Naar is dat. Met geleende seizoenkaarten van een kennis je te zitten te verbijten dat vlak voor rust toch nog de 1-0 valt, met om je heen juichende mensen, die daarvoor 45 minuten lang cynische opmerkingen over hun elftal hebben zitten maken. Maar ja, liever dat en met de metro vol Ajaxieden naar de wedstrijd, dan twee keer op en neer naar Nijmegen, voor mij de officiële route. Het is je lot als je in de hoofdstad woont en NEC-supporter bent.
De paar bussen vol meegereisde Nijmegenaren een paar vakken verderop hadden het evenmin erg naar de zin, had ik de indruk. Ze deden er in elk geval het zwijgen toe. Niet geheel onbegrijpelijk, gezien het spelbeeld. Toch bleef NEC de eerste helft aardig op de been. Pantelic en Suarez deden het zeer kalmpjes aan en NEC kwam eigenlijk niet in de problemen. Sterker nog, naarmate het klokje verder tikte en het Ajax-publiek luider begon te morren, kwam de ploeg van Vloet beter in haar spel. Een aantal keren rukte NEC op naar voren, waar de afwezigheid van Vlemickx zich echter hard deed gelden. Vervanger en basisplaatsdebutant Ter Voorde deed niks verkeerd en Saïdi is en blijft een grillige en lastig bespeelbare stoorzender, maar erg veel gevaar ging er voor het doel al met al niet van uit. Maar een actie van Suarez was voldoende om de hoop die stilletjes toch was ontstaan aan diggelen te knallen. En vlak voor rust doet dat extra pijn.
Inmiddels voerde vak 410 actie. Vorige week tegen Utrecht was er weer een hoop onrechtvaardigs gebeurd met aanhoudingen, teruggestuurde bussen en stadionverboden. Met bivakmutsen, ruige teksten (‘all cops are basterds’) en een demonstratief half ontruimde tribune werd het onrecht benoemd en aangeklaagd. Ik ken de ins en outs niet, maar goed dat supporters zich organiseren en duidelijk maken wat hen niet zint. Niet iedereen was het ermee eens, getuige de rake klappen die vielen toen een half ontklede kaalhoofdige zatnek de actie kwam verstoren, maar wellicht kwam hij alleen maar zieken.
Humor was er ook nog. De oudjes van de F-side op melodie van het Smurfenlied: ‘Vinden Joden voetbal fijn?’. De jonge garde vanuit vak 410: ‘Als ze maar voor Ajax zijn!’.
In de tweede helft ging het licht in de Arena langzaam uit. NEC kon niet beter, Ajax wilde niet beter, wat natuurlijk veel ernstiger is. Tekenend was het moment waarop Suarez, die weer verkeerd was aangespeeld, beide handen in pure wanhoop naar de hemel hief. Het gekanker rond om me was niet van de lucht. De misvattingen over ons team trouwens evenmin: een buurman bleef Burgzorg maar prijzen. Omdat hij dacht dat het Davids was. Na de tweede treffer van De Jong in de 65ste minuut en een derde van de mij verder onbekende Donald was het wachten op het fluitsignaal.
Resten ons nog twee finales in dit teleurstellende voetbaljaar. Wat er volgende week zondag op het spel staat moge duidelijk zijn. Het is lang gelden dat de derby zo cruciaal was. Maar ook de pot tegen het zwak acterende Groningen tegen de kerstdagen kan maken dat we met enig optimisme naar volgend jaar mogen kijken. En ondanks dat we in de Arena niet veel echte kansen creëerden, blijven onze mannen er wel voor gaan. Dat zal zich ooit toch uitbetalen?
Joris