Jong NEC heeft in de openingswedstrijd van het seizoen een lesje gekregen in snel omschakelen. In eigen huis verloor de ploeg van Wim Rip met 3-1. Dat uitgerekend Jong Vitesse/ AGOVV het onderricht gaf, maakte het allemaal extra pijnlijk. Al na zeven minuten kwamen de bezoekers op voorsprong na een perfecte omhaal van de Turkse spits Sinan Kaloglu. De wedstrijd was een uur onderweg toen Rein Baart in de fout ging. De doelman van NEC wilde een voorzet onderscheppen, maar moest de bal weer prijsgeven, waarna Dave Propper de marge op twee bracht. Rutger Worm deed nog iets terug vanaf elf meter, maar een kwartier voor tijd was het duel beslist. Bij een vrije trap van Vitesse voelde niemand zich verantwoordelijk voor Wiljan Pluim die ongehinderd kon binnenkoppen: 1-3.
„We hebben het laten liggen in de omschakelingen”, legde Joël Tshibamba de vinger op de zere plek. „ Je kon ook zien dat zij op vrije trappen hadden getraind. Daar hadden we het moeilijk mee. Toch kregen we nog een paar goede kansen. Ik zeker drie. Twee hadden erin gemoeten. Vlak voor tijd stond ik helemaal vrij. Schoot ik te gehaast. Kwestie van coachen. Ik dacht echt dat ik een man in mijn rug had.”
De NEC- spits schudde nog maar eens met het hoofd toen zijn verwijdering uit de selectie ter sprake kwam. „Vanaf het eerste moment heb ik geen commentaar gegeven op het hoe en waarom. Dat doe ik nu ook niet”, zei Tshibamba, die erkende dat hij er in de eerste weken bij Jong NEC even met de pet naar gegooid had. „Ik vond het enorm zwaar. Net de stap gemaakt naar de selectie, contract met drie jaar verlengd en dan dit. Toch had ik dat anders moeten aanpakken. Sinds twee, drie weken zit ik weer goed in mijn vel. Dankzij Wim Rip. De trainer heeft me echt gesteund.”
Minder vertrouwen had hij gevoeld bij de andere coach, Dwight Lodeweges. „ Ik merkte al in de voorbereiding dat ik weinig speeltijd zou krijgen. Bij wedstrijden tegen amateurs zat ik niet eens bij de selectie. En de keren dat ik speelde was dat als rechtsbuiten. Niet echt mijn positie.”
Hij besloot niet lijdzaam af te wachten. „Ik heb bij Carlos Aalbers aangegeven dat ik wel verhuurd wil worden. Dat vond hij oké. Ik hoorde van FC Oss, maar hoop op een club uit de top-drie van de eerste divisie of clubs onderin de eredivisie. Het klopt dat de tijd begint te dringen. De komende week moet het gebeuren. Het liefst speel ik bij NEC, maar als er een goede club komt die bevalt, ben ik weg. Geen twijfel mogelijk.”
Bron: De Gelderlander