Na PSV en Utrecht lukte het ons dus ook niet om thuis van VVV te winnen. Ondanks dat we ons met het gelijkspel in goed gezelschap bevonden, hielden de meeste supporters een nare smaak over aan het punt. Wedstrijden tegen promovendi thuis dienen immers ‘gewoon’ gewonnen te worden en dat had op basis van de tweede helft ook best gekund. Belangrijkste sta in de weg bleek held van weleer Dennis Gentenaar.
De vooruitzichten waren goed in de zon overgoten Goffert. De show tegen Heerenveen smaakte naar meer en op de geschorste Wellenberg na kenden we geen personele problemen. Na de zeperd bij Roda was het tijd om weer eens fel voor de dag te komen maar met de zon in de rug kwam NEC de eerste helft niet verder dan onvervalst zomeravondvoetbal. Statistisch is het moeilijk te onderbouwen, maar het voelt sowieso niet goed als NEC de eerste kant richting de Goffertribune speelt. Zou Dennis geweten hebben hoe belangrijk de beslissing bij de toss is en zijn aanvoerder geadviseerd hebben van speelhelft te wisselen?
Voor wat onze jongens de eerste helft op de mat legde hoefde de Goffertribune, die pal tegen de laaghangende zon inkeek, niet echt vaak met de ogen te knijpen. Gelukkig voor NEC had ook de veelgeprezen Honda er niet heel veel zin in, waardoor de schade bij de rust beperkt bleef tot 0-1. Wellenberg’s vervanger Burgzorg verspeelde de bal waarna een afgemeten voorzet van Honda Calabro bereikte die simpel binnen kon koppen. De achterstand schudde NEC eindelijk wat wakker, maar we werden in de aanvallen die volgden niet echt geholpen door de scheidsrechter. De heer Winter, de goede man waren we slechts één keer eerder tegengekomen, floot zo warrig dat het aan beide kanten tot grote irritatie leidde. De man had bovendien de merkwaardige neiging te fluiten in het voordeel van de ploeg die van de Gofferttribune af voetbalde. In de eerste helft viel het dubbeltje vaak de Venlose kant op, in de tweede helft leek NEC telkens het voordeel van de twijfel te krijgen. Vleminckx raakte door de scheids zo geirriteerd dat hij telkens op het randje van geel balanceerde. Het ging dit keer nog goed, maar je houdt je hart vast als de Luinges van deze wereld Bjorn gaan fluiten.
De eerste helft toonde vooral aan dat het 4-3-3 systeem, dat heiliger dan heilig lijkt, niet te handhaven is met de huidige kwaliteit op de vleugels. In een positive bui zou El Kabir nog een klein zesje gegeven kunnen worden, maar Erton, die wederom bewees op de flank helemaal niet uit de verf te komen, stond er voor spek en bonen bij. Erger nog is dat door de onderbezetting het middenveld compleet overlopen werd, waardoor Schöne en Radomksi, die echt niet heel erg onder de maat speelden, er slecht uit kwamen te zien. In de tweede helft, toen er iets meer beweging was en de teruggetrokken vleugels het middenveld wat meer ruimte lieten en ondersteuning boden, kwam het beter uit de verf, maar als ons belangrijkste wapen de lange bal op Vleminckx is, kun je je afvragen waarom we zo halsstarrig vast houden aan het systeem dat is vastgelegd in het technisch manifest van de club. Onze Belgische spits zorgde over het algemeen voor prima verlengingen van de lange ballen, die met name Van Eijden naar voren peerde, en zorgde daarmee voor het voornaamste gevaar en de grootste kansen die ontstonden na de gelijkmaker. Een gelijkmaker die overigens met het nodige geluk tot stand kwam na een omhaal waarvan Zomer zelf nog het meest verbaasd leek dat ie binnenviel. Daarna ging NEC dus op zoek naar de winst, maar de speelstijl van lange ballen, die schreeuwde om een lopende spits om Vleminckx heen en opkomende middenvelders (inderdaad, het prototype 4-4-2), wierp met de huidige samenstelling te weinig vruchten af. En de kansen die er wel waren werden vakkundig gekeerd door de in rood gehulde keeper der zwart-gelen.
Het was de tweede keer sinds zijn vetrek dat Dennis in de Goffert terugkeerde en ook nu was de wederzijdse begroeting hartelijk. Legio wees Gentenaar met een lang spandoek er fijntjes op het feit dat hij steeds dichter in de buurt van Nijmegen komt te voetballen. Dennis deed na afloop een ereronde en kreeg een mooi applaus, al klonk het een beetje zuur want het voornamelijk aan hem te danken dat Honda en helpers een punt mee naar Venlo namen. Goed om te zien trouwens dat het uitvak vol zat. Geen onzin met verplichte combi’s en je ziet het resultaat. Zo zou het gewoon elke week moeten zijn.
Over twee weken volgt de derby en op basis van de resulaten van afgelopen weekend is het onwaarschijnlijk dat we de zegenloze reeks in de hal van Marco Borsato gaan doorbreken. Maar hoop doet leven, gelukkig. Alles naar Arnhem!
Pol