij er natuurlijk ook niet slechter van geworden. Typisch Nederlands, zie je hem denken. "Ik ben pas 23. Geld is echt niet het belangrijkste. In Nederland zijn de zaken rond het voetbal professioneler geregeld. NEC heeft altijd twee fysiotherapeuten op de ploeg zitten. Bij Mechelen is die er een kwartier voor de training en een kwartier daarna. Tussentijds is hij op pad om patiënten uit zijn eigen praktijk te behandelen. Of neem de voetbalschool van NEC. De kinderen trainen overdag! Gebeurt bij ons alleen ’s avonds. En maar drie keer in de week vanaf een uur of half zeven."
Daarmee is niet gezegd dat Vleminckx nooit met genoegen terugdenkt aan zijn tijd bij KV Mechelen waar hij als voetballer een ‘grote meneer’ werd. " Drie jaar met dezelfde jongens gespeeld. We vonden elkaar blindelings," zegt de Vlaming, die bij NEC al heel snel dezelfde klik had met Lasse Schöne. "Een hele creatieve speler die de boel met één steekpass kon openbreken. Wij voelden elkaar goed aan. Het is ontzettend jammer dat Lasse door een blessure is weggevallen. Maar tegelijkertijd heb ik alle vertrouwen in de andere jongens. Rutger (Worm, red) pakte die rol tegen ADO heel goed op. Ik zal hem honderd procent helpen. Waar ik ook maar kan."
De steun die hij bij elke thuiswedstrijd van Mechelen-supporters krijgt, heeft hem er toegebracht om elf extra seizoenkaarten te kopen. "Die verdeel ik elke thuiswedstrijd onder de mensen die speciaal voor mij naar Nijmegen komen. Soms zijn ze met twintig man. Koop ik wat extra kaartjes. Als blijk van waardering. Ze rijden toch 170 kilometer op en neer. Dan moet je ook iets terug doen, vind ik."
Tegen ADO Den Haag had hij zelfs een Vlaamse vlag op de tribunes gezien. "En mensen in Mechelen-truitjes. Ik kende ze echt niet. Apart, toch? Maar ik denk niet dat ze er morgen tegen Excelsior allemaal zullen zijn. De wedstrijd begint om acht uur op een doordeweekse avond. Voordat ze weer thuis zijn is het middernacht en de volgende ochtend gaat om een uur of zes uur de wekker toch weer."
Na één wedstrijd in de bekercompetitie staat de teller voor Vleminckx al op twee. Tegen Eindhoven (2-3) nam hij de openingstreffer voor zijn rekening en besliste het bekerduel vlak voor tijd met een doeltreffende kopbal. "De beker is hartstikke belangrijk", weet de Belgische spits.
Hij heeft wel iets met dat toernooi. "Ik heb al twee finales gespeeld. Een keer met Beveren. Een keer met KV Mechelen." En dan met een flauw glimlachje. "En twee keer verloren. Dat wel."
Bron: De Gelderlander