Vroeger schoot Janssen die bal er zelf in

Spits is tot twee keer toe de aangever bij doelpunten van Schöne. 

Tim Janssen was met twee assists bepalend geweest te­gen NAC, maar opnieuw sloot NEC in mineur af, omdat de be­zoekers volledig tegen de verhou­ding in met de 3- 2 zege aan de haal gingen.

„Dinamo Zagreb, FC Twente, Hera­cles”, moeiteloos haalde hij de wedstrijden naar voren waarin hij scoorde, maar NEC niet profiteer­de van zijn oprispingen. „Dan kun je over je eigen spel een goed ge­voel hebben, maar overheerst toch het negatieve omdat het voor de ploeg niets heeft opgeleverd”, zei Janssen met een gezicht waar de te­leurstelling van afdroop.

Twee keer had hij Lasse Schöne in staat gesteld te scoren. Vlak voor rust deed hij dat met een tikje op­zij, waarna de Deen eigenlijk niet kon missen. Janssen knikte. Vroe­ger had hij er niet over gepiekerd om zo’n bal af te leggen. „ Schoot ik ‘m er zelf in”, beaamde de Bra­bander. Dat was toen. Bij RKC lie­pen ze met hem weg. In Zeist lag altijd het shirt van Jong Oranje voor hem klaar. Janssen was hot en NEC in zijn nopjes dat de club hem twee jaar geleden voor vier seizoenen kon vastleggen.

Maar sindsdien is hij op zoek naar de echte vorm. Soms verbeten. Dan weer wanhopig. „ Zoals vorige week tegen Roda. Speelde ik dra­matisch. Heeft alles te maken met zelfvertrouwen. En met al die bles­sures. Vroeger had ik daar nooit last van. Een keer mijn kruisband gescheurd en toen ik vijftien was mijn neus gebroken. Dat was het wel. Maar bij NEC val ik van de ene in de andere blessure. Kan ik steeds weer opnieuw beginnen.”

Hij weet dat ze in Nijmegen weglo­pen met Jhon van Beukering, zijn concurrent voor de spitspositie. De Arnhemmer is populair omdat hij er altijd in kleunt. Hartstochte­lijk de duels aangaat. „Maar ik ben een ander type spits. Jhon kan heel goed met de rug naar de goal voetballen. Dat is niet mijn kwali­teit. Ik ben geen balvaste spits. Mij moet je zoeken in de combinatie. In de diepte.”
Hij beseft dat er bij NEC iets an­ders van hem gevraagd wordt. „ Ik kom al veel meer in de bal. Doe aan krachttraining. Ik voel dat ik sterker word. Maar zoals vandaag. Met die Penders en Zwaanswijk in het centrum. Bomen van kerels. Dan weet ik al dat het moeilijke kopduels worden.”

Soms vraagt hij zich af of hij pro­fessionele hulp moet zoeken om aan zijn zelfvertrouwen te werken. „Maar dan speel ik zo’n wedstrijd als vandaag. Zie ik de noodzaak weer niet. Ik kan het zelf, denk ik dan.” Hij schudt zijn hoofd. De 3- 2 ne­derlaag doet pijn, maar verloren is er nog niets. „Volgende week stun­ten bij PSV en thuis de laatste wed­strijd winnen van Sparta. Dat zijn zes punten”, klinkt Janssen vastbe­raden.

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.