Eindelijk is het dan weer zo ver: komend weekend mogen onze spelers ‘veur ut eggie’ de wei in. Voor mijn gevoel is deze zomerstop erg snel gegaan, al zal het WK daar ongetwijfeld een rol in hebben gespeeld. De kater van de verloren finale tegen de Spanjolen was nog niet verwerkt of de realisatie drong zich al op dat er nog maar een kleine maand restte tot de aftrap van Eredivisie seizoen 2010-2011.
Op dat moment besef je ineens weer wat clubliefde echt betekent. Want ook al stond ik te springen en te juichen toen ‘ons’ Oranje de finale haalde, het geeft toch niet diezelfde onbeschrijfbare kriebel die ik krijg als ik de aankondiging “NEC-VVV, zaterdag 7 augustus” zie. Dat onbestemde wollige gevoel in de onderbuik, die vlaag van spanning in je lijf. Het minutenlang wezenloos staren naar het DTH wedstrijdkaartje, goed leesbaar achter het plastic raampje in de binnenflap van de portemonnee, waar tijdens de NEC-loze zomermaanden een pasfoto van de vriendin prijkt. Hoeveel punten gaan we pakken in de eerste seizoenshelft? Welke afspraken moeten worden verzet? Wat worden de cruciale duels?
Na de zeer teleurstellende vertoning van het afgelopen seizoen, waar de door vele supporters gehoopte voortzetting van het ‘jubeljaar’ 2008 volkomen in het water viel, zou menig weldenkende persoon er de brui aan hebben gegeven. Maar zo werkt clubliefde natuurlijk niet. Tuurlijk, we vloekten ons in april allemaal een slag in de rondte na het laatste fluitsignaal van de met 2-0 verloren flutwedstrijd tegen VVV. En nadat de spelers middels een slappe-hap vertoning in de afsluitende pot tegen Ajax verzuimd hadden om het dramaseizoen 2009-2010 nog een sprankje beleving en felheid mee te geven, was de pijp echt even helemaal leeg. Het Nimweegs nuilen was, na een onwennig juichjaar met exotische nieuwe stadions waar ze vreemde talen spraken en waar een versnapering slechts met roebels, kuna’s of leu’s verkregen kon worden, weer geheel in ere hersteld. Een seizoen waarin het aantal bekijkwaardige wedstrijden op de vingers van een hand van een vuurwerkslachtoffer te tellen valt, daar wordt immers geen mens vrolijk van. En dus klagen we en zuchten we weer als vanouds, een hele zomer lang.
Maar als het nieuwe seizoen opduikt aan de horizon dan is daar toch die vertrouwde spanning weer. Een hele zwik spelers is vertrokken en nieuwe gezichten dienen zich aan, en spontaan gaat het weer kriebelen. Zou het dit jaar dan toch…? Waar aan de overzijde van de Waal in de Glasbak het neppubliek massaal de seizoenskaarten links laat liggen, daar is de Goffert alweer bijna uitverkocht. Want zo zijn wij, trouwe honden, dan weer wel: we janken soms het hele huis bij elkaar, maar als puntje bij paaltje komt dan zitten we altijd paraat. Alles wijkt voor dat mooie rood, zwart en groen.
En dus maken wij ons weer op voor een nieuwe jaargang van vreugde en deceptie. Linksom of rechtsom, het zal een interessant seizoen worden. Het eerste volledige seizoen onder Wiljan Vloet, waarin hij vanaf het begin zijn eigen stempel op dit team kan drukken. Geen schuilen meer achter “lijfsbehoud is wat telt, mooi voetbal komt later wel” rhetoriek, de lei is schoon en de fans willen wat zien. De financiële krapte is gemeengoed in de Eredivisie, NAC begint zelfs met een puntje minder. Ook geen excuus dus. Rest ons de vraag: herpakken we de lijn van 2008, of zijn we definitief de aansluiting kwijt en wordt naar beneden kijken het devies voor de komende jaren?
Een heilig huisje lijkt in ieder geval al op instorten te staan: het klassieke 4-3-3 is stilzwijgend omgeboetseerd tot een 4-2-3-1 formatie. Tuurlijk, op papier is er weinig verschil. Neem een 4-3-3 ‘met de punt vooruit’, mompel iets vaags over hangende vleugels en je hebt een 4-2-3-1 opstelling. Praktisch gezien zal het betekenen dat we weinig spelers ooit bij de cornervlag zullen zien opduiken, tenzij we een hoekschop krijgen. Met de nieuwe linksbenige aanwinst Leroy George geposteerd op rechts zal het veelvuldig op zijn Robbenesque naar binnen draaien worden. Goossens op links is eveneens niet bepaald de stereotype diepgaande vleugelspits die de cornervlag opzoekt.
Het is een logische stap. Betaalbare diepgaande vleugelspelers lopen er in Nederland en omgeving al bijna niet meer rond. Bovendien is het geld op en, afgezien van een mogelijk last-minute aankoop of (waarschijnlijker) huurspeler voor de linkerflank, zie ik er persoonlijk niks meer bijkomen. Als je dan kijkt wat we tot onze beschikking hebben op de vleugels en in het achterhoofd houdend dat 4-4-2 een taboe term lijkt te zijn op het hoofdkantoor van NEC, is 4-2-3-1 wellicht de meest logische keuze. Fejzullahu heeft vorig seizoen laten zien in potentie een aardige spits of aanvallende middenvelder te zijn, maar breed en diep op de flanken was het drie keer niks. George trok bij Utrecht ook altijd vanaf rechts naar binnen toe in plaats van het veld breed te houden. Alleen Latupeirissa zou met een beetje fantasie nog uit kunnen groeien tot een leuke vleugelspits. Iets te karig om een klassieke 4-3-3 formatie op te bouwen dus.
Achterin geeft zo’n 4-2-3-1 wel zekerheid, zo hebben we op het WK kunnen zien. Met Zimling en ofwel Sibum ofwel Davids als hangslot voor de defensie oogt het allemaal best degelijk. Alleen herinner ik me van het WK ook nog dat als er van de 4 aanvallers een of twee een mindere dag hebben, het al snel een saaie boel wordt. Degelijk en saai, je kunt er nochtans heel ver mee komen. Tot aan een WK finale toe zelfs. Johan Neeskens had dit eerder ook al door en bezorgde ons er Europees voetbal mee. Degelijk. Saai. De sleutelwoorden voor het nieuwe NEC onder Wiljan Vloet? Op naar het linkerrijtje dan maar dit seizoen!
Mark