Collega-schrijver Thomas vatte de uitwedstrijd tegen Willem II, vorige week, samen als ‘de achtbaan van Tilburg’. Mooie woorden gebruikte hij om een enerverende wedstrijd te beschrijven. Die woorden zou ik nagenoeg exact in dit verslag kunnen plakken; het slot is alleen wat minder mooi.
Excelsior uit: altijd lastig..
Dat onze jongens voornamelijk grote moeite hebben met de, met alle respect, wat kleinere clubs, is bekend. Voor Excelsior geldt dat de laatste jaren opvallend genoeg in het bijzonder. Vorig jaar wonnen we voor de beker nog wel diep in de verlenging maar de winst daarvoor dateert alweer van 2005: 2-5. Met die gegevens in het achterhoofd gingen we gister toch met opgeheven hoofd met de autocombi (als verkapte vorm van vrij vervoer) naar Rotterdam. Van onderschatting kon immers geen sprake zijn na de overwinning van onze tegenstanders op Feyenoord een week eerder. Bovendien hadden we met zes punten uit twee wedstrijden een prima uitgangspositie om de koppositie in ieder geval tot zondagavond te pakken. Konden we die praatjesmaker uit Georgië eens laten zien dat wij maar drie wedstrijden nodig hebben om bovenaan te staan.
Wij staan bovenaan!
De eerste helft op het nieuwe kunstgrasveld van stadion Woudestein was niet sprankelend maar er was voor onze jongens geen vuiltje aan de lucht. Het ‘wij staan bovenaan’ kon zelfs uit de kast toen Vleminckx na een half uur alweer zijn vierde doelpunt van het seizoen maakte. Hoewel er tot dan toe nauwelijks kansen waren geweest was het Goossens die de bal op een presenteerblaadje gaf voor ‘de stier van Puurs’. Het sfeertje zat er bij de ruim 300 meegereisde supporters buitengewoon goed in en niets leek ons in de weg te staan met de minst mogelijke moeite deze wedstrijd tot een goed einde te brengen.
Tweede helft: vier tegentreffers
De tweede helft knalden de onze uit de startblokken. Een grabbelende keeper Paauwe kon de bal direct na rust na een schot van Zimling net voor de voeten van Sibum wegtikken. Daarmee hebben we ook direct het breekpunt in de match. Gaat die bal er, al dan niet met een beetje geluk, in dan is het afgelopen. Nu waren de Rotterdammers extra goed bij de les voor de rest van de match. Amper tien minuten in de tweede helft stond het zelfs al geheel tegen de verhouding in 2-1 voor de thuisploeg. Bij de gelijkmaker belemmerde Zimling hoogst ongelukkig het zicht van Babos waardoor een zwak schot zowaar de goal in vloog en even daarna is Sibum nog even in dromenland en kopt Bovenberg de bal tegen de touwen. Diezelfde Sibum trekt de score een kwartier voor tijd echter gelijk na goed voorbereidend werk van Schöne. De geest was terug en het leek toch allemaal goed te komen. Enkele minuten later staan we echter alweer achter nadat Babos een afstandschot niet goed verwerkt en Bergkamp de bal gelukkig tegen het been krijgt. In de blessuretijd wordt het zelfs nog 4-2. Vier tegentreffers in een helft tegen de promovendus: dat mag nooit gebeuren.
Met beide benen op de grond
Aanvallend lijkt het allemaal wel aardig te functioneren maar de verdediging lijkt dit seizoen alles behalve een ‘zekerheidje’. Zeven tegendoelpunten in twee wedstrijden tegen relatief kleine clubs kan gewoon niet. Er is voor Vloet en zijn mannen dus nog veel werk aan de weg. Anderzijds is het positief dat het net in drie wedstrijden acht keer is gevonden. Duidelijk is in ieder geval dat we weer met beide benen op de grond staan. Geen ‘wij staan bovenaan’ of ‘de nummer 1 van Nederland’, maar verliezen bij promovendus Excelsior. Hoezo de omgekeerde wereld? Hopelijk kan er lering getrokken worden uit de tegendoelpunten en gaan we vooral door met het zelf maken van goals. Dan zie ik de wedstrijd tegen Heerenveen, volgende week zaterdag, met vertrouwen tegemoet. Het zal mij sowieso benieuwen hoe we de aankomende drie wedstrijden tegen relatief betere tegenstanders door zullen komen. Daarna kunnen we een eerste balans opmaken.
Oe-a-Gentenaar