Ron de Groot rent en voetbalt weer als vanouds

Hij was veruit de beste man op het veld tijdens de traditio­nele wedstrijd op het trainings­kamp, het jaarlijkse potje voetbal tussen de technische staf en bege­leiding tegen de meegereisde spon­sors. Telkens dook Ron de Groot precies op waar de ruimte lag.
Steeds in beweging, niet moe te krijgen.

De Groot lacht. Voor hem was het niet meer dan normaal dat hij, drie maanden na zijn hartstil­stand, lekker meevoetbalde. „Veel mensen zijn verbaasd dat ik al­weer ga voetballen en rennen, ik­zelf totaal niet”, zegt de assis­tent- trainer. „Ik zie anderen wel eens bezorgd kijken, als ik een sprintje trek. Zo van: ‘pas op, Ron’. Maar ik heb totaal geen angst om te sporten of mee te doen op trainingen. De doktoren zeggen ook: ‘het belangrijkste is het gevoel van jezelf’. Je merkt zelf het beste wat je aankunt.”

Anderhalve week geleden, toen NEC de eerste training had in aan­loop naar de tweede seizoenshelft, sloot De Groot alweer aan. Voor velen in zijn omgeving was dat een spannend moment. „Ikzelf be­leefde dat niet zo, hoor”, zegt De Groot. „Ik was niet extra gespan­nen of zo. Ik vond het alleen maar heerlijk om weer aan de slag te kunnen.” Zoals hij in Spanje meedraait op het trainingskamp, zijn oude stiel van assistent-trainer heeft opge­pakt, lijkt het wel alsof er niets is gebeurd. Het herstel is razend rap gegaan. Alsof de klap niet is ge­weest. „Zo is het natuurlijk niet”, weet De Groot. „Het gaat hartstik­ke goed, ik voel me prima en kan al veel doen zoals ik altijd deed.

Maar onbewust ben ik er wel mee bezig. De ene dag is de andere niet. Dat zit ’m in kleine dingen. Zoals vorige week in Nederland, toen het kouder werd. Dan merk ik het wel, voel ik meteen wat druk op de borst. En mijn ribben zijn door de reanimatie nog gevoe­lig. De eerste weken was ik ook wat sneller moe dan vroeger, maar dat gaat al steeds beter. Het houdt me heus wel bezig, maar aan de andere kant: het is gebeurd en ik moet nu verder.”

De angst leeft meer bij familie en vrienden. Bij zijn gezin, bij vrouw Nicole en hun twee kinderen. „Ni­cole is er nog continu mee bezig. De impact die het op anderen heeft gehad, dat merk je later pas. Daardoor voel je wat het betekent. Ik besef dat ik ontzettend veel ge­luk heb gehad.”

Hij staat nog onder controle, moet regelmatig naar het ziekenhuis. En dan zijn er natuurlijk de medicij­nen, bètablokkers. „Er is een kans dat ik de rest van mijn leven medi­cijnen zal moeten gebruiken. Maar daarmee kun je het goed onder controle houden. Voorlopig heb ik allerlei pillen, dat wordt straks afge­bouwd. En eind van deze maand moet ik weer een echo laten ma­ken van het hart. De controle is er, dat zal ook wel blijven. Maar het gaat absoluut de goede kant op. Ik mag steeds meer uren draaien, met de Arbodienst is een plan van aanpak gemaakt dat tot en met maart loopt. Ik ben blij dat ik het werk dat ik al twintig jaar doe, weer kan doen. Want op dat veld staan, is het mooiste dat er is.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.