De wedstrijd van vandaag tegen AZ werd vooraf door velen gezien als een graadmeter van de competitiestart. Winst zou betekenen dat we een puike start achter de rug hadden, waarbij alleen de nederlaag tegen het verrassende Excelsior een smetje genoemd kon worden. Verlies zou betekenen dat we na de min of meer verplichte overwinningen op laagvliegers VVV en Willem II nog maar één schamel extra puntje hadden gepakt en ons op konden maken voor een lang seizoen. Het werd dus helaas het laatste. Tel daarbij op de zeer precaire financiële situatie en de kwaliteit van het spelniveau van vanmiddag (meer dan bedroevend) en het is duidelijk dat het momenteel geen hosanna in de Goffert is.
En geen hosanna betekent in Nijmegen over het algemeen een hoop genuil en nog meer gefluit. Er heerste vanmiddag weer eens een stemming die spelers zal doen verlangen naar het spelen van uitwedstrijden. Tuurlijk, het was heel slecht en zeker een Van Eijden had de grootste moeite te doen geloven dat hij in de eredivisie mag voetballen, maar het zou leuk zijn in elk geval eens te beginnen met een positieve insteek. Bij de eerste de beste afzwaaier na 10 minuten spelen een jonge speler van het veld fluiten is naast gênant op lange termijn ook kapitaalverspilling want het gaat zo’n jongen niet helpen hier zijn carrière verder uit te bouwen. Bovendien waren de reacties niet helemaal eerlijk, want de rest van de verdediging stond minimaal zo te schutteren. Zomer, Nuytinck en Will deden allen verdienstelijke pogingen de afzwaaiers van Rens te evenaren met hopeloze inspeelpasses. Het mag een wonder genoemd worden dat we in de eerste helft zowaar nog een kans kregen. Schöne, die ook al geen beste wedstrijd speelde, slaagde er niet in de bal tussen de palen te krijgen of, beter nog, af te leggen op de vrijstaande Vleminckx. De rust ging in met een achterstand, omdat AZ er in wel in slaagde één van de spaarzame mogelijkheden te benutten. Jonathas zette Van Eijden te kijk en schoot hard langs Cillessen raak.
In de tweede helft kwam Otten als vervanger van Van Eijden en hoewel de opbouw daardoor iets beter verzorgd was, bleek de verdediging minimaal zo kwetsbaar als voor de rust. Het gestuntel gaf Cillessen de mogelijkheid nog maar eens te laten zien wat een keeperstalent we in huis hebben. Hij anticipeerde goed op een harde voorzet van de rechterkant en voorkwam een zekere goal met een fantastische reflex op een schot van Jonathas. Aan de andere kant gebeurde veel te weinig. Slechts één keer werd Romero echt getest, toen Goossens een vrije trap hard langs de muur joeg. Verder was het voorin net zo’n kommer en kwel als achterin. Vanaf de zijkanten brachten Chatelle en Goossens veel te weinig en waarom er zoveel geld is betaald voor Vleminckx wordt met de week onduidelijker.
Uiteindelijk bleken we dus kansloos tegen een sterk vernieuwd AZ -overigens gekleed in een afzichtelijke geel-zwart combinatie waar zelfs onze aartsrivaal zich voor zou schamen- en dat was gezien de stand op de ranglijst een fikse tegenvaller. Het is de vraag of dat later in het seizoen nog immer zo is, want de ploeg lijkt een stuk meer kwaliteit te herbergen dan de onze. Niet dat kwaliteit alles zegt overigens, want op de dag af een jaar geleden gingen we met knikkende knieën op bezoek bij de toenmalige landskampioen uit Alkmaar en slopen we er onder de ogen van Dembele, El Hamdaoui en Lens stiekem met de drie punten vandoor. Het kan verkeren dus. En dat is één van de weinige positieve aanknopingspunten voor de komende cruciale week van NEC.
Pol