De nederlaag tegen Heracles dreunt goed door in de selectie. Een uur lang gingen beide ploegen redelijk gelijk op in Almelo, daarna werd pijnlijk duidelijk waarom Heracles meespeelt voor Europees voetbal en NEC vecht tegen degradatie. "Het gaat voor ons al een tijdje maar om één ding: om de punten", trapte Bas Sibum tegenover De Gelderlander nog meer eens een open deur in. "Dan is het onvoorstelbaar als je ziet hoe wij hier het laatste halfuur voetballen. We kunnen wel zeggen dat we alles geven, maar we moeten echt eens laten zien dat we willen winnen. Daar kwam in het laatste halfuur helemaal niets van terecht."
In ons wedstrijdverslag stipten we al aan dat het geblesseerd uitvallen van Rens van Eijden het keerpunt leek in te luiden van de wedstrijd. Niet dat Van Eijden nou zo bijzonder goed speelde, hij was bij tijden zelfs gevaarlijk slordig, maar na zijn vertrek was de organisatie in de verdediging ineens helemaal zoek. Heracles merkte de defensieve wankeling goed op en zette een tandje bij. NEC was niet bij machte om hier offensief ook maar iets tegenover te stellen en werd relatief eenvoudig murw gebeukt. Sibum hierover: "Wat er in de tweede helft gebeurt slaat nergens op. We winnen niks meer, zetten geen druk, houden geen bal meer vast. Ongrijpbaar hoe alles zomaar wegvalt."
Van Eijden zelf legt nog eens uit wat er precies gebeurde met hem in de 62e minuut. "Donderdag kreeg ik tijdens de training een bal verkeerd op de voet. Hield ik last van de knie. We zijn naar het ziekenhuis geweest. Mri-scan gemaakt, maar daar was niets op te zien. Vlak voor de wedstrijd zouden we een knoop doorhakken. Hebben we toch besloten dat ik kon starten. In de tweede helft voelde ik mijn spieren samentrekken. Het ging gewoon niet meer. Toen ik de kleedkamer weer uit kwam, zag ik dat Heracles een overwicht had. Wij liepen alleen nog achteruit. Ongelooflijk. We hadden vandaag echt een hele grote kans. Zij zijn niet beter dan wij. Dat gat van twinig punten slaat nergens op. Dat is gewoon bizar."
Ook Ramon Zomer baalt als een stekker. "Drie puntjes en we waren klaar geweest voor dit seizoen. Tot de zestigste minuut was er niets aan de hand voor ons. Hadden we de wedstrijd onder controle. Looms zag je niet. Breukers kon niet opkomen. We stonden gewoon goed. Maar plotseling kregen ze alle tijd om dat balletje in te spelen. Kregen ze tien meter de ruimte om een bal aan te nemen. Dat kan niet. Dat mag niet. Ik heb geschreeuwd. Bijna naar iedereen. Als je weet op welke plaats wij staan. En een wedstrijd dan zó weggeven. Dat is echt ongelooflijk." Zomer spuwde bloed. Letterlijk. "Bij een kopduel bukte Dost. Ik kwam verkeerd terecht en hield last van mijn strottenhoofd. Ik heb wel een half uur bloed lopen spugen. Maar volgens Han [Tijshen, de fysio] was dat niet ernstig. Iets met het slijmvlies. Meer niet."
Schreeuwen naar anderen is een ding, maar bij tenminste een van beide doelpunten van invaller Armenteros zag Zomer er zelf ook niet al te degelijk uit. "Bij die eerste goal ging de bal door mijn benen. Kan gebeuren, maar mág gewoon niet." En dus waart het degradatiespook nog altijd onverminderd door in Nijmegen. "Ergens zullen we de punten nog een keer moeten halen", weet Zomer. "Steeds roepen dat je alle vertrouwen hebt in een goede afloop is niet meer genoeg. Voor die punten zul je keihard moeten werken."