Babos wil hier wel oud worden

Gábor Babos viert binnen­kort een klein jubileum. De doelman gaat naar de 150 competitieduels voor NEC. En daar blijft het volgens Hongaar niet bij.

Had vijf jaar geleden te­gen Gábor Babos ge­zegd dat hij tegenwoor­dig nog altijd NEC’er zou zijn en hij had waarschijnlijk moeten lachen. „Eerlijk gezegd had ik toen niet gedacht nu nog voor NEC te spelen, nee”, knikt Ba­bos. „Maar vanuit alle kanten van de club voelde ik meteen veel ver­trouwen. En dat is altijd zo geble­ven.”

Op Patrick Pothuizen en Rutger Worm na, die beiden voor het zes­de jaar op rij bij de selectie zitten ­en Pothuizen voor zijn twaalfde in totaal, is de 35-jarige Hongaar nu zelfs de langst dienende speler van NEC. De aanvoerder is de constan­te factor in de ploeg. Ook dit sei­zoen ontbrak hij in geen enkele competitiewedstrijd, net als de voorgaande drie jaar. Zondag speelt hij zijn 149e competitieduel voor NEC. Volgende week tegen PSV kan Babos dus een klein jubi­leum vieren. En wat hem betreft gaat hij daar de komende jaren nog ruim overheen.

„Als je zo gewaardeerd wordt, waarom zou je dan weer verder zoeken?”, merkt de doelman op. „Het zit ook niet in mijn karakter om elk jaar iets anders te willen. Ik ben altijd voor langere tijd geble­ven bij de clubs waar ik gevoetbald heb. Misschien wordt dit wel mijn laatste cluppie. NEC is een warme vereniging, ik voel me hier thuis. En stiekem wil ik het nieuwe sta­dion wel eens zien.”

De warme band met NEC komt ze­ker ook door de samenwerking die hij heeft met Wilfried Brookhuis. De keeperstrainer van de Nijmege­naren voelt feilloos aan hoe hij de Hongaar moet prikkelen. En min­stens zo belangrijk; wanneer hij hem met rust moet laten. „Wilf­ried weet precies wat ik nodig heb”, zegt Babos. „We werken in­tensief samen, hebben tijdens een week veel meer contact met elkaar dan een veldspeler en de trainer dat hebben. Dan moet je wel goed met elkaar overweg kunnen.” Vooral het mentale gedeelte is een punt waar ze veel aan werken. „Keepen is fysiek niet het moeilijk­ste. Ik zit na een wedstrijd niet stuk, zoals Lorenzo (Davids), die soms haast niet meer kan lopen. Maar keepers hebben een andere vermoeidheid, doordat je 90 minu­ten lang geconcentreerd moet zijn. Je raakt moe in het koppie. Met Wilfried praat ik veel over het mentale en de concentratie. Soms op een training wel 45 minuten.”

Zijn contract in Nijmegen loopt nog twee jaar door. Een planning voor de jaren daarna heeft hij nog niet. „Ik ga graag nog een paar jaar door, zolang ik fit blijf”, vertelt Ba­bos. „Ik heb elk jaar drie, vier da­gen last van m’n rug. Dan blok­keert het opeens en kan ik een paar dagen nauwelijks lopen. Maar dat is niets ernstigs, de fysio zorgt er altijd voor dat ik snel weer ben opgelapt. Verder heb ik nooit bles­sures. Zolang dat zo blijft, ga ik door. In Nederland. Ik hoef niet meer weg. Ook na mijn carrière wil ik graag hier blijven.”

Hij kijkt uit naar morgen, naar de derby. „Heel belangrijk dat we win­nen. We hebben een goed trai­ningskamp gehad, al is deze week pas echt succesvol geweest als we Vitesse verslaan. De steun van sup­porters is daarbij belangrijk. Zij kunnen de ploeg over het dode punt helpen.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.