Het is vermoedelijk niet eerder voorgekomen dat NEC zo vaak langs de afgrond bibberde als deze week aan de Costa del Sol. Morgenochtend voor de laatste keer. Dan zitten de trainingen in Zuid-Spanje erop. En daarmee ook de bizarre bustocht naar trainingscomplex Doña Julia.
Het laatste stukje van de rit is een belevenis op zich. De twee voetbalvelden zijn namelijk alleen te bereiken via een onwaarschijnlijk bergweggetje, vermoedelijk aangelegd door een paar blinden. Eenmaal aangekomen in ‘ the middle of nowhere’, op zo’n tien minuten van Estepona, lijkt de weg doodlopend. De eerste keer stonden er daarom al een paar spelers op om uit te stappen. Maar in het aangrenzende hek zit een opening, waar de touringbus precies tussendoor past. De weg gaat vervolgens naar beneden, waarbij een krankzinnige afbuiging gemaakt wordt om het hoofdgebouw van Doña Julia heen, bovenaan de rotspartijen.
Het vergt het nodige zelfvertrouwen van de busbestuurder om de bocht te nemen. De eerste keer durfde hij dus ook niet. Door de voorruit zag de chauffeur de afgrond tientallen meters naar beneden lopen. De bus ging bovenaan pontificaal op de handrem. Maar inmiddels draait hij zijn kar tweemaal daags keurig de heuvel af. De helling die loodrecht naar beneden gaat, lacht de NEC’ers telkens weer toe. Morgenochtend gaat de Nijmeegse ploeg voor de laatste keer met het zweet in de handen naar beneden. Er zullen er vast een paar zijn die het helemaal niet zo erg vinden dat ze de busrit naar Doña Julia daarna niet meer mee hoeven te maken.
Bron: De Gelderlander