Het liefst had hij zaterdag dat bekende putje gegraven om onder de grasmat van De Goffert weg te kunnen zakken. Ramon Zomer beleefde het dodelijke derde Bredase doelpunt van dichtbij, maar stond machteloos. „ Ik stond eerst bij die nummer 29 (Michiel Kramer, red) van hun, maar moest hem loslaten toen Boukhari opdook. Die speelde heel slim die 29 weer aan, waarna Lurling helemaal vrij kwam. Echt, ik kon wel door de grond zakken”, zei Zomer, die toch al een lastige avond achter de rug had.
„ NAC speelde zonder een echte spits. Lurling liet zich de hele tijd terugzakken naar het middenveld om Potje en mij uit het centrum te lokken. Daardoor had ik niet echt een tegenstander om door te dekken.” Dat NEC in die slotfase misschien beter voor dat puntje had kunnen gaan, vond Zomer geen optie. „We besloten zelf om alles of niets te gaan spelen. Aan een gelijkspel hadden we niet veel. Het wordt nu wel heel lastig om de play-offs nog te halen, maar onmogelijk is het niet. Twee keer winnen. Dat kan nog steeds. Waarom niet. Of wil jij beweren dat NAC er vanavond nog op gerekend had dat ze hier drie punten zouden pakken?”
Bron: De Gelderlander