Eindhoven-uit, een handjevol uitsupporters weggestopt in een hoekje van de tweede ring en een 3-1 nederlaag. Business as usual, zou je zo zeggen. En in zekere zin was het dat ook. Maar als je goed kijkt, was het eigenlijk een vrij bijzondere editie van Wij trekken ten strijde vs. Weer trekken wij ten strijde! And here’s why (da’s Engels)!
Waarom gaan we in godsnaam naar Eindhoven?
Voorafgaand aan de uitwedstrijden tegen PSV vraag ik me steeds regelmatiger af wat het doel is van onze missie in Brabant. De volle mep mee naar huis nemen is tot op heden consequent een illusie gebleken en echt heel erg gezellig is het ook nooit in dat gehalveerde hoekvakje in Eindhoven. Buscombi, een slechte opkomst, netten voor je neus, een trappenhuis waar zelfs een brandweerman die op de dag af negen jaar eerder heldendaden verrichtte zenuwachtig van zou worden en nauwelijks enig contact met het veld en de spelers, maken deze awayday tot een ‘motje’ waar alleen de meest trouwe kern voor op komt dagen. Maar op de een of andere manier was het dit jaar ondanks de nederlaag anders.
Auto, geen netten!
Om te beginnen mochten we eindelijk weer met de auto naar Eindhoven. Wel in combivorm, maar nog altijd veel draaglijker dan die vermaledijde bus. Het omwisselregime deed nog het ergste vermoeden, je voelt je soms weer echt een basisscholer als je eerst bij de Goffert moet omwisselen en dan een uur later weer op een parkeerplaats in Eindhoven, maar het viel allemaal erg mee. En de routebeschrijving naar de parkeerplaats (op een steenworpje van het uitvak) was zelfs goed geregeld, met echte (niks geen karton of plastiek) verkeersbordjes met de richting voor de autocombi erop (alleen jammer van die kleuren).
En eenmaal gearriveerd in Eindhoven wachtte een volgende verrassing. Helaas was dat geen turbolift naar de tweede ring en terug, maar na alle 365.000 treden weer eens te hebben beklommen, bleken we wél vrij zicht op het veld te hebben. Geen netten! Hulde! En nog opmerkelijker voor de veiligheidsmensen bij PSV: het ging goed. Er zijn geen bekers of burgers nedergedaald op de ledlampjes onder het uitvak en ook voor de kleine boodschap verkoos niemand de rand van de tweede ring boven het afdalen van die 4 miljoen traptreden! Dat zal voor ons dus wel zo blijven. Net als de autocombi zelf, want ook op dat vlak was er geen wanklank te horen. En toch was dat vervoersregime niet het meest opmerkelijke van de avond!
Een voorsprong!
Op de schermen in het Philips Stadion waren voor de wedstrijd oude beelden van PSV-NEC te zien. Met een vissende Brookhuis en een scorende Ronaldo was het een goed voorbeeld van het gemiddelde verloop van een pot in Eindhoven. Als we het goed hebben gaat het om de wedstrijd van 4 maart 1995 die in 3-0 eindigde. Een voor ons doelpuntloos potje tegen PSV dus, waarvan er zoveel zijn geweest. Al scoren we zo nu en dan wel in Eindhoven. Voor een voorsprong voor de Nijmegen Eendracht Combinatie tegen de Philips Sport Vereniging op Brabantse bodem, die er dus wel al eerder is geweest, moet je echter nog veel verder terug ons archief in. Om precies te zijn bijna 41 jaar naar 27 september 1969. De Vietnamoorlog was nog in volle gang, de hippies veroverden de wereld en Wiljan Vloet had tweeënhalve week eerder zijn zevende verjaardag gevierd (waar hij dat vrijdag voor de 48ste keer deed; van harte nog!), toen NEC in Eindhoven voor het laatst een voorsprong mocht koesteren. En een riante, want bij rust stond het toen 0-2 door twee goals van Jendrossek (het was ook meteen de laatste keer dat we daar meer dan één goal maakten). Helaas maakte de latere NEC’er Pleun Strik met zijn enige goal van het seizoen 1969-1970 toen vlak voor tijd gelijk. En voor het eerst in veertig jaar hadden we gisteren in Eindhoven dus weer een echt, oprecht juichmoment. Je weet wel, niet dat juichen-tegen-beter-weten-in bij een aansluitingstreffer tien minuten voor tijd, het juichen-uit-opluchting omdat je niet met 5-0 maar met 5-1 verliest of het juichen-bij-gebrek-aan-beter vanwege een gelijkmaker, maar het juichen om een voorsprong, om de hoop op een winstpartij, het juichen, kortom, omdat je cluppie in elk geval voor even de beste op het veld is. Iedere voetbalsupporter met een heel klein of wat groter Calimero-eierdopje in de kledingkast kent dat: als je dan toch moet verliezen, dan kun je maar beter even op voorsprong hebben gestaan, even geproefd hebben van wat toch niet zo mocht zijn. Hoop doet menig supporter leven! En met dank aan Goossens fluwelen (of beter: gehard stalen) linker mochten we gisteren hopen op de eerste overwinning daar. Een minuut of acht in de eerste helft, de hele rust en daarna nog een seconde of 39 om precies te zijn. Want de Celestial Seasonings Sleepy Time® melange die onze jongens bij uitwedstrijden tegenwoordig kennelijk drinken, miste ook deze keer zijn uitwerking niet. Een minuutje of twintig later mocht Afellay op de rand van de zestien zijn interpretatie laten zien van het Zwanenmeer alvorens het gaatje onder Cillessen te vinden en vijf minuten daarna was het helemaal bekeken nadat Toivonen raak kopte.
Afloop as usual
En zo eindigde deze aflevering van Gloeilamp FC-uit zoals gewoonlijk: met een fikse nederlaag. Maar toch, het was net even wat leuker door de autocombi, zonder de netten en met de 0-1 voorsprong. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het minuten durende Wechselgesang tussen Beneden Rechts en Boven Links in het uitvak na de 0-1. Ook daarin leek deze wedstrijd een beetje op een eerdere bij voorbaat kansloze pot in de niet al te verre historie. Al waren we toen wel met wat meer mensen present!
Thomas