Van Eijden snapt de trainer wel

Rens van Eijden is de man van de toekomst, bij Jong Oranje is hij onomstreden. Maar bij NEC zit de cen­trumverdediger middenin een moeilijke periode.

Natuurlijk is hij al een aantal keer goed chagrij­nig geweest. Hij was niet voor een plek op de bank naar Nijmegen gekomen. Vlak voor de winterstop verloor Rens van Eijden zijn basisplaats aan Patrick Pothuizen. En nog al­tijd moet de 21-jarige Ossenaar de routinier voor zich dulden. „Dit is een nieuwe situatie voor me”, zegt Van Eijden. „Maar ik rea­liseer me ook wel dat ik een paar keer opzichtig in de fout ben ge­gaan. Op een manier zoals me niet eerder is overkomen.”

Van Eijden is zelf misschien wel het meest kritisch over zijn spel als NEC’er. „Bij drie, vier tegen­doelpunten zat ik er niet goed bij”, weet hij. „Vaak gaat er van alles aan vooraf, maar ík ben degene die knullig in de fout gaat. Dat is zo en daar loop ik niet voor weg.” De jeugdinternational kan zich wel vinden in de uitleg van trainer Wiljan Vloet, die voorlopig voor de ervaring van Pothuizen kiest. „Patrick is heel sterk in het neerzet­ten van de organisatie, hij leest de spelsituaties. Patrick is solide en brengt rust. Dat had de ploeg no­dig. Het team moet op de centrale verdedigers kunnen bouwen.”

Ook al geeft Vloet de voorkeur aan ‘Potje’, neemt niet weg dat de NEC-trainer zeer te spreken is over Van Eijden, niet op de laatste plaats vanwege de manier waarop de jongeling de teleurstelling van zich afzet. Vloet maakt zich geen zorgen om zijn verdediger. „Van verschillende kanten hoor je kriti­sche verhalen. Maar de mensen die me moeten steunen, die er toe doen, hebben veel vertrouwen in me. De trainer ook. Dat doet me wel goed”, zegt Van Eijden.

Tien seizoenen voetbalde de Osse­naar in de jeugdopleiding van PSV, waar hij als D-pupil terecht­kwam. In zijn laatste seizoen maakte Van Eijden deel uit van de selectie en zat hij twee keer in de competitie op de bank. „Maar bei­de keren bij een uitduel.” Hij had daarom graag vanavond zijn debuut als prof in het Philips­stadion gemaakt. Nu moet hij ho­pen op een invalbeurt. Vreemd ge­noeg zit zijn kameraard van vroe­ger in dezelfde situatie bij PSV.

Dirk Marcellis ging als een speer, werd zelfs international, maar is dit seizoen ook slechts reserve. „Dirk en ik hebben altijd samen in de jeugd gevoetbald. We kijken wel hetzelfde naar de situatie waar­in we nu zitten. Hij is er ook heel realistisch in. We gaan niet roepen dat we in de basis moeten. Je moet je eroverheen zetten en het zelf weer afdwingen.” Hij grijnst. De grap die hij maakt terwijl hij opstaat, onderstreept dat de ergste teleurstelling allang verwerkt is. „Hopelijk kan ik nog net zolang door als Pothuizen. Dan heb ik nog vijftig jaar.”

Bron: De Gelderlander

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.