Zondag, 24 oktober 2010, heb ik met afgrijzen gekeken naar Mario Been die aan het einde van Studio Sport voor het gevoel minutenlang, zonder geluid notabene!, close in beeld werd gebracht. Als onwetende buitenlandse kijker zou je haast de indruk krijgen dat Madame Tussauds er in Amsterdam weer een nieuw wassenbeeld bij had gekregen. Helaas voor onze held van weleer, Super Mario, blijken succes en ongeluk nog altijd dicht bij elkaar te liggen in de voetballerij. We zijn eraan gewend dat Feyenoord, ondanks de dip waarin de club zit, op het sportieve vlak doorgaans veel meer voor elkaar krijgt dan ons aller NEC. Dat de voormalig eerste Nederlandse Europa Cup I winnaar met nog grotere cijfers kan verliezen dan de Nijmegen Eendracht Combinatie op die regenachtige zondag 5 november 1967 in de Amsterdamse Meer deed tegen Ajax, heeft mij dan ook ongelofelijk verbaasd. Ik hoorde het toen ik om half zes thuis kwam, nadat ik S.C.H. na strafschoppen had zien winnen in de bekerwedstrijd tegen Brakkenstein. Mijn voetbalminnende vrouw – je kiest ze zelf uit nietwaar, want het is geen familie – begroet mij altijd met een lief woord. Gisteren was echter haar eerste zin: ”Heb je het al gehoord van Feyenoord?” Tien nul deelde ze mij mee, het is verschrikkelijk. Je zal maar trainer of speler zijn bij Feyenoord. Voor de rest van je leven heb je een ongetatoëerde stempel op je huid staan. Die raak je nooit meer kwijt.
Ik heb mijn geplande onderwerp voor dit verhaal aan de kant geschoven en De Gelderlander van maandag 6 november maar eerder opgeslagen dan die van vandaag: 25 oktober 2010. Om vanuit de NEC-historie een beetje in te kunnen schatten wat ‘de aapjes’ van Been, en hij zelf natuurlijk in het kwadraat, doormaken. In 1967, het eerste seizoen van NEC in de eredivisie, waren het ‘de bengeltjes’ van trainer Jan Remmers die de hoofdrolspelers van een sportieve catastrofe werden. Boven het beschouwende artikel dat na het wedstrijdverslag stond afgedrukt stond de kop: ”Behoefte aan ‘meditatie’ in de NEC-kleedkamer”. Ajax wint die zondag met 9-1 van NEC op een haast onbespeelbaar veld. Meer modder dan gras. Remmers houdt de moed erin door vrolijk en schijnbaar opgewekt de pers te woord te staan. Een houding die Foppe de Haan jaren later tot handelsmerk verheft. In de kleedkamer hangen de koppies naar beneden, maar de wedstrijd geeft voor de oefenmeester in Nijmeegse dienst geen reden om zichzelf ter discussie te stellen. Ondanks de superslechte mat, die alleen maar geschikt is voor een Spel Zonder Grenzen activiteit, gooit Remmers niet met modder naar scheidsrechter Elsinga, een nieuwkomer op het hoogste voetbalplatform. Het regionale dagblad begint de eerste kolom van het artikel met de tekst: ”Wie NEC’s Jan Remmers noch Ajax’ Rinus Michels van gezicht zou kennen, moest zich gistermiddag om vier uur wel vergissen. Want de Nijmeegse trainer mocht dan al niet in een uitgelaten stemming zijn, hij deed in elk geval opgewekter dan Michels, die zoals meestal nogal stug, bijna knorrig verklaarde dat hij ‘wel tevreden’ was.” Even verderop komt Remmers zelf aan het woord: ”Het slechte veld is voor ons een enorme handicap geweest en bovendien stak die Ajax-voorhoede en met name Piet keizer in een geweldige vorm. Als ik nu een paar factoren aanwijs waardoor we zo fors verloren hebben, dan zoek ik echt geen verontschuldigingen. Er was nu eenmaal een enorm verschil. Maar daarenboven kwam Ajax wat gelukkig aan een flinke voorsprong en wij zijn nu eenmaal niet van plan om in zo’n geval het doel dicht te spijkeren. Je kunt natuurlijk niet zeggen dat je tevreden bent met een 9-1 nederlaag, maar ik kan me er, gezien de grote klasse van dit Ajax, bij neerleggen.” IJzeren Rinus komt ook aan bod in de krant: ”Zijn grommerige collega Rinus Michels: NEC liet spelen, ja dat wel. NEC liet naar mijn smaak veel te véél spelen. Er zijn grenzen, dacht ik. Bovendien had ik de indruk dat de achterhoede méér steken liet vallen dan nodig was. Het is overigens een hardwerkende ploeg en er steken kwaliteiten in.” De Generaal verwoordt zijn euforie dus anders dan Fred Rutten zondagmiddag na PSV-Feyenoord 10-0. Rutten durfde ronduit respectloos te verkondigen dat het voor iedereen een geweldige wedstrijd was geweest. Iedereen? Ook de fans van de jongens van Been?
