Zo zagen wij het: NEC – Sparta

Het kan verkeren, zei Bredero al. Op de thriller in Amsterdam volgde een matte vertoning in ons eigen Nijmegen. Maar dit keer rolde het balletje wel de goede kant op en stonden we na 92 minuten en een handvol seconden ineens op de banken. Een enkele supporter die zich heilig had voorgenomen nooit, helemaal nooit meer voor Saïdi te juichen daargelaten wellicht. Maar ik weet niet waar die dan gezeten heeft.

NEC was woensdag duidelijk niet gebroken uit de Arena teruggekeerd. Vloet speelde het spelletje slim door het vuurtje rond de erbarmelijke bekerfluitist op te stoken. Zo’n gezamenlijke vijand wil nog wel eens inspireren. In de eerste helft viel er bij tijd en wijle nog wel eens lopende aanval te bespeuren. Omdat Heubach kennelijk ziek was (wellicht van zijn twee onterechte gele kaarten), mocht de jonge Nuytinck links achterin spelen. En dat deed hij zeker niet onverdienstelijk. Fejzullahu werd gepasseerd, zodat er ook een plekkie voor Davids in de basiself was weggelegd. Mag van mij voorlopig zo blijven, ik zie deze noeste werker liever bezig dan de Zweed. Maar misschien heeft hij het beste van zijn kunnen voor de tweede seizoenshelft bewaard? Halverwege de eerste 45 minuten kwamen er serieuze kansen, maar geen van de schutters had het vizier op scherp.

In de tweede helft viel er weinig meer te genieten, en speelde NEC steeds meer met de moed der wanhoop. Het publiek smeekte om Potje naar voren te sturen, maar in zo’n avontuur het Vloet geen trek. Terecht, want met de tegenaanvallen van het verder niet sterk ogende Sparta, was het toch echt oppassen geblazen achterin. Dat zagen de massaal meegereisde Kasteelbewoners ook, zij het dat minstens de helft van hen kennelijk te laat van huis was gegaan, want het duurde even voordat het vakkie vol zat. Wel fijn dat ze welkom waren zonder combi. Hulde daarvoor.

Zo hobbelde de wedstrijd naar zijn einde. De sneeuw dwarrelde vrolijk naar beneden, Sarpong en Saïdi tikten de bal beste leuk over en weer, maar rendement had het allemaal niet. Worm kwam er nog in, net als Burgzorg, wat best eerder had gemogen. Want onze Belgische vriend in de spits bakte er dit keer eerlijk gezegd helemaal niks van. Zijn dagje niet, zullen we maar zeggen. Iemand anders had zijn dagje wel: Saïdi Ntibazonkiza. Terwijl de officiële blessuretijd er al op zat, schoot hij op aangeven van Rutger Worm de bal onberispelijk achter de verbouwereerde Sparta-doelman. Als Saïdi dat de komende maanden braaf blijft doen en verder heel deemoedig blijft, dan zullen we eens overwegen de verloren zoon weer in onze armen te sluiten. Misschien dan hé, misschien…

Voorlopige conclusie: met de komst van Wiljan Vloet gebeurt er weer wat bij onze club en niet zelden zijn dat leuke dingen. We spelen niet geweldig, maar er staat wel een team. Als we dinsdag van Willem II winnen, ziet de wereld er toch wel heel anders uit dan met de winterstop. Toch?
 
 
 
Joris

Reageer via DTH Facebook of deel via social media of mail.