Als ik zo nog een keer nostalgisch door die sportkrant uit 1967 blader en uitgebreid de met foto’s geïllustreerde doelpunten bekijk – 1-0 Keizer die profiteert van De Bree die de korte hoek open laat, 2-0 Pronk, 3-0 De Haan, 4-0 Johan Cruijff die Henk Koning (ook een Amsterdammer) aftroeft op de rand van het vijfmetergebied, 4-1 Hans Venneker, 5-1 Muller, 6-1 eigen doelpunt in de kruising van Henk Koning (De Bree zweeft prachtig maar tevergeefs), 7-1 Cruijff, 8-1 Klaas Nuninga, 9-1 Sjaak Swart passeert Nico de Bree en weer in de korte hoek, nu met een kopbal – dan ben ik trots op de wilskracht van N.E.C en de reddingen die Nico de Bree heeft maakt. Die reddingen staan niet in de krant, wel dat NEC toch hard heeft geknokt, maar een kennis van Tini van Reeken heeft die dag foto’s gemaakt en daarop staat een katachtige redding en een save met de punt van de voet van de Nijmeegse doelman. Wat ik bij Feyenoord heb gemist bij de afslachting, kom ik bij NEC wel tegen: knokkend tot de laatste minuut dubbele cijfers voorkomen. Ook al gaat NEC daarna een aantal jaren door het leven als ‘Negen Eén Combinatie’, die smet is sneller weggewerkt dat een 10-0 verlies. Hoe ik dus ook mijn best doe om te begrijpen hoe de Feyenoorders zich moeten voelen, het lukt niet voor de volle honderd procent. Ik kan alleen maar nuchter constateren dat de huidige Mario ‘Bros’ zijn spelers in de rust, bij de nog maar 2-0 achterstand, niet heeft kunnen sturen om het meelijwekkende verlies te voorkomen. Ik had verwacht dat de kleine kwajongensachtig ogende trainer dat wel had gekund! Hij stond wel de hele tweede helft solidair langs de lijn, maar hoe was het toch mogelijk dat het tiental uit Rotterdam vaak met zes man, naïef als een jeugdformatie, voor de bal speelde? Ik denk dat Mario, die zo succesvol was in Europa met NEC, niet meer weet welke touwtjes hij in handen moet houden. Met elf jeugdige marionetten is het natuurlijk wel van groot belang dat er een leider is die weet waar je aan moet trekken om ze op het juiste spoor te zetten. Ik wens Mario het beste en probeer ‘zijn’ Feyenoord maar niet zielig te vinden. Wat best lastig is overigens. Ook ben ik nog altijd blij dat de dubbele cijfers NEC destijds bespaard zijn gebleven.
Ik heb er laatst nog met Nico de Bree en Tini van Reeken over gesproken en trouwens ook met Bennie Werts. Deze NEC-coryfeeën zijn ook opgelucht dat op 5 november 1967 de tien goals niet allemaal in het Nijmeegse doel zijn gevallen. Ze worden aan deze desastreuze nederlaag nog wel regelmatig herinnerd. Dat blijft zo. Ze balen er van en door de jaren heen kunnen ze er zelfs nog wel eens met kiespijn om lachen. Ze snappen alledrie tot op de dag van vandaag nog steeds niet waarom Jan Remmers middenvelder Henk Koning, die slecht in de wedstrijd zat, licht geblesseerd was en beter gezegd geen pepernoot raakte, niet heeft vervangen door het fitte, aanstromende talent Cees Kornelis. Die had verdedigend de mandekking op Cruijff, zoals iedereen inmiddels weet, perfect op kunnen pakken. Waarschijnlijk heeft de NEC-coach Koning laten staan, omdat hij als Amsterdammer gesmeekt had om mee te mogen doen. Hoe dan ook zulke nederlagen moet je niet te vaak ondergaan. Ik spreek de wens uit dat Mario Been met Feyenoord weer snel opkrabbelt. Dat het moeilijk zal zijn, weten wij allemaal. Van het moeilijke rijtje PSV, AZ, Feyenoord en NAC had ik in mijn vorige column voorspeld dat we alleen tegen Feyenoord punt zouden pakken. We hebben allemaal kunnen zien dat die ploeg erg zwak is. Wat een verschil met bijvoorbeeld AZ waartegen NEC de week ervoor niet één fatsoenlijke aanval heeft kunnen lanceren.
Mario moet de rug rechten, tegen jonge spelers zichzelf niet ter discussie stellen en op pad gaan naar de touwtjes waarmee hij zijn spelers snel volwassen kan laten worden. De marionetten van nu moeten in ieder geval in staat zijn om niet meer zo opzichtig in de val van een tegenstander te lopen. Want PSV speelde in de eerste helft slecht, liet het initiatief aan Feyenoord en ook in de tweede helft gokte de Philips-formatie bijna alleen maar laf op de counter. Ook al loopt het niet, knokkend zullen dubbele cijfers uitgebannen moeten worden! Mario sterkte! Tot slot wil ik de loftrompet aangaande onze Mechelse herder nog even laten klinken. Hij heeft ons de weg gewezen naar drie punten tegen Groningen. Zijn doorzettingsvermogen is uiteindelijk toch het spandoek ‘De stier van Puurs’ waardig. Dit had ik niet meer van de Belg verwacht. Als iemand het goed doet mag dat ook wel eens gezegd worden. ‘Óns voetbalvolk’ heeft er een handje van om dat na te laten. Oh ja, nu schiet mij nog iets te binnen over het 9-1 verlies tegen Ajax in 1967. Na het laatste fluitsignaal liep Herbert Bönnen samen met Johan Cruijff van het veld af. Zij aan zij, druk pratend: Cruijff links en Bönnen rechts. Met hun rugnummers (Cruijff had toen nog nummer 9 en Bönnen had vanwege de alfabetische volgorde van nummeren bij NEC nummer 1) lieten zij, als aanvulling op het scorebord, onbewust humoristisch zien wat de uitslag was geworden. Wie weet heeft Mario Been over een tijd ook nog iets grappigs om zijn zwarte zondag mee te relativeren.
Maarten